Extra aandacht voor sportershart

Vanuit het hele land komen sporters naar het sportcardiologisch spreekuur van het AMC en het Sport Medisch Centrum Papendal. Sinds de start vorig jaar zomer weten al aardig wat mensen het spreekuur in Amsterdam en Arnhem te vinden. Daar belanden ze bij sportcardioloog Nicole Panhuyzen.

Papendal ademt sport. Topsporters en talenten zijn er kind aan huis – het trainingspakkengehalte ligt er hoger dan in de gemiddelde volkswijk. Tussen de vele gebouwen, tegenover de moderne atletiekbaan, ligt het Sport Medisch Centrum. Daar zit Nicole Panhuyzen tussen de sportartsen, bewegingswetenschappers en fysiotherapeuten. Ze werkte hier al tussen 2005 en 2012, toen in dienst van het Radboudumc in Nijmegen. Daarna was er even geen sportcardiologisch spreekuur, tot het AMC samen met Papendal het nieuw leven inblies.

Wie kunnen er terecht op dit speciale spreekuur? Is het ook voor mensen als ik, die jarenlang niet gesport hebben, niet meer zo heel jong zijn en weer flink willen bewegen?
“Het spreekuur is voor alle mensen met en zonder hart- en vaatziekte die iets met sport doen. Recreanten, topsporters, alle leeftijden. Als je wilt weten of het verstandig en veilig is om te gaan sporten, kun je er terecht voor advies, maar ook voor begeleiding na een hartoperatie, hartinfarct, pacemaker- of ICD-implantatie. Deze brede opzet heeft een voorgeschiedenis die in 2002 begon: ik zat toen in een commissie van de Europese Verening voor Cardiologie (ESC) die adviseerde over een preventieve cardiologische screening voor mensen die willen gaan sporten. Ons voorbeeld was Italië, waar sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw iedere sporter bij wet verplicht gescreend wordt op hartaandoeningen. Sindsdien is het aantal gevallen van plotse hartdood er gedaald van 2,3 naar 0,7 op de 100.000 personen. Naar aanleiding daarvan is in Europees verband gezegd dat er een protocol moest komen voor het keuren van jonge sporters tot 35 jaar.

In andere Europese landen lukt het nog steeds niet om zo’n keuring naar Italiaans voorbeeld te verplichten. Het ministerie van VWS in ons land vond het zelfs niet nodig om sporters te screenen.”

Waarom die leeftijdsgrens van 35 jaar?
“Omdat sporters op jonge leeftijd aan erfelijke, aangeboren hartziekte overlijden. Je ziet het niet aan ze, het zijn ogenschijnlijk gezonde personen. Boven de 35 is de oorzaak meestal een verworven hartziekte, ontstaan door leefstijl en omgevingsfactoren, zoals een hartinfarct of hartfalen.

Toen we het protocol voor een cardiologische screening schreven, hebben we gezegd: waarom nemen we de 35-plussers er niet bij? Op die leeftijd wordt er volop gesport. Neem de marathonloper, die dan pas op zijn top is. Er zijn veel Nederlanders in die leeftijdscategorie die besluiten (weer) te gaan sporten en daar kan wat mee gebeuren. Op grond daarvan moet je iedereen die iets met sport doet langs laten komen. Of je risico loopt zou je eenvoudig via een vragenlijst on-line kunnen nagaan (www.sportzorg.nl en www.sportcardioloog.nl)

De preventieve hartkeuring gebeurt in principe bij de sportarts of huisarts. Als er een vermoeden is op een hartziekte of een risico daarop volgt een verwijzing naar de cardioloog, het liefst een met kennis van sportgeneeskunde, voor aanvullende analyse. Is er sprake van een hoog risico, dan word je afgekeurd en kan je na een behandeling weer worden goedgekeurd voor sport.”

Nu kun je terecht op een speciaal spreekuur bij een sportcardioloog. Wat is het verschil?
“Die weet alles van de cardiologische aspecten van sport. Een sportcardioloog heeft grondige kennis van de fysiologische veranderingen die het hart ondergaat door intensieve inspanning. Zo kan hij deze aanpassingen onderscheiden van een hartziekte. Een ander verschil: niet iedere cardioloog houdt er rekening mee dat ie een sporter voor zijn neus heeft. Met een advies als ‘stoppen met sporten’ raak je je patiënt kwijt.

Bijkomend voordeel van het spreekuur op SMC Papendal is de snelheid waarmee sporters geholpen worden. Met een doorverwijzing naar de cardioloog  in het ziekenhuis ben je voordat je het weet een half jaar verder. Daarom wilden wij naar de sporter toe gaan. Mensen kunnen zelf kiezen of ze naar Papendal willen komen of naar het AMC gaan. Papendal is voor (top)sporters wat anoniemer, dat vinden ze prettig.

Een wachtlijst heb ik niet, dat probeer ik ook zo te houden. Het is hier een one stop shop: voor het gesprek trek ik een half uur uit – wat meer is dan normaal – daarna zet ik de patiënt op de fiets voor een inspanningstest. Vervolgens laat ik een echo van het hart maken of geef ik een kastje mee dat het hartritme meet. Dan heeft de patiënt alle onderzoeken in één keer gedaan.”

Waar komen de patiënten allemaal vandaan?
“Uit het hele land. Soms omdat ze al een tijd onder behandeling zijn bij een cardioloog maar niet verder komen en heel graag willen sporten. Of ze zoeken specifiek sportadvies. Een sporter is over het algemeen erg ondernemend. Hij gaat op onderzoek uit, surft over het web. En is bereid te reizen voor zijn sport, ook als het om medische zaken gaat. Patiënten zien Papendal als een hoogstaand zorgcentrum. Samen met het AMC vormt het twee van de vijf olympische steunpunten in Nederland.”

Ga je ook wetenschappelijk onderzoek doen op dit gebied?
“Onderzoek en onderwijs maken eveneens deel uit van de sportcardiologie in het AMC. Assistenten-in-opleiding (aio’s) tot cardioloog kunnen in hun laatste jaar een verdieping Sportcardiologie volgen.

Zelf ben ik nog niet gepromoveerd en dat moet er nu maar een keer van komen. De basis voor mijn onderzoek wordt gevormd door een database waarin sinds 2005 gegevens staan van mensen die zich cardiologisch lieten screenen voordat ze gingen sporten. Ik wil onder andere uitzoeken hoe je individueel kunt bepalen wie risico loopt en hoe wij deze screening het best kunnen uitvoeren.”