Overzicht van de promoties en oraties van Amsterdam UMC. Vanwege de situatie rondom het coronavirus verdedigen promovendi hun onderzoek nu digitaal.

Maandag 14 september, 11.45 uur (Aula VU)
Promotie Arjen Smits (locatie VUmc)

Oorzaken en behandeling van ruggenwervel breuken
Een ruggenwervelbreuk is een ernstig letsel dat verregaande gevolgen kan hebben, de oorzaak is meestal ernstig ongeval. Het is niet bekend hoe vaak in Nederland een ruggenwervelbreuk precies voorkomt, bij wie en door welke oorzaak. Promovendus Arjen Smits wilde meer inzicht in hoe vaak de breuk voorkomt en met welke oorzaken. Om dat in beeld te brengen zijn gegevens gebruikt die gedurende meerdere jaren in alle Nederlandse ziekenhuizen zijn verzameld. De gegevens van bijna 30.000 patiënten werden geanalyseerd. Opvallend was de toename in de afgelopen jaren van het aantal mensen met een ruggenwervelbreuk die werden opgenomen in het ziekenhuis. Vooral bij jongere patiënten ontstaat een dergelijke breuk door een ernstig verkeersongeval. Terwijl de oorzaak bij oudere patiënten een val in huis was. Het aantal ouderen (boven de 65 jaar) dat een ruggenwervelbreuk opliep steeg de afgelopen jaren sneller dan het aantal jongeren dat dit letsel opliep. Ook waren bij de oudere patiënten vrouwen oververtegenwoordigd. Er was een piek van ruggenwervelbreuken door fietsongevallen onder 50 tot 70-jarigen. Een ernstig gevolg van de breuk kan ruggenmerg(zenuw)schade zijn, dit bleek in 5,5% het geval te zijn. In dit proefschrift ook aandacht voor de uitkomsten van de verschillende behandelingen/operaties.

Maandag 14 september, 13.45 uur (Aula VU)
Promotie Karel-Jan Lensen (locatie VUmc)

Een PET-scan met radio-actief gelabeld suiker 18F-FDG draagt bij aan diagnose bij mensen met malaise en verhoogde ontstekingswaarden in het bloed
Patiënten met verhoogde ontstekingswaarden in het bloed en bij wie onderzoek in de vorm van een longfoto, echografie van de nieren en bloedonderzoek geen oorzaak liet zien, hebben voor het stellen van hun diagnose vaak baat bij een PET-scan met radio-actief gelabeld suiker 18F-FDG. Het gaat hier om patiënten zonder specifieke klachten die bij oriënterend bloedonderzoek verhoogde ontstekingswaarden hebben. Karel-Jan Lensen onderzocht de beeldvorming met behulp van 18F-FDG PET-scan van ontstekingsprocessen in de wand van grote bloedvaten.
Met een PET-scan met radio-actief gelabeld suiker 18F-FDG zijn actieve processen in het hele lichaam te zien. Reuscelarteritis (een auto-immuunvorm van ontsteking) en atherosclerose (slagaderverkalking) zijn vaak de oorzaak van vaatwandontsteking in de aorta en grote aftakkingen. Met de 18F-FDG PET-scan konden artsen regelmatig direct een diagnose stellen, waaronder dus reuscelarteritis. Mede door dit onderzoek passen artsen de 18F-FDG PET-scan nu zeer frequent toe in de dagelijkse klinische praktijk bij patiënten met verhoogde ontstekingswaarden. De overige onderzoeken in het proefschrift gaan over:
- bepaalde methoden van beoordelen van 18F-FDG PET-scans;
- het meten van ontstekingsactiviteit in de bloedvatwand en welke factoren ontstekingsactiviteit beïnvloeden;
- de relatie tussen ontstekingsprocessen en bepaalde ontstekingswaarden in het bloed.
Link naar proefschrift

Woensdag 16 september, 13.00 u (Agnietenkapel)
Promotie Marjolein van den Boogert (locatie AMC)

Genen oorzaak van afwijkingen in cholesterol
In grote genetische studies is een relatie gevonden tussen varianten in genen die coderen voor enzymen in de eiwit glycosylering en cholesterolstoornissen en hart- en vaatziekten. In dit proefschrift heeft Van den Boogert de cholesterolhuishouding van patiënten met congenitale defecten in de glycosylering (CDG, een zeldzame genetische afwijking in de stofwisseling) gemeten. Ze zocht in cellen naar het mechanisme achter de zeldzame verstoorde cholesterolhuishouding, om deze inzichten te gebruiken voor de behandeling van het veel voorkomende probleem van hoog cholesterol en hart- en vaatziekten.
Haar onderzoeken dragen bij aan nieuwe inzichten in de rol van eiwit glycosylering in de cholesterolhuishouding en dit kan met verder onderzoek leiden tot nieuwe aanknopingspunten in de behandeling van hypercholesterolemie en hart- en vaatziekten
Ze ontdekte dat patiënten met type I CDG ontzettend weinig LDL-cholesterol (het slechte cholesterol) hebben en dit komt door een verhoogde hoeveelheid van de LDL-receptor die het LDL-cholesterol wegvangt uit het bloed. Patiënten met type II CDG hebben juist meer cholesterol in hun HDL-deeltjes (het goede cholesterol) en dit komt mogelijk deels door verminderde activiteit van een transportenzym dat normaal gesproken cholesterol uit HDL naar LDL transporteert.
Patiënten met gemixte glycosyleringsstoornissen hebben een enorm verhoogd LDL-cholesterol in dezelfde range als patiënten met familiaire hypercholesterolemie en hebben daarbij ook vervetting van de lever. Tenslotte hebben patiënten met juist een de-glycosyleringsdefect een laag LDL-cholesterol en bij hen lijkt de cholesterolstoornis zelfs deels oorzakelijk voor hun neurologische ziektebeeld.
Link naar proefschrift

Donderdag 17 september, 13.00 uur (Agnietenkapel)
Promotie Patricia van Velzen (locatie AMC)
Antibiotica verlengen periodes tussen longaanvallen bij COPD niet

Chronische obstructieve longziekte (COPD) is een veel voorkomende ziekte die wordt gekenmerkt door klachten van de luchtwegen en een onomkeerbare verstoring van de luchtstroom. De meeste patiënten met COPD ervaren af en toe exacerbaties: een tijdelijke verergering van de klachten (een longaanval).
Exacerbaties hebben grote gevolgen, zowel voor de individuele patiënt als voor de samenleving. Daarom is het verminderen van het aantal exacerbaties belangrijk. In dit proefschrift is onderzocht of antibiotica de tijd tot de volgende longaanval verlengen.
Van Velzen concludeert dat dit niet het geval is. Een andere bevinding was dat het op korte termijn (21 dagen) geen zin heeft om antibiotica toe te voegen aan het medicijn prednisolon om patiënten zonder koorts met een exacerbatie-COPD poliklinisch te behandelen. Haar onderzoek is van belang omdat internationale richtlijnen adviseren antibiotica voor te schrijven bij elke exacerbatie-COPD; dat heeft dus niet altijd zin.
Link naar proefschrift

Donderdag 17 september, 16.00 uur (Agnietenkapel)
Promotie Jasper Schoormans (locatie AMC)
Er wordt vaak gezegd dat aan alles een prijskaartje hangt bij de MRI. Een voorbeeld van de “no free lunch’ theorie is de afweging tussen beeldsnelheid, signaal-ruisverhouding en resolutie. In de zoektocht naar de vroege detectie van ziekten willen de radiologen scherpere beelden, gemeten met een hogere resolutie. Dit betekent een toename van de scantijd en een afname van de waardevolle verhouding tussen signaalsterkte en ruis. Bovendien vragen het comfort van de patiënt en de steeds hogere kosten voor de gezondheidszorg om een snelle MRI.
Schoormans heeft gepoogd methoden te ontwikkelen die de scans-efficiëntie van verschillende soorten MRI  te verhogen. Dit wordt voornamelijk bereikt door het ontwerpen van data-onderbemonsterings-strategieën met geavanceerde reconstructiemethoden. In zijn proefschrift beschrijft hij een combinatie van bemonstering en variabele densiteitsmededeling die met succes is toegepast bij lawaaierige acquisities. Acquisitie- en analysemethoden werden ontwikkeld voor dynamisch-contrast-verbeterde MRI van de vaatwand, ten behoeve van de beeldvorming van plaques in bloedvaten. Daarnaast werden nieuwe protocollen voor beeldvorming van de knie.
Link naar proefschrift

Vrijdag 18 september, 11.00 uur
Promotie Merle Stellingwerf (locatie AMC)

Blindedarmverwijdering helpt bij chronische darmontsteking
Het verwijderen van de blindedarm vermindert het aantal keren dat artsen de dikke darm moeten weghalen met 84 procent. Bijna de helft van patiënten met een chronische darmontsteking colitis ulcurosa (CU) melden een verbetering na deze ingreep. Een kwart van deze patiënten was na vier jaar in volledige remissie. Dit schrijft Stellingwerf in haar proefschrift over de beste chirurgische behandeling bij een chronische ontsteking van de darm.
Ze deed haar onderzoek omdat er steeds meer bewijs is dat een blindedarmverwijdering een positief effect heeft op CU. Ze keek naar het effect op het ziektebeloop van een chronische darmontsteking zoals het ondergaan van een verwijdering van de dikke darm en het ontwikkelen van dikkedarmkanker. Ze keek ook naar de functionaliteit en mogelijke complicaties na een dikkedarmverwijdering bij patiënten met CU met het aanleggen van een ileo-anale pouch, waarbij een nieuwe endeldarm is gemaakt van het laatste stukje dunne darm. En op perianale fistels bij de ziekte van Crohn.
Ze constateert dat het het beste lijkt om een dikkedarmverwijdering in twee operaties te plannen zonder tijdelijk stoma. Wanneer naadlekkage als complicatie optreedt, kan dit effectief met een endo-sponge behandeld worden. Voor perianale fistels meldt ze dat deze definitief gesloten kunnen worden met verschillende chirurgische technieken die ook effectief zijn in patiënten met de ziekte van Crohn.
In Nederland hebben zo’n vijftigduizend mensen last van colitis ulcerosa, en bij ongeveer een kwart verwijderen artsen de dikke darm omdat medicijnen niet meer helpen. Wanneer een blindedarmverwijdering het ziektebeloop verbetert, zal dit een aanzienlijk effect hebben op de patiënt en de kosten in de gezondheidszorg omdat dit een relatief eenvoudige operatie is. Bij patiënten die alsnog een dikkedarmverwijdering ondergaan, is het belangrijk complicaties te voorkomen. Ook perianale fistels zijn een veelvoorkomend probleem (2850 operaties per jaar) wat pijn geeft rondom de anus met verlies van pus en ontlasting. Adequate behandeling heeft een positieve invloed op de gezondheid en kwaliteit van leven van de patiënt.
Link naar proefschrift

Vrijdag 18  september, 11.45 uur (Aula VU)
Promotie Olga Hamming-Vrieze

Adaptieve bestraling bij hoofd-hals-kanker
Olga Hamminga-Vrieze richt zich op de selectie van patiënten met hoofd-hals-kanker voor adaptieve bestraling. Adaptieve bestraling betekent dat de bestralingsdosis voor of tijdens de behandeling (gegeven in 35 dagelijkse toedieningen in 6-7 weken tijd) aangepast wordt aan individuele kenmerken van de patiënt om enerzijds precisie te vergroten en anderzijds een betere match te creëren tussen behandeling en patiënt.
Anatomische adaptieve bestraling:
In een klein deel van de hoofd-hals-kanker patiënten die een bestraling ondergaan treden anatomische veranderingen (bijvoorbeeld gewichtsverlies) op die de dosisverdeling verslechteren. In dit proefschrift toont ze aan dat de dosisverdeling aanzienlijk kan verbeteren met adaptatie, maar dat de selectie van deze patiënten een uitdaging is. Evaluatie van anatomische veranderingen lijkt hierbij minder accuraat dan evaluatie van dosisverschillen tussen geplande en daadwerkelijk gegeven bestralingsdosissen. In het tweede deel van dit proefschrift worden verschillende biomarkers onderzocht om hoofd-hals-kanker behandeling te individualiseren, voorbeelden zijn biomarkers die zuurstofopname of activiteit meten in de tumor. Door verandering van biomarkers te meten tijdens de behandeling kunnen patiënten geselecteerd worden waarbij aanpassing van de behandeling noodzakelijk is, bijvoorbeeld door lokaal een hogere bestralingsdosis toe te dienen.
Door individuele adaptatie van bestralingsbehandelingen wordt verwacht dat de kans op tumorrespons vergroot en bijwerkingen verminderen.
Link naar proefschrift