Tot 15 maart 2011 in de AMC Brummelkamp Galerie en in de Vitrines: een dubbeltentoonstelling van Jens Pfeifer
Zijn jeugd bracht Jens Pfeifer (1963) door in de bossen van Göttingen, midden-Duitsland. Een fantastische speelplaats vol wildleven en jachttorens, maar ook met de waaktorens die vlakbij de grens met de DDR stonden opgesteld. Nauwlettend werd in de gaten gehouden of niemand de grens tussen de beide Duitslanden overschreed. Als spelend kind besefte Pfeifer de impact daarvan misschien nog niet helemaal, maar de dreiging die ervan uitging voelde hij zeker. Eind jaren tachtig kwam Jens Pfeifer naar Nederland om zich op de Gerrit Rietveld Academie te bekwamen in glaskunst. Na verloop van tijd begon hij zich toe te leggen op driedimensionale stillevens van glas, geïnspireerd door onder meer de Nederlandse genrekunstenaar Jan Weenix (1642-1719) die bekend is geworden met zijn jachtstillevens. Van Weenix zijn in het Rijksmuseum een aantal prachtige doeken te zien. Dat Jens Pfeifer juist voor hem een zwak ontwikkelde is niet zo verbazend: de thematiek van Weenix’ schilderijen sluit perfect aan bij Pfeifer’s eigen beeldtaal. De taal die hij ooit al spelend ontwikkelde in de bossen waar hazen, konijnen en herten vrolijk rondhuppelden. Na de kunstacademie liet Pfeifer het glas een tijdje voor wat het was om met andere technieken te experimenteren. Zo maakte hij inkttekeningen van dieren, onmiskenbaar geïnspireerd op de jachttaferelen van Weenix. Pfeifers kartonnen ‘stempels’ - te zien in de Brummelkamp Galerie - verwijzen naar het bos bij het dorp Gorleben, een van de notoire radioactieve stortplaatsen in Duitsland. Alom bekend zijn de tv-beelden van de betogers die proberen transporttreinen met radioactief afval tegen te houden. De bossen bij Gorleben lijken in vrijwel niets op die uit Pfeifers jeugd. In Gorleben staan de aangeplante bomen strak in het gelid. Maar de grimmige overeenkomst is dat het bos er net zo streng wordt bewaakt als de voormalige DDR-grensposten bij Göttingen.
In de Vitrines toont Jens Pfeifer naast ‘geflockte’ beelden van zijn alter ego ook glazen geweren. Geen lichte kost. Maar doordat de kunstenaar zijn wapentuig aantrekkelijke fel kleurt en een materiaal gebruikt dat helemaal niet geschikt is om te schieten, schiet hij bewust zijn doel voorbij.