Overzicht van de promoties, oraties, symposia en bijeenkomsten van het Amsterdam UMC, locatie AMC.

01-03
Promotie
Bepaling ernst vernauwing kransslagader
Lorena Casadonte: ‘Coronary stenosis physiology appraisal: handle with care’.
Coronaire stenose is een vernauwing van een van de kransslagaders die zuurstof aan de hartspier levert. Dit is een veelvoorkomende cardiovasculaire aandoening. De promovenda onderzocht of gecombineerde druk- en snelheidsmetingen in het lichaam meer inzicht kunnen geven in de ernst van de vernauwing. Dit zogenoemde invasief functioneel beoordelen houdt in dat met een katheter in de kransslagaders wordt gemeten om vast te stellen of de hartspier onvoldoende zuurstof krijgt, waardoor een hartinfarct kan ontstaan.
Voor het kiezen van de juiste behandeling is het belangrijk om te weten hoe ernstig de vernauwing van de kransslagader is. Invasieve diagnostische testen – die in de aders metingen doen – geven hier het best inzicht in. Deze testen worden gedaan in twee situaties: bij een normale doorbloeding van de hartspier en tijdens een vaatverwijding, opgewekt door middel van een stof die beweging simuleert (hyperemie). Allerlei maten voor deze ernst worden steeds vaker in de kliniek toegepast. Hier worden echter tal van simplificaties van de coronaire pathofysiologie toegepast, met een mogelijk negatief effect op de kwaliteit van het behandelplan en de voorspellende waarde voor het ziektebeloop van de individuele patiënt.
Casadonte concludeert dat de gecombineerde intracoronaire druk- en snelheidsmetingen bij hyperemie aanvullende informatie leveren voor de beoordeling van de ernst van de stenose. Om slechtere voorspellende resultaten voor patiënten te voorkomen, is het belangrijk om de naleving van de principes van de coronaire pathofysiologie niet in gevaar te brengen ten voordele van de vereenvoudiging van diagnostische instrumenten.
Met haar onderzoek geeft Casadonte suggesties om de diagnostische instrumenten voor het bepalen van coronaire stenose te verbeteren.
Promotor: prof. dr. E.T. van Bavel 
Copromotor:
dr. ir. M. Siebes
Plaats en tijd
: Agnietenkapel, 12.00 uur

01-03

Promotie
Beloop van scafoïd-breuk voorspellen blijft moeilijk
Tessa Drijkoningen: ‘Secrets in scaphoid fractures’.
Breuken van het scafoïd, een botje in het polsgewricht, zijn vaak lastig te duiden. Hoe ernstig zijn ze, en hoe lang duurt het voordat ze genezen zijn? Drijkoningen heeft een eenvoudig classificatie-systeem getest om, met behulp van 3D-technieken, de ernst van de fracturen te duiden. Het systeem is makkelijk te reproduceren. Maar ook deze eenvoudige classificatie kan de prognose en klinische uitkomsten van scafoïd-fracturen niet voorspellen. Daarnaast concludeert de promovenda dat de interpretatie van de diagnostische tests per arts kan verschillen, afhankelijk van de kenmerken van de breuk.
Het scafoïd, ook wel het scheepsbotje genoemd, zit aan de duimzijde van de pols. Het is een van de vele botjes die het polsgewricht vormen, maar wel het botje dat het meest breekt. Beelden van zo’n breuk worden vaak op verschillende manieren geïnterpreteerd door artsen. Drijkoningen schetst in haar proefschrift toekomstige diagnostiek die kan bijdragen aan een betere inschatting van de ernst en het herstel van deze polsbreuken.
Promotores: prof. dr. C.M.A.M. van der Horst en prof. dr. D.C. Ring
Copromotores: dr. S.D. Strackee en dr. G.A. Buijze
Plaats en tijd: Agnietenkapel, 14.00 uur

01-03

Oratie
Zagen en schaven
Ter gelegenheid van zijn benoeming tot hoogleraar Maag-, Darm- en Leverziekten, in het bijzonder inflammatoire darm- en galwegziekten houdt prof. dr. Cyriel Ponsioen zijn oratie, getiteld ‘Zagen en schaven’.  

Ponsioen onderzoekt sinds halverwege de jaren negentig een zeldzame, progressieve ontsteking van de galwegen, primaire scleroserende cholangitis (PSC) genaamd. Daarnaast richt hij zich op chronische darmonstekingen, te weten colitis ulcerosa en de ziekte van Crohn. In zijn oratie gaat hij in op de “missing link” tussen de darm en de galwegen, op het belang van internationale samenwerking om verder te komen met een weesziekte als PSC, en op de vraag waarom en hoe darmbacteriën wellicht de oplossing zijn voor colitis, Crohn én PSC.
Plaats en tijd: Aula, 16.00 uur

07-03
Promotie
Minder onnodige behandelingen scafoïd-breuk
Wouter Mallee: ‘Diagnostic work-up of suspected scaphoid fractures’.
Een breuk van het scafoïd (scheepsbotje) in het polsgewricht is sneller en preciezer vast te stellen door naast het lichamelijk onderzoek een klinische beslisregel te hanteren, en waar nodig sneller een CT- of MRI-scan te maken. Dat blijkt uit onderzoek van Mallee, die promoveert op de beste manier om een scafoïd-fractuur te diagnosticeren bij patiënten met polsletsel.
De aanpak die Mallee voorstelt, zal leiden tot minder onnodige behandelingen met gips als er een scafoïd-breuk wordt vermoed. Dat scheelt controles en zorgt voor een aanzienlijk sneller zorgproces, wat weer leidt tot minder medische en maatschappelijke kosten dan het huidige protocol.
Promotores: prof. dr. C.N. van Dijk en prof. dr. J.C. Goslings
Copromotores
prof. dr. M. Maas endr. J.N. Doornberg
Plaats en tijd: Agnietenkapel, 14.00 uur

08-03

Promotie
Minder bekende symptomen bij Parkinson
Daan Velseboer: ‘Non-dopaminergic symptoms in Parkinson’s Disease’.
Bij de ziekte van Parkinson blijkt toename van invaliditeit vooral bepaald door de aanwezigheid van symptomen die niks te maken hebben met het dopaminesysteem in de hersenen. Velseboer laat zien dat bij aanvang van de ziekte met een betrekkelijk eenvoudig model te voorspellen is hoe groot de kans is op een ongunstig beloop van de ziekte.
De ziekte van Parkinson staat vooral bekend om de zogenoemde dopaminerge symptomen: beven, stijfheid en traagheid. Daarnaast zijn er bij de ziekte ook non-dopaminerge symptomen zoals balansproblemen, cognitieve problemen en stoornissen van het autonome zenuwstelsel. Velseboer heeft onderzocht wat de impact is van de non-dopaminerge symptomen op het functioneren van patiënten.
De promovendus keek ook naar een specifiek onderdeel van de non-dopaminerge symptomen: orthostatische hypotensie (te lage bloeddruk in staande positie). Hij ging na hoe vaak het voorkomt en wat de beste manier is om dit vast te stellen. De criteria voor het vaststellen van orthostatische hypotensie tijdens een gestandaardiseerde liggende en staande bloeddrukmeting blijken geen goede relatie te hebben met de orthostatische klachten die patiënten in het dagelijks leven ervaren. Aanvullende tests van het autonome zenuwstelsel lijken beter, maar zijn lastig uitvoerbaar en nog onvoldoende betrouwbaar voor routinematig gebruik.
Velseboers onderzoek onderstreept het belang van de non-dopaminerge symptomen bij de achteruitgang in functioneren van patiënten met Parkinson. In de zoektocht naar nieuwe behandelingen is het daarom belangrijk om een middel te vinden waarmee het gehele ziekteproces geremd wordt, en niet alleen het dopaminerge gedeelte van de ziekte. Velseboer hoopt dat het voorspel-model dat hij heeft gemaakt, zorgt voor efficiënter onderzoek naar lange-termijnbehandelingen voor Parkinson.
Promotores: prof. dr. R.M.A. de Bie en prof. dr. I.N. van Schaik 
Plaats en tijd:
Agnietenkapel, 10.00 uur

08-03
Promotie
Paracetamol het best bij klein traumatisch letsel
Milan Ridderikhof: ‘Pain management in adult patients with acute traumatic injuries. Improving injury-related pain treatment’.
Het is niet nodig om NSAIDs – pijnstillers met een ontstekingsremmende werking – te geven aan patiënten met klein traumatisch letsel (kneuzingen en verrekkingen). Paracetamol blijkt namelijk net zo effectief als de NSAID diclofenac of een combinatie van beide middelen. Dat concludeert Ridderikhof in zijn proefschrift over het optimaliseren van pijnbestrijding bij volwassenen met traumatisch letsel.
NSAIDs hebben regelmatig vervelende bijwerkingen, zoals maagklachten of zelfs maagbloedingen. Ze worden regelmatig voorgeschreven bij klein letsel op de Spoedeisende Hulp (SEH). De promovendus vergeleek bij een groep oudere patiënten de pijnstiller paracetamol met diclofenac en met de combinatie van beide medicijnen. In totaal deden er 547 patiënten mee aan de studie. Hij concludeert dat er meer aandacht moet zijn voor paracetamol als pijnstiller bij klein letsel.
Naast dit onderzoek zocht Ridderikhof uit wat het effect is van implementatie van een pijnprotocol op de SEH. Ook evalueerde hij het effect van gazen met lokale verdovingsvloeistof in wonden, en beschreef hij een nieuwe manier om ouderen met een heupfractuur een zenuwblok te geven.
Promotores: prof. dr. M.W. Hollmann en prof. dr. J.C. Goslings
Copromotor:
dr. P.B. Lirk
Plaats en tijd: Agnietenkapel, 14.00 uur

12-03
Promotie
Interne echo bij longkanker
Laurence Crombag: ‘Endosonography for lung cancer staging’.
Endosonografie, het maken van een inwendige echo via een kijkoperatie, is een minimaal invasieve en veilige, maar ook uitdagende procedure die als eerste wordt gebruikt om het weefsel bij longkanker te typeren. In dit proefschrift toont Crombag aan dat de beste manier om vast te stellen in welke fase de longkanker zich bevindt een aanpak is waarin je één bepaalde scope gebruikt en één operator. Daarbij worden de beelden in lymfeklieren én de linker bijnier in dezelfde sessie beoordeeld.
Om dit voor elkaar te krijgen, is er een gestructureerd trainingsprogramma ontwikkeld door de European Respiratory Society om artsen op te leiden tot bronchoscopist en om ze te leren zelfstandig en vakkundig endosonografie uit te voeren. Ondanks veelbelovende ontwikkelingen in beeldvormingsmodaliteiten, slimme naalden en tumorlabeling, zal de grootste verbetering voor nauwkeurige bepaling van de ziekte waarschijnlijk worden bereikt door adequate opleiding en training van pulmonologen.
Promotor: prof. dr. J.T. Annema
Copromotor:
prof. dr. P. Baas
Plaats en tijd:
Agnietenkapel, 14.00 uur