Overzicht van de promoties en oraties van Amsterdam UMC

Maandag 25 november
Promotie, Agnietenkapel (UvA), 14.00 u.
Janneke Bil: Barrières om PrEP te gaan gebruiken


Er zijn verschillende barrières onder mannen die seks hebben met mannen en zorgverleners over het starten met PrEP. Dat is een therapie die voorkomt dat mensen besmet kunnen worden met hiv als ze onveilige seks hebben. Om deze therapie in Nederland effectief te in te voeren is het belangrijk dat deze barrières geminimaliseerd worden. Verder stelt de promovenda dat personen die niet geboren zijn in Nederland, barrières ervaren in de toegang tot hiv-zorg. Om de ziektelast door hiv, hepatitis B, hepatitis C en andere soa’s te laten afnemen is het belangrijk dat er interventies ontwikkeld worden zodat zorgverleners meer testen aanbieden aan specifieke groepen, die niet geboren zijn in Nederland. Bil onderzocht innovatieve interventies en nieuwe mogelijkheden voor de preventie van hiv, hepatitis B, hepatitis C en soa’s onder belangrijke doelgroepen. De resultaten van de studies helpen om te bepalen welke interventies nodig zijn om PrEP in Nederland effectief in te voeren en om effectieve test- en screeningsprogramma’s voor hiv, hepatitis B en hepatitis C te ontwikkelen en deze in te voeren bij groepen met een migratieachtergrond, die een verhoogd risico lopen.
Link naar proefschrift

Dinsdag 26 november 2019
Promotie, Agnietenkapel (UvA), 10.00 u.
Rutger Verbeek: Relatie tussen specifiek eiwit en het ontstaan van hart- en vaatziekten
Verbeek heeft gekeken naar de rol van lipoproteine(a) [Lp(a)], een cholesterolachtig eiwit, bij het ontstaan van hart- en vaatziekten en hoe met deze kennis het risico op die ziekten te verlagen is. Ook keek hij naar het effect van het remmen van een enzym (proprotein convertase subtilisin/kexin 9 (PCSK9)) op het ontstaan van hart- en vaatziekten. Dit enzym speelt een rol bij het evenwicht van cholesterol in lichaam. Hij stelt dat personen met een laag en gezond cholesterol en een gezonde leefstijl toch een verhoogd risico hebben op hart- en vaatziekten als het Lp(a)-gehalte hoger is. Over het remmen van het enzym merkt hij op dat er effectieve medicijnen zijn die worden gebruikt in patiënten met suikerziekte, maar dat de kosten daarvan hoog zijn. Door Lp(a) gehalte in de gaten te houden, kan de arts beter inschatten hoe groot de kans is dat patiënten hart- en vaatziekten ontwikkelen. Deze maat kan (naast andere risicofactoren) gebruikt worden om zowel over- als onderbehandeling te voorkomen.
Link naar proefschrift

Dinsdag 26 november 2019
Promotie, Agnietenkapel (UvA), 12.00 u.
Yuki Katagiri: Reactie van bloedvat op stent Katagiti onderzocht of er verschillen zijn in reactie van de bloedvaten na de implantatie van bepaalde stents bij coronaire hartziekten
. Daarbij vergeleek de promovendus medicinale stents (DES) en bioresorbeerbare scaffold (BRS). In zijn proefschrift komen verschillende aspecten aan de orde.
Link naar proefschrift

Dinsdag 26 november 2019
Promotie, Agnietenkapel (UvA), 10.00 u.
Björn van der Ster: Met machine learning de doorbloeding in de gaten houden
Adequate weefseldoorbloeding hangt af van een strak gereguleerd samenspel tussen het hart-bloedvatenstelsel en de ademhalingsorganen. Als de hoeveelheid bloed afneemt en er minder bloed beschikbaar is, wordt de doorbloeding afhankelijk van reflexen die als doel hebben de bloeddruk te handhaven: de hartslag en de contractiekracht van het hart nemen toe en de bloedvaten vernauwen. De grote diversiteit tussen mensen en de manier waarop hun lichaam reageert op veranderingen, maakt het lastig om bij een patiënt de actuele volumestatus te definiëren. In zijn dit proefschrift beschrijft Van der Ster experimenten waarmee hij heeft getracht om hemodynamische parameters te kwantificeren. Op basis daarvan heeft hij modellen gebouwd die door middel van machine learning leerden van de verzamelde data. Daarmee is het bijvoorbeeld mogelijk om de bloedstroom van de hersenen te volgen tijdens algehele narcose.
Link naar proefschrift

Woensdag 27 november 2019
Promotie, Agnietenkapel (UvA), 10.00 u.
Anne Strik: Gepersonaliseerde behandeling voor chronische darmontsteking
Inflammatory Bowel Disease (IBD) is een Engelse benaming voor chronische darmontsteking. IBD omvat de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa. De genezing van deze chronische darmziekten is nog niet mogelijk, al zijn de behandelmogelijkheden toegenomen. Het is bekend dat het ontstekingseiwit TNF (tumor necrosis factor) een belangrijke rol speelt bij het in stand houden van de ontsteking. Anti-TNF medicatie kan TNF remmen en is effectief gebleken bij de behandeling van IBD. Het grootste probleem is echter dat niet iedere behandeling aanslaat bij alle patiënten. Strik heeft onderzocht of een meer gepersonaliseerde manier van doseren, rekening houdend met factoren die van invloed zijn op de klaring van de patiënt, kan helpen om anti-TNF therapie te verbeteren bij patiënten met de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa.
Link naar proefschrift

Woensdag 27 november 2019
Promotie, Aula (UvA) , 11.00 u.
Kerrie Lee Colman: Naar virtuele forensische antropologie
Forensische antropologie is een specialisatie binnen de fysische en biologische antropologie. Het werkveld omvat de toepassing van fysisch-antropologische kennis en expertise met als doel het ondersteunen van juridisch-medische zaakonderzoek. Een van de belangrijkste taken van een forensisch antropoloog is het samenstellen van een biologisch profiel (bepalen van leeftijd, geslacht, lichaamslengte en afkomst) van het ongeïdentificeerde slachtoffer om daarmee bij te dragen aan een mogelijke identificatie. De promovenda gaat in haar proefschrift in op de mogelijkheden en geschiktheid van virtuele botmodellen op basis van klinische CT-gegevens als een geschikte alternatief voor fysieke skeletverzamelingen.
Link naar proefschrift

Woensdag 27 november 2019
Promotie, Agnietenkapel (UvA), 12.00 u.
Quinte Braster: Rol belangrijke afweercel bij cardiometabole ziekten
Het immuunsysteem is een gecompliceerd afweermechanisme dat het lichaam beschermt tegen lichaamsvreemde ziekteverwekkers en schade. De werkers van dit systeem zijn de witte bloedcellen, een variëteit aan gespecialiseerde afweercellen. De meest voorkomende afweercel in het menselijke bloed is de neutrofiel. Voorheen werd gedacht dat deze cellen voornamelijk betrokken waren bij afweer tegen pathogene ziekteverwekkers, maar recente studies wijzen uit dat ze daarnaast ook een rol spelen bij steriele en chronische ontstekingen. Braster onderzocht de rol van neutrofielen tijdens de chronische ontsteking die aan de basis ligt van cardiometabole ziekten.
Link naar proefschrift

Woensdag 27 november 2019
Promotie, Aula (UvA), 13.00 u.
Emma Bruns: Vergoot weerbaarheid kwetsbare ouderen met darmkanker


Op basis van een eerste indruk kunnen artsen een vrij betrouwbare uitspraak te doen over de kwetsbaarheid van een oudere patiënt. Wat betreft de kwetsbaarheid rondom een operatie blijkt een verminderde hoeveelheid spiermassa een onafhankelijke voorspeller te zijn voor complicaties. Dit schrijft Bruns in haar proefschrift waarin ze ingaat op twee vragen: wat maakt een oudere patiënt kwetsbaar en is het mogelijk voorafgaand aan een operatie voor darmkanker de conditie te verbeteren? De promovenda beschrijft daarin ook de Fit4SurgeryTV-pilotstudie. Daarbij liet ze een aantal kwetsbare ouderen voorafgaand aan hun operatie voor darmkanker, een trainingsprogramma volgen met oefeningen en dieetadviezen. De training werd getoond op een kleine televisie. Bruns toonde aan dat het ook bij deze groep mogelijk is om een dergelijke training uit te voeren. Het aantal mensen dat de diagnose darmkanker krijgt, zal de komende jaren steeds verder toenemen. Het grootste deel van deze patiënten is ouder dan 65. Een operatie vormt de hoeksteen van de behandeling van darmkanker. Die ingreep gaat gepaard met een zeker risico op complicaties zoals een infectie of een naadlekkage. Juist de oudere patiënt heeft meer kans op dergelijke complicaties. Met het klimmen der jaren neemt de onze weerbaarheid geleidelijk af en zijn we minder goed in staat een tegenslag ongeschonden op te vangen. Daarom is het ontwikkelen van zorg die voorkomt in plaats van geneest essentieel.
Link naar proefschrift

Woensdag 27 november 2019
Promotie, Agnietenkapel (UvA), 14.00 u.
Marthe Schreuder: betrek familie bij zorg na grote buikoperatie
Het is mogelijk om familieleden te betrekken bij de zorg na een grote operatie in de buik. Volgens Schreuder zijn patiënten, familieleden, verpleegkundigen en artsen er positief over zijn. Patiënten die deelnamen aan het programma mobiliseerden meer en toonden zich meer betrokken bij ademhalingsoefeningen, mondhygiëne en cognitieve activiteiten. In deze studie lag de nadruk op zorg om complicaties na de ingreep de voorkomen. Deze resultaten zijn veelbelovend en geven aanleiding tot een grotere studie waarin het effect van dit programma op de resultaten van de patiënt wordt beoordeeld. Verder heeft Schreuder gekeken om de zogenoemde hepatopancreato-biliaire chirurgie technisch te verbeteren. Dat zijn operatie aan de lever en/of de alvleesklier. Ze heeft onder meer de behandelingsmogelijkheden van galkanaalschade beoordeeld en een bepaalde procedure (percutaan-endoscopische rendez-vous) beoordeeld, waarbij een technisch succespercentage van 94 procent en een lange termijn succespercentage van 55 procent werd bereikt.
Link naar proefschrift

Woensdag 27 november 2019
Promotie, Aula (VUmc) 15.45 u
Caroline Bolling: Preventie van sportblessures
Sportblessures hebben impact op zowel de gezondheid van atleten als op hun sportieve prestaties. Sportblessurepreventie is een relatief nieuw onderzoeksveld dat zich de afgelopen dertig jaar snel heeft ontwikkeld. Preventie van blessures bij topsport of professionele podiumkunsten blijkt complex. De atleet is slechts een deel van de ‘blessurepuzzel’ en meerdere betrokkenen bij de topsport hebben invloed op het blessurepreventieproces. Bovendien kent iedere sport zijn eigen blessures. Tijdens het promotieonderzoek van Bolling wordt ingezoomd op topsporters, artiesten van Cirque du Soleil en dansers van Het Nationale Ballet. Blessurepreventie is een leerproces waarin ervaring wordt opgedaan door geblesseerd te raken en fouten te maken. Kwalitatieve onderzoeksmethoden zijn volgens Bolling essentieel om inzichten te verschaffen in de context waarin blessures optreden. Ze moeten wat haar betreft dan ook vaker worden toegepast in sportmedisch onderzoek. Zo is het belangrijk te weten hoe de blessures worden ervaren door topsporters, coaches en fysiotherapeuten. De uitdagingen waarmee zij worden geconfronteerd bij het voorkomen van blessures terwijl ze de hoogste prestaties nastreven, worden in kaart gebracht. Bolling concludeert dat het risico op blessures wordt gezien als een inherent onderdeel van topsport. Blessurepreventie is een kwestie is van ‘spelen’ met dit blessurerisico. Topsport is teamwork en dat geldt ook voor blessurepreventie. Daarom moeten volgens Bolling toekomstige preventieve interventies gericht zijn op gedeelde verantwoordelijkheid. De belangrijkste boodschap van haar onderzoek is dat de context van de specifieke sport en sporter moet worden meegenomen in de zoektocht naar de juiste blessurepreventie.
Link naar proefschrift

Donderdag 28 november 2019
Promotie, Agnietenkapel (UvA), 12.00 u.
Wilco Perini: Meer onderzoek naar etnische verschil in risico op hart- en vaatziekten
Hart- en vaatziekten (CVD) is een van de belangrijkste wereldwijde oorzaken van ziekte en sterfte. Strategieën om deze ziekten te voorkomen, hebben sterk bijgedragen tot minder hart- en vaatziekten in westerse samenlevingen. Het is niet bekend of deze strategieën effectief zijn onder etnische minderheden, aangezien ze voornamelijk zijn gevalideerd onder de etnische meerderheidsbevolking in westerse samenlevingen. Het belang van het aanpakken van deze leemte in de kennis neemt toe omdat westerse samenlevingen etnisch steeds diverser worden en dat het blijkt dat er grote etnische verschillen bestaan in de last van deze ziekten. Daarom is in de recente Europese richtlijnen voor de preventie van CVD beschreven dat er dringend behoefte is aan meer onderzoek naar etnische verschillen in cardiovasculaire risicofactoren, het algemene risico op en de preventie van hart- en vaatziekten. Perini heeft de etnische verschillen in cardiovasculaire risicofactoren en het algemene risico op hart- en vaatziekten beoordeeld om na te gaan in hoeverre de huidige strategieën voor de preventie kunnen worden verbeterd om beter aan te sluiten bij de behoeften van etnische minderheden.
Link naar proefschrift

Donderdag 28 november 2019
Promotie, Agnietenkapel (UvA), 14.00 u.
Anouk Barendregt: Jeugdreuma in beeld

DWI is een nieuwe veelbelovende beeldvormende marker om gewrichtsontstekingen te ontdekken en monitoren bij kinderen met de ziekte jeugdreuma (juveniele idiopathische artritis). Misschien kan DWI op korte termijn het gebruik van contrast tijdens een MRI overbodig maken, voor wat betreft MRI-onderzoek in kinderen met jeugdreuma. Dit concludeert Barendregt in haar proefschrift over nieuwe, immunologische markers en/of niet-invasieve beeldvormende markers (DWI MRI) om gewrichtsontstekingen in beeld te brengen.
Link naar proefschrift

Donderdag 28 november
Oratie, aula VU, 15.45 uur
Prof. Dr. Monique Steegers: Kwaliteit van leven bij langdurige pijn


Monique Steegers, hoogleraar pijngeneeskunde en palliatieve geneeskunde, houdt haar oratie over de kwaliteit van leven van mensen met langdurige en constante pijn en van patiënten met een beperkte levensverwachting. Deze groepen zijn bij zorgverleners, maar ook bij patiënten en het publiek onderbelicht als het gaat om kennis over pijn als symptoom, als ziekte en als onbehandelbaar symptoom in de laatste levensfase. Haar verhaal is een pleidooi om meer aandacht en onderzoek te vragen voor beïnvloeding van de kwaliteit van leven van deze patiënten. Veel medische behandelingen hebben bijwerkingen waaronder langdurige pijn in elke fase van het leven. Het is van belang dat dit in het gesprek met de patiënt een rol krijgt. Steegers staat specifiek stil bij kanker, opioïden en de palliatieve geneeskunde.

Vrijdag 29 november 2019
Promotie, Agnietenkapel (UvA), 12.00 u.
Bas Vaarwerk: Kinderen met een zeldzaam spierceltumor


Dit proefschrift gaat over kinderen met een rhabdomyosarcoom. Dit is een spiercel tumor die bij ongeveer twintig kinderen per jaar in Nederland wordt gediagnosticeerd. Hij heeft onderzoek gedaan naar de waarde van diverse radiologische onderzoeken en uitkomsten ten tijde van de diagnose, behandeling en in de follow-up van kinderen met deze ziekte. Daarnaast heeft Vaarwerk gekeken naar de lokale behandeling van kinderen met dit syndroom in het hoofd-hals gebied. Het blijkt dat de overleving van kinderen met een deze ziekte niet wordt beïnvloed door de aanwezigheid van kleine longhaarden (minder dan vijf stuks, kleiner dan vijf millimeter. Radiologische volume/oppervlakte afname is niet voorspellend voor overleving bij kinderen en de follow-up, vaak beeldvorming, leidt niet tot een vroege opsporing van de terugkeer van de ziekte en verbetert de overleving na diagnose van recidief niet. De huidige follow-up geeft ouders geruststelling over de gezondheid van hun kind, maar leidt tot extra angst en stress. De resultaten van dit proefschrift hebben een belangrijke rol gespeeld in de nieuwe Europese behandelrichtlijn voor kinderen met een rhabdomyosarcoom, die eind van dit jaar wordt geïntroduceerd. Daarnaast leiden de resultaten van deze studies ok tot nieuwe onderzoeken. Op dit moment wordt een pan-europese studie opgezet, waarbij er gekeken gaat worden naar de plaats die mri kan spelen in het bepalen van de response op behandeling. Hopelijk leidt dit onderzoek tot het beter meten van de respons op de behandeling die bruikbaar is als marker voor overleving.
Link naar proefschrift

Vrijdag 29 november 2019
Promotie, Aula (UvA) , 13.00 u.
Pouya Jelvehgaran: Tumor in slokdarm beter in beeld
Slokdarmkanker is wereldwijd de acht meest voorkomende vorm van kanker en de zesde belangrijkste oorzaak van kankergerelateerde sterfte met een overlevingspercentage van 15-25 procent over vijf jaar. De klinische richtlijnen voor veel slokdarmkankerpatiënten omvatten momenteel een combinatie van medicijnen en bestraling (chemo-radiatietherapie), gevolgd door een operatie aan de slokdarm waarbij de kankercellen worden weggehaald. Het hoofddoel tijdens de bestralingstherapie is het nauwkeurig toedienen van de stralingsdosis aan de tumor en tumor-geïntegreerde lymfeklieren, terwijl het omringende gezonde weefsel gespaard blijft. Hoewel beeldgeleide bestraling de lokale tumorcontrole verbetert, is de gedetailleerde kennis van de omvang van de tumor beperkt en zijn er verbeteringen nodig. Nu zijn beeldvorming als computertomografie (CT) en onlangs magnetische resonantie beeldvorming (MRI) de belangrijkste hulpmiddelen bij de planning. CT en MRI zijn beperkt in termen van resolutie om de omvang van de tumor in beeld te brengen. Daarom wordt ook endoscopische echografie gebruikt om de omvang van de tumor te beoordelen. Maar ook hieraan kleven bezwaren omdat hiermee het voortwoekeren van de tumor niet valt te onderscheiden van een ontsteking. Jelvehgaran noemt een andere techniek met een tienvoudige betere resolutie dan de echo om de tumor omvang te visualiseren.
Link naar proefschrift

Vrijdag 29 november
Promotie, Agnietenkapel (UvA), 14.00 u.
Giel-Jan de Vries: Relatie tussen PTSS en hart- en vaatziekten
Dit proefschrift vergroot de kennis over de posttraumatische stressstoornis (PTSS) en het verband met hart- en vaatziekten (CVD) en/of andere lichamelijke aandoeningen. Dit is belangrijk, omdat patiënten met PTSS een aanzienlijk hoger risico hebben op het ontwikkelen van CVD en op vroegtijdig overlijden als gevolg daarvan, ongeacht andere naast elkaar bestaande psychiatrische stoornissen zoals depressie. Als eerste heeft De Vries onderzocht naar de ziektelast of levensprevalentie van (potentiële) traumatische gebeurtenissen en PTSS in Nederland. Ten tweede is de neurobiologie van de endocrinologische stressrespons onderzocht en het effect van traumagerichte behandeling voor PTSS hierop. Tot slot is gekeken naar de impact van PTSS op het metabolisme, in het bijzonder het effect ervan op één-koolstof, vetzuurmetabolisme, lipoproteïnen en lichaamsgewicht. Veranderingen in het metabolisme aangegeven door bijvoorbeeld lagere LDL-cholesterol, hogere homocysteïne en obesitas zijn geassocieerd met een hoger risico op CVD. Bovendien hebben we de relatie tussen de neuro-endocriene stressrespons en het metabolisme bij PTSS-patiënten onderzocht. De Vries hoopt dat deze inspanningen bijdragen aan toekomstige precisiemedische inspanningen om PTSS en de nog steeds groeiende last van sterkte en ziekte door hart- en vaatziekten te voorkomen en te behandelen.
Link naar proefschrift