Het is beter om de longen van covid-patiënten aan de beademing niet constant onder een hoge druk te houden. Dat blijkt uit de resultaten van de PRoVENT-covid studie, die vandaag zijn gepubliceerd in het European Journal of Anesthesiology. Patiënten die lage druk kregen, ontwikkelden minder complicaties en lagen korter aan de beademing dan patiënten die onder hogere druk werden beademd.

Voor dit onderzoek analyseerde de eerste auteur van het artikel, promovenda Christel Valk, de gegevens van de 933 covid-19-patiënten in 22 Nederlandse ziekenhuizen. Tiijdens de eerste golf van de pandemie werden 674 van hen met lage ‘einddruk’ beademd en 259 met een hogere einddruk. “De keus of patiënten met een hoge of een lage druk werden beademd, lag bij de betreffende behandelaars. Maar toen we de resultaten achteraf bekeken, zagen we dat de patiënten die een hogere druk kregen uiteindelijk langer aan de beademing lagen. Ook hun nieren waren significant meer beschadigd.”

Discussie op de IC

“Druk en ademvolume zorgen al jaren voor discussie op de intensive care”, stelt Amsterdam UMC-hoogleraar Experimentele intensive care geneeskunde professor Marcus Schultz. “Er is een school die benadrukt dat bij een hogere einddruk de longblaasje beter open blijven staan, waardoor de uitwisseling van zuurstof en CO2 beter gaat. Daartegenover staat de groep die wijst op de risico’s van schade aan de longen en aan andere organen door de hogere druk. De praktijk was tot nu toe dan ook dat er veel verschillen waren in het beleid van ziekenhuizen. Deze studie bij de covid-patiënten laat duidelijk zien dat voorzichtiger beademen beter is voor de patiënt.”   

Cowboygeneeskunde

“Beademen bij lagere druk is misschien ongemakkelijk voor een arts”, beaamt Schultz. “Je bent geneigd om zo snel en zo goed mogelijk de zuurstofwaardes bij een patiënt op het ‘normale’ niveau te krijgen en te houden. Dat bereik je met hogere druk. Het uiteindelijke doel is natuurlijk de overleving van de patiënt. En deze studie laat er geen twijfel over bestaan: bescheiden beademen is op de lange termijn beter voor de patiënt. Je alleen maar richten op de zuurstofwaarden, dat is cowboygeneeskunde”, vindt Schultz. “Dan ben je bezig een zieke patiënt te forceren op het niveau van iemand met gezonde longen. We moeten ons als artsen beter realiseren dat we met ernstig zieke patiënten te maken hebben met beschadigde longen, en dus voorzichtiger moeten beademen.”   

Objectieve beademingsmachine

“Ook al was de PRoVENT-studie geen gerandomiseerde klinische studie – waarbij door middel van loting wordt bepaald of patiënten beademing krijgen met een hoge of een lage einddruk – toch zouden we de discussie over einddruk bij de beademing nu wel moeten beëindigen.” Dat zegt ook Amsterdam UMC-verpleegkundige en lector aan de Hogeschool van Amsterdam dr. Frederique Paulus. “Voor er richtlijnen kunnen worden opgesteld of aangepast, wil je liefst resultaten hebben uit een gerandomiseerde studie. Voor covid-19-patiënten is dat bewijs er nog niet. Dat wetenschappelijk bewijs is er wel voor andere patiënten met ernstige longschade. Het gaat om mensen met  acute respiratory distress syndrome (ARDS), een levensbedreigende longaandoening die leidt tot onvoldoende zuurstof in de longen en in het bloed. Mede op basis van onderzoek in deze groep is er alle reden om patiënten met longschade op de IC niet meer met een hoge einddruk te beademen.”

Tekst: Rob Buiter
Foto: Shutterstock