“Oh ja, toen waren we op kamp! Kijk die jonge koppies. Geweldig om die foto’s weer te zien.” Precies twintig jaar geleden studeerde de eerste lichting studenten van de HBO-V AMC-variant af. Tijd voor een reünie met zeven leerlingen uit één klas, die hier na al die jaren nog altijd werken.  

Een voor een druppelen ze binnen: Susanne Heijmenberg, Meriam Janse, Gwenda Veenboer, Fatiha Stitou Laaroussi en de enige man uit hun jaar: Marc van Cruijsen. Barbara Brunst belt in. De zevende oud-klasgenoot en AMC-collega Angelique Ham schuift later aan bij het maken van de groepsfoto.  

Saamhorigheidsgevoel

“Hoe dat was, als enige man tussen al die vrouwen? Beroerd.” De sfeer zit er meteen lekker in, de onder-ons-grapjes vliegen over tafel en het lijkt alsof ze gisteren nog met elkaar in de kroeg zaten. Gwenda heeft twee dikke fotoboeken bij zich, vol kiekjes uit vervlogen tijden. Het verhaal van de oud-klasgenoten begint in 1994, het eerste jaar van hun studietijd. 

“Voorheen was de inservice-opleiding voor verpleegkundigen in het AMC alleen voor mbo’ers, wij waren de eerste lichting hbo’ers”, vertelt Marc, terwijl hij door het fotoboek bladert. “Niet iedereen zag dat meteen zitten. Theoretisch waren we dan misschien beter opgeleid maar handen aan het bed, dat zou wel gepruts worden. We moesten ons echt bewijzen. Dat zorgde voor een saamhorigheidsgevoel, wij tegen de rest.” 

Op de grond staan Meriam (l), Susanne en Gwenda (r), daarboven staan Angelique (l), Barabara en Marc (r) en helemaal bovenaan zie je Fatia.
Op de grond staan Meriam (l), Susanne en Gwenda (r), daarboven staan Angelique (l), Barabara en Marc (r) en helemaal bovenaan zie je Fatia.

Ontvreemde toetsen

Vanaf dag één vormde de klas van ‘98 een hechte club. Lief, leed, huiswerkaantekeningen en ontvreemde toetsen werden met elkaar gedeeld. Gwenda onschuldig: “Oh, die Voeding en Diëtiek-toets bedoel je? Daar ben ik stomtoevallig tegenaan gelopen…” Susanne port Gwenda in de zij: “Sssst, straks moeten we die bekwaamheden opnieuw doen.” 

Verpleegkundige handelingen op elkaar oefenen, dat was ook top, vertelt Barbara. “We hebben tot bloedens aan toe sondes bij elkaar ingebracht.” Marc wrijft met een gekwelde blik over zijn been. “Ik heb nog steeds een bobbel op mijn bovenbeen van een amateuristische intramusculaire injectie.” Een inmiddels schaterlachende Susanne: “Onze vaders waren ook nog een keer de klos. Daar moesten we op oefenen met scheren. En weet je nog dat we in een rolstoel door de Bijlmer scheurden, om te ervaren hoe dat was?”

Vriendschappen voor het leven

De klasgenoten zagen elkaar ook buiten de muren van het AMC. Om te stappen op het Leidseplein bijvoorbeeld. Standaard verzoeknummer aan de disc jockey: Bonnie St. Claires Dokter Bernard. Het zestal zet meteen de tune in: “Ons lijflied!” 

De studietijd was een periode waarin ze zich niet alleen in hun vak bekwaamden, maar zich ook op persoonlijk vlak ontwikkelden. Gwenda: “Ik was zo groen als gras toen ik hier aan de opleiding begon. De periode die volgde heeft me als mens echt gevormd. Je leert je grenzen verleggen en merkt wat collegialiteit is. Je moest tijdens de studie ook wel tegen een stootje kunnen. We liepen onze stages in het AMC en maakten al van alles mee. We hebben veel gelachen samen maar er zijn ook een hoop tranen gevloeid. Het was echt lief en leed, er zijn vriendschappen voor het leven gesmeed.”

Gwenda en Chantal Bakhuijsen bijvoorbeeld werden onafscheidelijk.  Gwenda: “We zaten samen op kamers, zijn gaan backpacken door Australië en gingen na onze studie allebei in het AMC werken. Chantal was de achtste klasgenoot die hier nog jaren is blijven plakken. Net als wij een AMC’er in hart en nieren. Helaas hebben we drie jaar geleden afscheid van haar moeten nemen. Een hersentumor.” Recentelijk overleed ook de moeder van Chantal, hier in het AMC. Gwenda: “Ja, wie bel ik dan: Susanne. Ze zat al in de auto maar kwam meteen naar me toe.”   

Unieke sfeer

Eén ding is duidelijk: na al die jaren is de klas van ‘98 nog altijd een hele hechte groep. Ze zien allemaal wel in hoe bijzonder dat is. Barbara: “Onze klas was echt uniek. Op de middelbare school werd ik jaren gepest, maar toen ik hier kwam merkte ik meteen: zie je nou wel, het kan ook anders.” Meriam had een vergelijkbare ervaring. In haar eerste jaar hbo-v in Utrecht had ze het totaal niet naar haar zin en vertrok ze naar het AMC. “Wat een verschil! Leerlingen, maar ook de docenten, iedereen hier had het beste met je voor.” Susanne knikt: “Dat typische AMC-sfeertje voelden we al tijdens de opleiding. Geen competitie met elkaar, gelijk zijn met de artsen, alles kunnen inbrengen, nul hiërarchie, recht voor zijn raap zijn, veel humor, net zoveel trots. Het is niet voor niks dat we hier nog altijd werken.”  

Een goeie sfeer, de vele ontwikkelingsmogelijkheden, die fijne balans tussen professionaliteit en even lekker geinen met elkaar en nu die nieuwe cao, het zestal is het roerend eens: het AMC is een fijne werkplek. 

Reünie

In hun functie als hoofdverpleegkundigen komen Susanne, Gwenda en Fatiha elkaar nog ongeveer dagelijks tegen op de vloer. De andere oud-klasgenoten worden weleens gespot op de parkeerplaats, de poli, in de kelder of het bedrijfsrestaurant. Maar echt bijkletsen kwam er anderhalf jaar geleden pas weer van. Fatiha had een reünie georganiseerd en bijna de hele klas was op komen dagen. Fatiha: “Wat een topavond was dat. Kinderen, liefde, carrière, we raakten maar niet uitgekletst. Ook opvallend: alle aanwezigen werkten nog steeds in de zorg. Een groep mensen uit hetzelfde hout gesneden.” 

Gwenda: “Nu we hier toch zo zitten met elkaar: ons twintigjarige jubileum, daar hoort toch eigenlijk ook een reünie bij? Maar dan wel een feestje zoals vroeger: stappen op het Leidseplein en uit volle borst meeblèren met Dokter Bernard.” 

Tekst: Sophie Verschoor
Foto: Martijn Gijsbertsen