Anita Boelen (1964) is op 31 maart 2020 benoemd tot hoogleraar Schildklierhormoon metabolisme, moleculaire en diagnostische aspecten, aan de geneeskundefaculteit van de Universiteit van Amsterdam (UvA). Als hoogleraar zal zij zich vooral richten op de stofwisseling van het schildklierhormoon.

“Ik wil beter begrijpen hoe het schildklierhormoon in het lichaam wordt gereguleerd”, vertelt Anita Boelen. “We weten sinds een aantal jaren al dat de hoeveelheid schildklierhormoon die je in het bloed meet, niet altijd een juiste afspiegeling is van hoe het ermee gesteld is in de weefsels, daar waar het hormoon zijn werk moet doen. Soms is de bloedwaarde prima, maar heeft iemand toch allerlei onbegrepen klachten. De bloedmeting zegt dus niet alles. Ik vind dat daar meer aandacht voor moet komen.”

Schildklierhormoon speelt een belangrijke rol in de functie van allerlei weefsels en organen. Het is cruciaal voor een goede groei en ontwikkeling, bijvoorbeeld van botten en hersenweefsel. Ook heeft schildklierhormoon invloed op onze stemming en vervult het een sleutelrol in de vet en suikerhuishouding. De werking van het hormoon is dus enorm breed.

Stofwisseling van schildklierhormoon in cellen

Schildklierhormoon circuleert voornamelijk als pro-hormoon in het bloed. Een pro-hormoon is een soort voorloper van het hormoon, die minder actief is. Pas na opname in de cellen van een weefsel wordt het pro-hormoon omgezet in een actieve vorm waarna het zijn werk kan doen door zich te binden aan een schildklierhormoonreceptor. Als er bij die opname of omzetting iets misgaat, functioneert het hormoon niet optimaal. In dat geval is een gemeten bloedwaarde dus prima, maar gaat het in de cellen toch mis. Boelen wil ontrafelen hoe de stofwisseling van schildklierhormoon in cellen in elkaar zit, waarom het hormoon actief of inactief wordt en hoe de enzymen die daarbij een rol spelen, worden gereguleerd.

Daarbij richt de hoogleraar zich specifiek op het verband tussen ontstekingen en de regulatie van het schildklierhormoon in weefsels. Zo blijkt bijvoorbeeld dat neutrofielen en macrofagen, twee soorten afweercellen, enzymen bevatten die een tegengesteld effect hebben op het schildklierhormoon. Macrofagen activeren het hormoon, terwijl neutrofielen het hormoon juist inactief maken. Boelen wil weten hoe dat proces precies in elkaar zit en wat de betekenis hiervan is voor de afweer.

Screening hielprik verbeteren

Naast deze onderzoekslijn houdt de hoogleraar zich bezig met de hielprikscreening. Sinds 2002 is ze hoofd van het screeningslaboratorium voor de regio Noord-Holland en Flevoland. Een van de aandoeningen uit de hielprik is congenitale hypothyreoïdie, een aangeboren tekort van schildklierhormoon. Uit een recente evaluatie blijkt dat het aantal kinderen dat onterecht wordt verwezen vanwege een verdenking op deze ziekte, vrij hoog is. “Dat veroorzaakt onnodig stress en ongerustheid bij ouders. Wij willen de screening daarom optimaliseren. En het zou helemaal mooi zijn als we in de toekomst ook de meer zeldzame schildklierhormoon-aandoeningen eruit kunnen pikken.”

Samen met artsen uit Amsterdam UMC doet Boelen onderzoek naar centrale congenitale hypothyreoïdie. “Er zijn bepaalde genen gevonden die deze ziekte kunnen veroorzaken. In het laboratorium willen wij de rol van de genen achterhalen en uitzoeken wat er precies in de weefsels gebeurt.”

Loopbaan

Boelen studeerde medische biologie in Groningen. Na haar afstuderen in 1991 deed ze een promotieonderzoek op de afdeling Endocrinologie van het AMC naar de invloed van cytokines (bepaalde stoffen van het afweersysteem) op het schildklierhormoon-metabolisme. Daarna werkte ze als postdoc bij de afdeling Virologie van het RIVM. Toen de hielprikscreening in 2000 werd uitgebreid met een endocriene aandoening werd Boelen gevraagd om terug te keren naar de laboratorium Endocrinologie van het AMC, om daar de invoering van de screening in het lab te begeleiden. Daarnaast deed ze onderzoek naar schildklierhormoonregulatie tijdens ziekte.

Boelen is bestuurslid van de Nederlandse Vereniging van Endocrinologie (NVE) en voorzitter van de programmacommissie van de Nederlandse Endocrinologie Dagen. Ze zat in het bestuur van de Europese schildkliervereniging en maakte twee keer deel uit van de programmacommissie voor het Wereld Schildkliercongres.

Tekst: Edith van Rijs
Foto: Dirk Gillissen