Om een veelbelovende therapie voor uitbehandelde patiënten met lymfeklierkanker te verbeteren, sleepte internist-hematoloog Marie José Kersten met collega’s 3 grote subsidies in de wacht. Met één van die subsidies gaat een consortium van 4 centra, geleid door UMC Groningen, zelf de dure behandeling maken voor een studie met lymfoompatiënten in het hele land. Daarnaast onderzoekt ze het effect van deze behandeling op de kwaliteit van leven.

30 miljoen euro

De behandeling waarover het gaat, heet CAR T-celtherapie. Bij een patiënt worden afweercellen afgenomen en in het lab ‘geherprogrammeerd’, de immuuncellen krijgen antennes die kankercellen herkennen en opruimen. Vervolgens worden de cellen via een infuus teruggegeven aan de patiënt. “Amsterdam UMC was het eerste ziekenhuis in Nederland waar deze behandeling, in studieverband, plaatsvond, en het eerste ziekenhuis in Europa waar patiënten met één van de CAR T-celproducten werden behandeld”, vertelt hoogleraar Marie José Kersten. Inmiddels zijn in Amsterdam UMC meer dan 30 patiënten behandeld. De resultaten waren verrassend goed: van de voorheen uitbehandelde patiënten is na 2 jaar de helft nog in leven, terwijl ze doorgaans een erg slechte prognose hebben.

Sinds enkele maanden wordt de therapie vergoed door de zorgverzekering. Maar de behandeling is duur – ze wordt voor iedere patiënt apart gemaakt – en omslachtig. De afgenomen bloedcellen moeten namelijk worden ingevroren en vervolgens naar het lab van farmaceut Kite/Gilead in de VS worden gevlogen. Daarom wilden Kersten en haar collega’s zelf de afweercellen bewerken. Met een subsidie van 30 miljoen euro van Zorginstituut Nederland en onderzoeksfinancier ZonMw gaan trekker UMC Groningen, Amsterdam UMC, Radboudumc in Nijmegen en het Rotterdamse Erasmus MC onderzoeken of zij het medicijn sneller en mogelijk met een betere kwaliteit kunnen produceren zodat meer patiënten er baat bij hebben.

Die snelheid is van belang omdat de uitbehandelde patiënten vrij snel achteruit kunnen gaan. “Tussen het moment dat je de patiënt voor het eerst ziet op de poli en het toedienen van de gewijzigde afweercellen zit ongeveer 6 weken. Het is de kunst om ze zo lang te stabiliseren. Wij denken dit proces met enkele weken te kunnen versnellen.” Dat Gilead onlangs een lab in Hoofddorp opende voor de Europese productie van CAR T-cellen, zal ook tijdwinst opleveren, verwacht Kersten, maar de behandeling zal er niet goedkoper van worden.

Horizon 2020 subsidie

Daarnaast doet Kersten onderzoek binnen een Europees consortium (dat eerder dit jaar een Europese Horizon 2020 subsidie ontving) naar de impact van het behandeltraject op de patiënt. “Zo’n behandeling is zwaar. Om te beginnen moet iemand vier uur lang aan een soort dialyse om de afweercellen uit het bloed te filteren. Als je de bewerkte afweercellen teruggeeft aan de patiënt, krijgt deze een sterke afweerreactie zoals hoge koorts. In de acute fase kan iemand zelfs verward raken of suf worden – hij kan bijvoorbeeld ineens niet meer praten of krijgt uitvalsverschijnselen. Dat is meestal omkeerbaar, maar we hebben het idee dat hierdoor op de langere termijn angstgevoelens kunnen ontstaan. Ook kijken we naar andere bijwerkingen.”

Subsidie Innovative Medicines

Tenslotte gaat een Europees project van start waarin Kersten samen met de patiëntenvereniging werkt aan duidelijke voorlichting aan de patiënten en hun mantelzorgers. Ook is het belangrijk dat hematologen en verpleegkundigen hun patiënten goed kunnen voorlichten over deze ingrijpende behandeling. Daarvoor stelde Europa subsidie beschikbaar vanuit het programma Innovative Medicines. “Niet iedereen komt in aanmerking voor behandeling met CAR T-cellen. Er zijn strenge selectiecriteria. Patiënten moeten bijvoorbeeld fit genoeg zijn. Dat moet je in duidelijke taal uitleggen aan patiënten en hun familie. Ook moeten we de juiste verwachtingen scheppen. Zestig procent van de patiënten reageert helaas niet op de behandeling. Maar die doorlopen wel het loodzware proces.”

Beschikbaarheid behandeling

CAR T-celtherapie is nu bijna alleen nog beschikbaar voor mensen met diffuus grootcellig B-cel lymfoom, de meest voorkomende vorm van lymfeklierkanker. Jaarlijks komen er zo’n 1200 nieuwe patiënten bij. Daarvan geneest 65 procent met de standaardbehandeling. Kersten verwacht dat er landelijk 150 voorheen uitbehandelde patiënten per jaar in aanmerking komen voor CAR T-cellen. Daarnaast is er een kleine groep patiënten met acute lymfatische leukemie die hiermee kan worden behandeld.

Er lopen nu ook twee studies naar de toepassing van CAR T-cel therapie bij multipel myeloom (ziekte van Kahler, aandoening van het beenmerg). De afdeling Hematologie van Amsterdam UMC verrichtte ook de eerste behandeling hiervoor. Dat leidde tot indrukwekkende resultaten. Onderzoekers Tuna Mutis en Maria Themeli (afdeling Hematologie) zijn nu zelf CAR T-cellen aan het ontwikkelen die de myeloomcel kunnen herkennen en opruimen.

Tekst: Irene van Elzakker
Foto: Shutterstock