Bevallen is vaak al geen pretje en dat is helemaal het geval als de baby niet goed ligt. Het kindje ligt in stuitligging zoals dat heet. In plaats van het hoofdje ligt het kind met zijn billen naar beneden. Een natuurlijke bevalling is dan lastiger en nogal eens wordt er gekozen voor een keizersnede.

“Dat is niet wenselijk’, zegt gynaecoloog in opleiding van Amsterdam UMC Joost Velzel. Hij promoveert vandaag op een proefschrift over het gebruik van medicijnen op het effect van het draaien van de baby. “Een keizersnede is niet wenselijk omdat deze wijze van bevallen een groter risico met zich meebrengt voor de moeder. Als het vaginaal kan dan moet je het natuurlijk doen.”

Bij ongeveer 4 procent van de vrouwen ligt het baby’tje in stuitligging. Meestal wordt dan in de laatste fase van de zwangerschap zo rond de 36ste week, gepoogd het kindje te draaien. In Nederland krijgt ongeveer 70 procent van de vrouwen het aanbod het kind te draaien. Dit doen artsen en verpleegkundigen die erin zijn gespecialiseerd. In duo’s. Velzel doet het zelf ook. “Je moet het kunnen en weten wat je doet. Het is voor de vrouw een niet altijd prettige ingreep. Je pakt het kindje met je handen op de buik van de moeder ‘vast’ en laat het als het ware koppeltje duikelen in de baarmoeder”, vertelt hij.

Joost Velzel
Joost Velzel

Als het kindje na een half uur nog goed ligt, dan is de poging geslaagd. ‘Soms lukt het domweg niet of draait het kindje weer terug. Bij ongeveer 50 procent van de gevallen lukt het niet.’ Velzel heeft onderzocht of het gebruik van bepaalde medicijnen het succes van het draaien kan vergroten.

Hij vertelt dat er twee medicijnen voor in aanmerking komen. Hij vergeleek een nieuw relatief duur middel met relatief weinig bijwerkingen (atosiban) met een goedkoop medicijn met meer bijwerkingen (fenoterol). Het idee van de middelen is dat ze de baarmoeder verslappen, zodat het team de baby makkelijker kan draaien.

Velzel: ‘De neiging was om het dure middel voor te schrijven, maar het was niet goed onderzocht of dat beter was de uitkomst van het draaien. Uit mijn studie bij 830 vrouwen in acht ziekenhuizen blijkt dat het oudere goedkopere middel goed werkt. Het duurdere doet helemaal niets. De bijwerkingen van het oude middel zijn van korte duur, dus die zijn niet zo van belang. Het duurdere middel is voor deze toepassing niet zinnig. De uitkomst van mijn studie is dus dat gynaecologen dit niet moeten gebruiken bij het draaien.’

De combinatie draaien en juiste medicijn vergroot de kans dat het kind na het draaien met het hoofdje naar beneden blijft liggen. Daardoor is er een grotere kans dat het kind natuurlijk bevalt en kan een keizersnede vaker achterwege blijven. Velzel: “ik heb uitgerekend dat als het medicijn én draaien bij alle vrouwen die ervoor in aanmerking komen wordt gebruikt, er jaarlijks zeventien vrouwen geen ernstige kortetermijncomplicaties hebben door een keizersnede. Dit gezondheidsvoordeel stijgt als ook de langetermijngevolgen worden meegenomen.”