Zo stilaan begint de vakantie in Nederland, maar de werkzaamheden in Amsterdam UMC gaan gewoon door. Tijdens de zomerperiode nemen we geregeld een kijkje achter de schermen bij een afdeling. Deze keer: Karin van Gils, die kinderen en ouders begeleidt bij een ziekenhuisopname.

Karin is medisch pedagogisch medewerker bij de locatie VUmc. Al meer dan tien jaar  begeleidt ze kinderen en ouders bij een ziekenhuisopname en bereidt ze hen voor op een behandeling, onderzoek of operatie. Eenmalig, kortdurig of chronisch, ieder kind heeft zijn eigen reden. 


Het is half 9 als Karin de kinderafdeling oploopt. De hoofdverpleegkundige wacht haar op. Samen bespreken ze de nacht. Hoe is het met de kinderen gegaan? Zijn er nog nieuwe opnames? Staan er operaties of onderzoeken op de planning? Veel tijd voor koffie is er niet. Vanochtend is er namelijk een nieuw kindje binnen gekomen op de IC. Er staat direct een intakegesprek gepland met de ouders. 

Spelenderwijs leren

"De angsten voor een medische ingreep kunnen per kind verschillen. We hebben verschillende materialen om kinderen hier op voor te bereiden. We weten dat als kinderen al dingen gezien hebben, of weten hoe iets voelt, het de angst verkleint op het moment dat de ingreep gebeurt", vertelt Karin.

"Bij jonge kinderen doen we dit vooral spelenderwijs. We gaan dan bijvoorbeeld samen een pop in de speciale doktersslaap maken, een infuus prikken of de pop een speciale pyjama aandoen voor op de operatiekamer. We doen dan alleen de dingen die ze zelf gaan ervaren. Achteraf zeggen we dan ''weet je nog dat we dat bij de pop hebben gedaan?'' Daar pakken we dan op terug. "

Geen witte jas

"Een veilige omgeving vinden we erg belangrijk. We zeggen altijd: 'Wat ik je laat zien is niet echt, ik ben geen dokter'. Daarom hebben wij ook geen witte jassen aan. De meeste kinderen ervaren duidelijk het verschil tussen ons en de artsen en verpleegkundigen. Toen er laatst twee artsen binnen kwamen lopen zonder dat ze wat deden, moest een van de kindjes direct huilen. Je ziet dat ze een  duidelijk onderscheid maken tussen witte en niet witte jassen: bedreigend en niet bedreigend."

Gevoel van controle

"Waar de meeste kinderen en ook ouders last van hebben, is het verlies van controle. Je moet allerlei dingen ondergaan. Je hebt geen keuze. Ook de ouder niet. Je kind wordt van alles aangedaan en je kan niks. Dat gevoel van controle proberen we zo veel mogelijk terug te geven. 

Dat doen we bijvoorbeeld door kinderen waar dat kan kleine keuzes te laten maken. Bijvoorbeeld of ze in bed willen blijven liggen of juist op een tafel. Of dat ze links een sonde  willen hebben of rechts. Kleine dingen die voor ons niet uitmaken, maar die  voor kinderen het verschil maken.  Het geeft ze het gevoel dat ze het zelf mogen bepalen. Dat helpt heel erg."

Bijzondere factor

"Wij hebben allemaal onze eigen patiƫnten. Daardoor zijn wij een constante factor in het hele traject waarin ouders en kind belanden. Dat schept al snel een band. We merken dat ouders en kinderen dat heel erg waarderen. Er zijn ouders met wie we ook na de behandeling contact blijven houden in het kader van nazorg. Je bent geen familie, geen kennis geen vrienden, maar toch heb je hele heftige momenten samen meegemaakt."