De meeste mensen die in het ziekenhuis lagen met covid-19, herstellen goed. Drie maanden na hun ontslag ervaren sommige patiënten nog wel klachten, maar er is amper blijvende schade van de ziekte zichtbaar. Dat is het goede nieuws van de post-covid-19-polikliniek. Hier krijgen ex-coronapatiënten van Amsterdam UMC nazorg.

Bijna een jaar geleden is een groot nazorgteam van Amsterdam UMC aan de slag gegaan om patiënten te volgen die met covid-19 in het ziekenhuis hebben gelegen. Zij krijgen na 6 weken een telefoontje om te horen of ze nog gezondheidsklachten hebben. De arts schat tijdens het gesprek het herstel van de patiënt in en beoordeelt of een nacontrole, inclusief aanvullend onderzoek, noodzakelijk is. “We willen weten hoe hun herstel is verlopen en of we medisch moeten ingrijpen”, vertelt longarts Kirsten Kalverda.

Dat begint nu duidelijker te worden. Er zijn inmiddels zo’n 1.000 patiënten gebeld, van wie ongeveer de helft is uitgenodigd om zich na 3 maanden op de nazorgpoli te melden. Kalverda: “Na 6 weken hebben veel mensen nog klachten als vermoeidheid en snel moe of kortademig worden bij inspanning. We merken al wel verbetering bij hen. En het overgrote deel herstelt uiteindelijk goed. Bij patiënten met ernstige structurele schade door de ziekte – bijna allemaal mensen die aan de beademing hebben gelegen – gaat dat stukken trager. Maar bij vrijwel iedereen zie je een duidelijk stijgende lijn.”

Onverklaarbare restverschijnselen

Goed nieuws dus. Dat geldt voor een klein deel van de patiënten helaas niet, zegt hoogleraar Inwendige geneeskunde Michèle van Vugt, gespecialiseerd in infectieziekten. “Hun conditie is ernstig achteruit gegaan en dat blijft lange tijd zo, terwijl we daarvoor momenteel geen fysieke verklaring kunnen vinden. Dat zijn niet per se mensen die op de intensive care hebben gelegen.” Kalverda: “Die onverklaarbare restverschijnselen zie je wel vaker bij andere infecties. Daar weten we wat covid-19 betreft nog onvoldoende van.”

Daarom blijft de poli ook de minder goed herstellende covid-19 patiënten volgen en zijn er wetenschappelijke studies gekoppeld aan de polikliniek. Van Vugt: “We hebben inmiddels veel data waarvan we kunnen leren. Door de poli hebben we bovendien de kwaliteit van onze academische zorg voor covid-19-patiënten kunnen optimaliseren.” Bij deze multidisciplinaire zorg is een groot aantal specialisten betrokken: longartsen, infectiologen, cardiologen, psychologen, fysiotherapeuten, revalidatie-artsen, internisten, vasculair geneeskundigen, intensivisten, diëtisten, en ga zo maar door.

Hoger niveau

Deze multidisciplinaire aanpak is uniek én cruciaal, zegt Kalverda. Alle patiënten gaan naar een fysiotherapeut die hun fysieke en geestelijke herstel in kaart brengt. Daarnaast komen zij bij een arts die nagaat of er sprake is van orgaanschade en of vervolgonderzoek nodig is. Eens per maand bespreken artsen tijdens een multidisciplinair overleg ingewikkelde problemen. Hierbij zijn ook cardiologen, KNO-artsen en revalidatie-artsen aanwezig, evenals een huisarts die betrokken is bij C-support (een organisatie die in opdracht van het ministerie van VWS covid-patiënten ondersteunt die langdurig klachten ondervinden van hun coronabesmetting). Kalverda: “Deze structuur, die vooral gericht is op patiëntenzorg en die wetenschappelijk implementatie-onderzoek ondersteunt, stelt ons in staat om de poliklinische zorg voor covid-19-patiënten naar een hoger niveau te tillen.”

De post-covid-19-polikliniek is een initiatief van de afdelingen Longziekten, Infectieziekten en Revalidatiegeneeskunde. Betrokken artsen zijn: Els Weersink, Esther Nossent, Kirsten Kalverda en Michèle van Vugt.

Ander onderzoek

Onderzoeker Menno de Jong en collega’s van de afdelingen Medische microbiologie, Interne geneeskunde en Longziekten volgen sinds mei vorig jaar, samen met de GGD Amsterdam, een groep van zo’n 300 coronapatiënten. Die lagen niet allemaal in het ziekenhuis of op de intensive care; een deel had milde verschijnselen en ziekte thuis uit. Ook uit deze studie blijkt dat een groot deel van de patiënten goed herstelde. Na 3 en zelfs na 6 maanden meldden patiënten nog wel dat ze regelmatig meer vermoeid en kortademig zijn, met name na een ernstiger ziektebeloop. De onderzoekers blijven de groep patiënten het komende jaar volgen.