Marinke van Zandwijk exposeerde van 25 februari – 12 mei 2016.
Sinds 2001 blaas ik bellen. Glas is mijn materiaal. Dit materiaal stelt hoge eisen aan materialenkennis en vakmanschap. Het is juist deze combinatie van ontwerpen en maken die voor mij als kunstenaar essentieel is. In de afgelopen jaren is een beeldtaal ontstaan die door de vele experimenten in het maakproces bepaald is. Homo bulla est, de mens is een luchtbel, een uitspraak van filosoof Erasmus die me achtervolgt. De schijnbare wereld, de transparante bol die de kern weergeeft, een kern die staat voor het menszijn, voor onze mechanische beschaving. De doorzichtige organische vormen, steeds variabel in mat en plasticiteit spelen met dit gegeven. Mijn beelden groeien meer en meer uit tot een samenspel met de omgeving. In mijn werk onderzoek ik veelal (ver-)vorming groei en balans. Het blazen speelt een grote rol in de proces van ontstaan. Elke geblazen bel benader ik als een unieke vorm, maar wel als lid van een familie. In series en reeksen vervorm ik de bellen door zakken om buizen of door ze te laten vloeien over platen. De daadwerkelijke vorm wordt in het ‘alles of niets’ moment van uitblazen bepaald. Context is van belang in mijn installaties. Het glas in z’n meest pure vorm, de bel, laat ik doorgroeien tot een op zichzelf staand beeld. Met robuuste scheepstouw, kilometers dunne draden of grof gesmeed ijzer bouw ik verder aan de beelden om zo mijn verhaal te completeren.