Overzicht van de promoties en oraties van Amsterdam UMC

Maandag 9 december
Promotie, Aula (VUmc), 9.45 u
Emil Loots: Slokdarmkanker aan de oostkust van Zuid-Afrika


Loots beschrijft de status van slokdarmkanker aan de oostkust van KwaZulu-Natal, Zuid-Afrika. Hij onderzocht waarom mensen daar deze kanker ontwikkelen en hoe deze ziekte het best te behandelen is met de beperkte middelen in Afrika. De context is die van een land dat eerder voorheen gescheiden was door apartheid en hoe de toegang tot gezondheidszorg na 30 jaar democratie is veranderd. De volksgezondheidssector helpt de meerderheid van de Zuid-Afrikanen en hier waren de meeste kankers van een bepaald subtype. De helft was bij vrouwen, die niet roken of geen alcohol gebruikten, wat in tegenstelling is met ouder onderzoek en in andere delen van Zuid-Afrika. Een nieuwe bevinding suggereert dat een slechte tandgezondheid een belangrijke factor kan zijn bij het ontwikkelen van slokdarmkanker. De particuliere sector bedient nu meer dan voorheen achtergestelde groepen met een slokdarmkankerpatroon dat te zien is in ontwikkelde landen. Voorspellingsmodellen die in Nederland worden gebruikt om te beslissen over palliatieve behandelingsopties bleken niet van toepassing te zijn in de Zuid-Afrikaanse context. En er is een enorm tekort aan menselijke en medische middelen en het vermogen om met deze kanker om te gaan.Loots benadrukt de behoefte aan verbeterde infrastructuur voor diagnose, behandeling en preventie van slokdarmkanker aan de oostkust van Zuid-Afrika.

Dinsdag 10 december
Promotie, Agnietenkapel (UvA), 10.00 u
Paul Brinkman: De elektronische neus verder ontwikkelen


De eNose is een elektronische neus die vluchtige stofjes kan meten in de lucht die je uitademt. Die stofjes kunnen kenmerkend zijn voor (ziekte)processen in het lichaam. De eNose technologie heeft daarmee veel potentie uit te groeien tot een instrument dat à la minute in de kliniek een advies kan geven over (chronische) longziekten. Op dit terrein -het vakgebied van de breathomics- wordt veel onderzoek gedaan. Het doel is om de techniek verder te verfijnen zodat die een toepassing kan krijgen in de dagelijkse praktijk. Brinkman beschrijft in zijn proefschrift het gebruik van de eNose bij diagnose, fenotypering, meten van medicatiespiegels, screening en monitoring van ziekteactiviteit. Daarnaast werkte hij op technisch vlak aan de mogelijkheden voor een (internationaal) multicenter onderzoek gericht op technieken om adem-samples op te slaan en te analyseren. De promovendus schrijft dat de eNose technologie stap voor stap dichter bij een klinische toepassing komt. Toch zijn er nog belangrijke hordes te nemen, met name op het gebied van biologische onderbouwing, bevestiging van de bevindingen en het in kaart brengen van (mogelijke) verstoringen door bijvoorbeeld medicatiegebruik en roken.
Link naar proefschrift

Dinsdag 10 december
Promotie, Agnietenkapel (UvA), 12.00 u
Aydin Şekercan: Grensoverschrijdende gezondheidszorg door migranten
Grensoverschrijdende gezondheidszorg is een veel voorkomend verschijnsel bij migranten. Het kan worden gedefinieerd als "gebruik van gezondheidsdiensten in een ander land dan het land van verblijf". Migranten maken vaak en vaak uitsluitend gebruik van de gezondheidszorg in het land van herkomst. Dit proefschrift geeft een beter inzicht in het gebruik van gezondheidszorg in het land van herkomst door Europese ingezetenen met een niet-Europese achtergrond. Het blijkt dat het grensoverschrijdend gebruik van gezondheidszorg in dit onderzoek verschilt per etnische groep en per generatie van migratie. De Turkse en in mindere mate de Marokkaanse groep zeggen vaak een arts of ziekenhuis in het land van herkomst te bezoeken. Nieuwe symptomen of verslechtering van reeds bestaande klachten zijn hiervoor de belangrijkste redenen. Een andere reden is dat ze ontevreden zijn met de zorg in Nederland en behoefte hebben aan een second opinion van een dokter uit het land waar ze vandaan komen. De migranten uit Turkije hebben een grotere afstand tot het Nederlandse gezondheidssysteem dan Marokkanen. Deze bevindingen ondersteunen de invoering van cultureel gevoelige zorg voor patiënten die geneigd zijn de gezondheidszorg in het buitenland te zoeken. De bevindingen dragen ook bij aan de ontwikkeling van zorg waarin de veiligheid van de patiënt, de kwaliteit van de zorg, de overdracht van medische informatie en het verlenen van nazorg tussen landen voldoende gewaarborgd zijn.
Link naar proefschrift

Woensdag 10 december
Promotie, Aula (VUmc), 13.45 u
Judi van Diessen: betere patiëntselectie en behandeling bij lokaal gevorderd longkanker

Jaarlijks krijgen ruim 13 duizend mensen de diagnose longkanker. Een kwart van deze patiënten heeft naast een tumor in de long ook uitzaaiingen in de lymfeklieren tussen de longen. Dit stadium heet lokaal gevorderd longkanker. Patiënten kunnen niet geopereerd worden, maar moeten worden bestraald, bij voorkeur in combinatie met chemotherapie. Ongeveer één op de drie patiënten geneest. Bestraling veroorzaakt bijwerkingen, onder andere slikklachten doordat de lymfeklieren direct naast de slokdarm liggen. Patiënten kunnen tijdelijk niet meer goed eten en soms is een voedingssonde nodig. Van Diessen beoogt bij te dragen aan een betere bestralingsbehandeling door enerzijds kenmerken te identificeren die het terugkomen van kankercellen in de long, maar ook in de lymfeklieren voorspellen. Anderzijds zijn verschillende aanpassingen van de bestralingsdosis onderzocht. Van Diessen concludeert dat de tumor in de long vaker terugkomt dan uitzaaiingen in de lymfeklieren. Daarom lijkt het beter om de longtumor met een hogere dosis te bestralen. Hogere bestraling geeft wel meer bijwerkingen op de korte en lange termijn, zo blijkt uit het onderzoek. Deze toename valt binnen vooraf gestelde limieten. In het onderzoek is ook gekeken naar het effect van een lagere bestralingsdosis op de lymfeklieren gecombineerd met het verkleinen van de bestralingsmarges. Deze aanpassingen veroorzaken beduidend minder bijwerkingen, zoals slikklachten, en ook is het veilig: de lymfeklier-uitzaaiingen komen niet vaker terug.
Link naar proefschrift

Woensdag 11 december
Promotie, Aula (UvA), 13.00 u
Myrthe van der Wel: Betere pathologische kennis over de ziekte van Barrett
Van der Wel beschrijft de oprichting van het Landelijk Adviesorgaan Neoplasie Slokdarm (LANS). Dit is een nationaal expertisepanel voor de microscopische beoordeling van biopten van patiënten met een Barrett-slokdarm met mogelijk onrustige cellen. Een Barrett-slokdarm komt veel voor en ontstaat door terugstromend maagzuur in de slokdarm. Patiënten hebben een verhoogd risico op slokdarmkanker, een ernstige kankersoort met slechte overleving. Het herkennen van deze onrustige cellen is moeilijk voor niet-gespecialiseerde pathologen. Zestien deelnemende pathologen vormen het eerste expert-panel wereldwijd. Van der Wel onderzocht dat het mogelijk is om expertise van pathologen op het gebied van Barrett-slokdarm met onrustige cellen te kwantificeren en dat het mogelijk is deze te verbeteren met een gestructureerd trainingsprogramma. Door de kennis en kunde van de experts te verbeteren en te verenigen in een panel, worden de patiënten correcter ingedeeld op basis van kanker-risico. Dit betekent dat patiënten met een zeer laag risico minder vaak met een flexibele scoop in de slokdarm gecontroleerd hoeven te worden door de maag-, darm-, leverarts, wat minder fysieke belasting voor hen oplevert, en dus een betere kwaliteit van leven.
Link naar proefschrift

Donderdag 12 december
Promotie, Agnietenkapel (UvA), 10.00 u
Emil ter Veer: De beste chemo voor uitgezaaide maag- en slokdarmkanker

Huidige richtlijnen zeggen dat het optimale chemotherapie schema voor uitgezaaide maag- en slokdarmkanker bestaat uit een combinatie van drie middelen, ‘fluoropyrimidine’, ‘platinum derivaat, met eventueel nog derde middel, namelijk een ‘anthracycline’ indien de conditie van de patiënt dat toelaat. Ter Veer concludeert in zijn proefschrift dat het meest effectieve schema met de minste bijwerkingen bestaat uit twee middelen te weten fluoropyrimidine en het platinum-derivaat oxaliplatin, in plaats van zijn ‘broer’ cisplatin. In zijn proefschrift ging Ter Veer op zoek naar de meest effectieve chemotherapie voor uitgezaaide maag- en slokdarmkanker. Deze vormen van kanker zijn ernstige ziektes met een slechte prognose. Genezing door middel van chirurgie is in dit stadium van de ziekte zo goed als onmogelijk. Chemotherapie en andere medicijnen kunnen de tumorgroei afremmen en het leven verlengen. Helaas geven deze middelen vaak ook bijwerkingen. Ter Veer heeft kritisch gekeken naar alle klinische studies van de afgelopen twintig jaar over chemotherapie bij deze vorm van kanker. Hij schreef ook de eerste internationale richtlijn over welke gegevens van patiënten met uitgezaaide alvleesklierkanker verplicht gerapporteerd moeten worden in toekomstige klinische studies. In die studies ligt de nadruk vaak op de effectiviteit van deze middelen als uitkomstmaat. In geval van een uitgezaaide vorm van kanker wordt dan bedoeld: de tijd dat het leven verlengd kan worden met behandeling A ten opzichte van behandeling B. Of er wordt bedoeld: de verlenging van de tijd totdat de tumor verder groeit. Naast effectiviteit zijn er nog andere soorten gegevens uit klinische studies te halen, zoals bijwerkingen en kwaliteit van leven. Ook daaraan heeft Ter Veer aandacht besteed.
Link naar het proefschrift

Donderdag 12 december
Agnietenkapel (UvA), 12.00 uur
Pouline van Oort: Uitgeademde lucht voorspelt longontsteking


Een analyse van de uitgeademde lucht is bruikbaar om een longontsteking te voorspellen. Bij deze analyse worden deeltjes in de uitademingslucht van patiënten gemeten. Ook kan deze analyse een bepaalde bacteriële verwekker vaststellen. Dit blijkt uit het onderzoek van Van Oort of uitademingsluchtanalyse bruikbaar is bij het stellen van de diagnose longontsteking. Haar onderzoek richtte zich op longontsteking in patiënten die op de Intensive Care aan de mechanische beademing liggen. Ze stelt dat er meer onderzoek nodig is, maar vermoedt dat artsen in de toekomst uitademingsluchtanalyse gaan gebruiken om ziektes zoals longontsteking (maar ook andere ziektes) vroeg en adequaat vast te stellen. Het grote voordeel is dat ze patiënten dan gerichter met antibiotica kunnen behandelen. Nu krijgen álle patiënten bij een verdenking van een longontsteking, direct antibiotica. Echter, vaak ten onrechte. Met een betere test kunnen artsen sneller en beter een goede diagnose stellen en zo wordt verkeerd gebruik van antibiotica voorkomen, dan wel ingeperkt. Deze benadering draagt ook een steentje bij aan het verminderen van het ontstaan van het wereldwijde probleem van antibioticaresistentie.
Link naar proefschrift

Vrijdag 13 december
Promotie, Aula (UvA), 11.00 uur
Marija Vujadinovic: Nieuwe vormen van vaccins
Vaccins hebben sinds hun eerste introductie tweehonderd jaar geleden een enorme bijdrage geleverd aan de gezondheid. Vaccins werken door een immuunreactie tegen een specifieke ziekteverwekker op te wekken, zonder ziekte te veroorzaken. Op deze manier wordt het immuunsysteem voorbereid om te beschermen tegen de ‘echte’ ziekteverwekker. Klassieke vaccins bestonden vaak uit een verzwakte versie van bijvoorbeeld een virus. Er zijn echter nieuwe strategieën voor de ontwikkeling van preventieve of therapeutische vaccins noodzakelijk voor overdraagbare en niet-overdraagbare ziekten die moeilijk te bestrijden blijken met deze klassieke technieken. Onderzoekers staan voor de uitdaging om het juiste evenwicht tussen verzwakking, immunogeniteit en veiligheid te vinden. Marija Vujadinovic deed onderzoek naar een nieuwe vorm van vaccins.
Link naar proefschrift

Vrijdag 13 december
Promotie, Aula (VUmc), 11.45 uur
Anna Huis in ‘t Veld: Het hart bij pulmonale hypertensie: een blik naar beide kanten

Patiënten met pulmonale hypertensie hebben een verhoogde druk in de longslagader. Een ernstige vorm van pulmonale hypertensie is pulmonale arteriële hypertensie (PAH). Dit is een progressieve, ongeneeslijke ziekte. Drie jaar na de diagnose is nog maar ongeveer 60 procent van de patiënten in leven. De ziekte ontstaat doordat de kleine vaten van de longcirculatie vernauwd raken doordat ze abnormaal samenknijpen. Ook delen de cellen te snel. Door deze veranderingen in de longvaten moet de rechterhartkamer tegen een soms wel vier keer zo hoge druk in pompen. In eerste instantie kan het rechterhart dat nog aan, maar uiteindelijk zal rechterhartfalen ontstaan. Het ontstaan van rechterhartfalen is een slecht teken en de oorzaak dat patiënten aan deze ziekte overlijden. PAH kan behandeld worden met medicijnen die de longvaten verwijden en daarmee de rechterhartkamer kunnen ontlasten. Huis in ’t Veld onderzocht hoe de rechterhartkamer reageert op medicatie en hoe de functie ervan over de tijd stabiel kan blijven. Ze vond dat de combinatie van twee soorten vaatverwijders de rechterhartfunctie sterker verbetert dan wanneer maar één soort medicijn wordt voorgeschreven. Verder vond ze dat het zinvol kan zijn om extra medicijnen te geven op het moment dat de rechterhartfunctie achteruitgaat. Echter zag ze ook dat ondanks een stabiele (maar verslechterde) rechterhartfunctie, bij sommige patiënten toch achteruitgang van de ziekte optrad.
Link naar proefschrift

Vrijdag 13 december
Promotie, Agnietenkapel (UvA), 12.00 u
Niels Hoedemaker: Betere acute zorg bij hartinfarct
De bereikbaarheid van centra waar artsen acuut kunnen dotteren is zeer goed in Nederland. Het is helaas niet goed mogelijk om ziekenhuizen onderling te vergelijken om dat er geen nationale hartinfarct registratie is. Dit stelt Hoedemaker in zijn proefschrift over hoe in Nederland patienten worden behandeld met een hartinfarct. Hij constateert verder dat vroege hartkatheterisatie de tienjaarsoverleving van patiënten zonder afwijkend hartfilmpje niet verbetert in vergelijking met afwachten. Tot slot concludeerde hij uit registratiestudies dat het medicijngebruik onder hartinfarct patiënten in het eerste jaar na opname afneemt. Jaarlijks worden 34 duizend mensen in Nederland met een hartinfarct opgenomen. Het is positief dat de acute zorg goed bereikbaar is, want hoe sneller de behandeling begint, hoe beter de uitkomst is voor de patiënten. Het is belangrijk een nationale hartinfarct registratie in het leven te roepen, om zo een beter beeld te krijgen van de kwaliteit van de zorg en gericht de kwaliteit te kunnen verbeteren.
Link naar proefschrift

Vrijdag 13 december 2019
Promotie, Agnietenkapel (UvA), 14 uur.
Saranka Ingelse: Vochttoediening bij kinderen met acute longproblemen
Rond het jaar 1880, ten tijde van het ontstaan van het gebruik van vochttoediening via de aderen (intraveneus) als behandeling bij ernstig zieke patiënten, was er weinig bekend over de onwenselijke gevolgen van deze behandeling. Tegenwoordig dienen artsen intraveneus vocht veelvuldig toen bij ernstige zieke patiënten om een verslechterde bloedsomloop te verbeteren. Daarnaast wordt het gebruikt om medicijnen, voeding, elektrolyten en een gepaste hoeveelheid water aan de patiënt te geven. Bij ernstig zieke patiënten kan deze behandeling als bijwerking hebben dat het vocht niet alleen in de bloedbaan blijft, maar zich ophoopt in de weefsels van het lichaam, wat overvulling genoemd wordt. De longen zijn vatbaar voor deze vochtophoping. Overvulling heeft ongunstige gevolgen. De patiënt moet langer aan de kunstmatige beademing liggen en de kans op overlijden neemt toe. Bij volwassen patiënten is er veel wetenschappelijk bewijs gevonden voor deze nadelige consequenties, maar er is weinig onderzoek gedaan bij ernstig zieke kinderen. Dit proefschrift beschrijft welke onderliggende mechanismen in het lichaam leiden tot overvulling en hoe dit tijdig ontdekt en voorkomen kan worden bij ernstig zieke kinderen met acute longproblemen.
Link naar proefschrift

Vrijdag 13 december
Oratie, Aula (UvA), 16.00 uur.
Renske van den Berg-Vos: Ontketende zorg
De zorg voor de groep patiënten met een voorbijgaand herseninfarct, herseninfarct en hersenbloeding, tezamen stroke genoemd, is door een toename in behandelopties en andere inrichting de afgelopen jaren ingrijpend veranderd. Momenteel is de zorg voor patiënten met een stroke grotendeels geketend vormgegeven. Het streven is om de afzonderlijke schakels in de keten te ontketenen en rondom de patiënt opnieuw te organiseren tot een sterk netwerk. De leeropdracht van Van den Berg (bijzonder hoogleraar Vasculaire Neurologie ) over “organisatie van de stroke zorg” behelst verschillende projecten waarin deze ontketening en netwerkgerichte samenwerking centraal staan. Tijdens de oratie komen deze projecten aan bod, waarvan de Waardetuin en de ‘Virtual Ward’ de belangrijkste zijn. In de Waardetuin staat uitkomstgerelateerde zorg in het netwerk centraal. Door een nauwere samenwerking streven ziekenhuizen, verpleeg- en revalidatie-instellingen samen met de huisarts naar een afname van ‘verkeerde bed problematiek’. Met de ‘Virtual Ward’ wordt in Amsterdam een virtuele zorgomgeving gecreëerd waarin de mogelijkheid bestaat tot meer zelfzorg en coaching op afstand door telemonitoring. Hopelijk zal er in de toekomst een ontketende, dat wil zeggen een ingrijpende, verandering in de stroke zorg ontstaan, waarin de patiënt in het hele zorgproces meer centraal komt te staan en zelf meer de regie neemt. Dit in een netwerk waarin we op een moderne manier een uniform zorgaanbod realiseren, waarbij de muren tussen zorginstellingen verdwijnen.