Strottenhoofdverlamming bij kinderen

Larynxparese bij kinderen

Bij uw kind is de diagnose larynxparese gesteld. Een larynxparese betekent dat het strottenhoofd en daardoor de stemband verlamd is. Dit kan het geval zijn aan één kant of aan beide kanten. Een larynxparese kan bij de geboorte aanwezig zijn (congenitaal) of op een later moment ontstaan zijn (verworven).

Er zijn veel verschillende oorzaken voor een larynxparese. Voorbeelden van de aangeboren vorm zijn afwijkingen in de hersenen of rek op de zenuw naar het strottenhoofd door de bevalling. Voorbeelden van de verworven vorm zijn druk op de zenuw door afwijkende aanleg van het hart of de grote bloedvaten, schade aan de zenuw door operaties aan het hart of de bloedvaten daaromheen of druk op de zenuw door een zwelling in de hals. Het is ook goed mogelijk dat er geen oorzaak gevonden kan worden.

Klachten

Bij een normaal werkend strottenhoofd gaan de stembanden uit elkaar bij ademen. Hierdoor staat de toegang naar de luchtpijp open en kan de lucht tussen de stembanden door. Bij spreken gaan de stembanden juist naar elkaar toe en raken ze elkaar in het midden. Doordat de uitademingslucht er langs omhoog gaat gaan de stembanden trillen en ontstaat er stemgeluid. De klachten van een verlamming van het strottenhoofd zijn verschillend bij een eenzijdige of bij een dubbelzijdige verlamming. Bij een eenzijdige larynxparese is er vaak sprake van een hese stem. Dit komt omdat alleen de nog werkende kant naar het midden toe sluit terwijl de verlamde kant open blijft staan. Hierdoor is er geen sluiting van de stembanden en ontsnapt de lucht via de opening naar buiten zonder de stembanden goed te kunnen laten trillen. Ook kan een kind met een larynxparese zich soms verslikken. Dit kan zowel bij eenzijdige als bij dubbelzijdige parese optreden. Bij een normaal werkend strottenhoofd sluiten de stembanden tijdens het slikken. Dit is een bescherming tegen verslikken. Omdat de stembanden door de verlamming niet volledig kunnen sluiten is er één beschermingsmechanisme minder en is er dus kans op verslikken.
Bij een dubbelzijdige verlamming staan de verlamde stembanden vaak naar binnen toe stil. Dit leidt er toe dat er meestal sprake is van moeite met ademhalen en een hoorbare inademing. Soms kan het kind onvoldoende zelfstandig ademhalen en moet de ademhaling ondersteund worden met zuurstof of een beademingsbuis.

Onderzoek

Een verlamming van het strottenhoofd kan het best beoordeeld worden door het strottenhoofd te bekijken met een kleine camera via de neus (flexibele laryngoscopie).
Soms geeft dit onvoldoende informatie of is er reden om ook de verder luchtweg te beoordelen en wordt er een kijkoperatie voorgesteld. Dit noemen we een diagnostische laryngotracheobronchoscopie.
Indien daar reden toe is kunnen de hersenen beoordeeld worden met behulp van een MRI-scan. Voor het in beeld brengen van de hals en de borstkas met het hart en de bloedvaten wordt een CT-scan gemaakt.
Indien er problemen zijn met slikken kan een slikvideo afgesproken worden en/ of beoordeling door een logopedist.

Behandeling

Op het moment van de diagnose is het niet goed te voorspellen of de larynxparese kan herstellen of permanent zal zijn. In het geval dat de zenuw (gedeeltelijk) beschadigd is kan het voorkomen dat het lichaam zelf de zenuw repareert. Dit kan tot 2 jaar duren. In eerste instantie zal dus afgewacht worden of er (enig) herstel van de zenuw en de functie van het strottenhoofd zal optreden. Na deze periode van 2 jaar worden eventuele behandelingen voorgesteld.
Als er ademnood is door een dubbelzijdige stilstand zal de ademhaling mogelijk ondersteund moeten worden. En gekeken worden of er mogelijkheden zijn om de luchtweg ruimer te maken. In sommige gevallen zal een tracheotomie nodig zijn.
Voor het verbeteren van de stem kunnen we vanaf de leeftijd van 5 jaar een stem verbeterende operatie uitvoeren.