Onderzoek laat zien dat ouderen in Nederland iets minder eenzaam zijn dan 23 jaar geleden. Onderzoeker Bianca Suanet publiceerde onlangs hierover. Gegevens komen uit de Longitudinal Aging Study Amsterdam (LASA) van Amsterdam UMC en de VU. Zij doen sinds 1991 dit onderzoek om determinanten en gevolgen van veroudering vast te leggen en te bestuderen.

Er wordt gesproken over een ‘eenzaamheidsepidemie’ in Westerse landen. Onze samenleving is sterk geïndividualiseerd en de sociale integratie gaat achteruit. Gemeenschappen zoals buurten en kerken verdwijnen en mensen staan meer los van anderen. Er is echter nog weinig bewijs voor een eenzaamheidsepidemie. In tegendeel, de resultaten van een nieuwe LASA-studie wijzen er op dat recente generaties ouderen minder eenzaam zijn. Dat neemt niet weg dat eenzaamheid wel een probleem is, alleen komt dat door de stijging van het aantal mensen met een zeer hoge leeftijd.

Onderzoekers Bianca Suanet en Theo van Tilburg keken naar generatieverschillen in eenzaamheid onder ouderen. Gegevens komen uit de LASA-studie. Vanaf 1992 zijn ouderen (geboren tussen 1908 en 1957) geïnterviewd; zij werden maximaal 23 jaar gevolgd. De ouderen kregen vragen over de mate waarin zij zich eenzaam voelden. De onderzoekers vergeleken de antwoorden van mensen met dezelfde leeftijd, die door de jaren heen geïnterviewd waren.

Meer gevoel van controle
De bevindingen weerspreken de toename van eenzaamheid: ouderen zijn gemiddeld genomen juist minder eenzaam geworden over generaties heen, al is het verschil klein. De daling in eenzaamheid is te verklaren uit een groter gevoel van controle over het leven. Suanet: “Maar we vonden ook dat het vaker hebben van een partner, het vaker hebben van een dagelijks netwerkcontact, en het hebben van een groter en meer divers netwerk in latere generaties tot minder eenzaamheid heeft geleid.”

Toename ouderen met hoge leeftijd
Is eenzaamheid dan geen probleem in de huidige maatschappij? Ja, dat is het wel. Ook dit onderzoek laat zien dat het gevoel van eenzaamheid sterk oploopt met het ouder worden. Dit komt met name door het overlijden van de partner en verlies van andere nabije familie, vrienden en kennissen, en in mindere mate door cognitieve en fysieke achteruitgang. De toename van het aantal eenzame ouderen hangt dus samen met de toename van het aantal ouderen met een hoge leeftijd, en niet met individualisering. Deze nuancering is nodig is om het debat over eenzaamheid goed te kunnen voeren.

Aanpak van eenzaamheid
Wat te doen om eenzaamheid zoveel mogelijk terug te dringen? Veel activiteiten, zoals bingo-avonden, concerten, en andere uitjes brengen mensen ad hoc samen. De effectiviteit van deze activiteiten is vaak onbekend, en als daar wél onderzoek naar is gedaan, blijkt  vaak dat ze niet helpen tegen eenzaamheid. De resultaten van deze nieuwe studie wijzen in een andere richting. Het is belangrijk mensen zelfvertrouwen te geven en hen – bijvoorbeeld met een cursus – vaardigheden aan te leren om nieuwe contacten aan te knopen en bestaande te verbeteren. Op deze manier krijgen de mensen een groter gevoel van controle, en dat is een goede ingang om eenzaamheid te verminderen. Makkelijk is het bestrijden van eenzaamheid niet. Dus: eenzaamheid is een probleem van alle tijden en deze tijd lijkt daarin niet per se slechter, maar vooral anders en met eigen uitdagingen.

Lees meer over LASA ouderenonderzoek van Amsterdam UMC en de VU.