Galwegkanker is een zeldzame ziekte die moeilijk te behandelen is. Vijf jaar na de diagnose is minder dan twintig procent van de patiënten nog in leven. In Amsterdam UMC probeert Heinz-Josef Klümpen de kennis over deze weesziekte te bundelen en de behandeling te verbeteren door nationaal en internationaal samen te werken.

Hoe vaak komt deze ziekte voor in Nederland?
“Jaarlijks krijgen ongeveer zeshonderd patiënten te horen dat ze galwegkanker hebben. Hun vooruitzichten zijn niet goed. Veel artsen herkennen aanvankelijk de symptomen niet en vanwege het geringe aantal patiënten is het moeilijk  om onderzoek te doen naar betere behandelingen. Door de kennis hierover van onze afdelingen Chirurgie en Maag-Darm-Leverziekten te bundelen, hopen we dat probleem te ondervangen.”

Wat is galwegkanker precies?
“De lever maakt gal aan, een vloeistof om vet voedsel te verteren. Gal wordt opgeslagen in de galblaas en via de galwegen naar de dunne darm geleid. Die galwegen lopen door lever en alvleesklier. En dat maakt het verhaal ingewikkeld. Vanwege de organen waar die galwegen doorheen lopen, onderscheiden we vier vormen van galwegkanker: bij de alvleesklier, bij de lever, daarbuiten en bij de galblaas. Elk vergt waarschijnlijk een eigen aanpak.”

Wat weet je over het ontstaan van de ziekte?
“Daarover is niet veel bekend. De ziekte ontstaat als de galgangcellen chronisch geïrriteerd zijn. Dat heeft veel oorzaken. Denk aan een aangeboren aandoening van de galwegen. Of blootstelling aan giftige stoffen als alcohol, tabak en andere chemische gifstoffen. Ook galstenen kunnen de galwegen infecteren. En de ziekte kan ontstaan door een chronische virusinfectie van de lever of de galwegen. In andere landen speelt besmetting met een parasiet een rol.”

Hoe kom je erachter of iemand deze ziekte heeft?
“Dat is lastig. Bij galwegkanker in de lever ontbreken duidelijke symptomen. Een tijd geleden werd deze vorm van galwegkanker vaak niet eens herkend. In de statistieken werd dan leverkanker genoteerd. Ook galwegkanker bij de alvleesklier werd niet gezien als een eigen aandoening met een eigen dynamiek en een eigen aanpak. Bij galwegkanker buiten de lever zijn er dan weer wel symptomen zoals geelzucht, maar vaak zijn tegen die tijd al cruciale structuren aangetast, wat een operatie ook in een vroeg stadium moeilijk of onmogelijk maakt.”

Waarom is deze ziekte zo moeilijk te behandelen?   
“De galwegen buiten de lever zijn kwetsbaar en kunnen bij een ontsteking ernstige ziektebeelden veroorzaken. Verder is het zo dat de ziekte vaak in een vroeg stadium uitzaait, die bij de eerste symptomen van de ziekte misschien nog niet op scans zichtbaar zijn, maar pas later.”

Welke behandelingen zijn er?
“Een kleine groep van patiënten kan geopereerd worden. De waarde van aanvullende chemotherapie wordt uitgezocht in grote internationale studies waaraan ook Nederland meedoet. Voor patiënten die niet onder het mes kunnen, was chemotherapie tot 2010 geen optie omdat niet bewezen was dat het hun leven kan verlengen. Inmiddels weten we welke combinatie-chemotherapie het beste is voor de patiënt. Dit is sinds 2010 de standaardbehandeling.

De meeste standaardbehandelingen zijn in Groot Brittannië getest omdat zij al jaren een goed functionerende landelijke werkgroep van artsen en onderzoekers hebben. In Nederland is dat nog niet zo lang het geval. We willen niet alleen de zorg centraliseren, maar ook weefsel en bloed van patiënten verzamelen om beter te begrijpen waarom behandelingen soms wel en soms niet werken.”

Zijn er veelbelovende studies?
“We onderzoeken sinds 2014 de optimale behandeling na de operatie. Dat doen we in Europees verband. Amsterdam UMC is wereldwijd de ‘top-recruiter’ voor deze studie, met steun van KWF. Verder kijken we bij lokaal gevorderde galwegkanker naar een behandeling die de tumor verkleint, zodat we alsnog kunnen opereren. De patiënt krijgt dan chemotherapie via een infuus of rechtstreeks in de lever. Bij uitgezaaide ziekte lijkt een combinatie van chemotherapie en immunotherapie veelbelovend. Dat geldt ook voor doelgerichte behandelingen van zeldzame variaties in de genetische opbouw van de kankercellen.”

Welke plannen zijn er in de nabije toekomst?
“De meeste onderzoeken hebben de vier vormen van galwegkanker op één hoop gegooid. Wij willen weten of het uitmaakt waar de galwegkanker specifiek ontstaat. Daarnaast kijken we naar mutaties in de kankercellen: moet je de behandeling aanpassen op grond van de mutatie in de tumor? Dat is lastig onderzoek. Het is al moeilijk om voldoende patiënten te vinden met die ene vorm van galwegkanker en dan moeten ze ook nog eens die ene mutatie hebben. Daarom is samenwerken belangrijk. Dit onderzoek doen we met Nederlandse en Europese partners, anders lukt het niet.”

Dit is een zeldzame vorm van kanker. Waarom steek je zo veel energie in zo’n ‘kleine’ ziekte?
“Galwegkanker in Nederland is zeldzaam, maar door de centralisatie van de zorg voor deze patiënten is dat niet zo in Amsterdam UMC. Ik zie jaarlijks ongeveer 120 mensen met galwegkanker. Omdat we pionierswerk doen kan ik nog veel bereiken: een mooie uitdaging in een onontgonnen veld. Vaak zien we patiënten die zich voorbereiden op de dood en dan is er soms toch wat mogelijk. Het is dankbaar werk.”

Tekst: Marc van den Broek
Foto: Mark Horn

Dit artikel is verschenen in ons magazine Janus 3.