Het Emma Kinderziekenhuis van Amsterdam UMC heeft sinds een week een eigen acute opname afdeling. ‘Emma Acuut’, om kort te gaan. Een afdeling voor kinderen tussen de nul en achttien jaar die acuut opgenomen moeten worden. Uniek in Nederland.

Het idee achter een acute afdeling is simpel, legt kinderarts Diederik Bosman uit. “We hebben de acute patiënten en chronische patiënten uit elkaar gehaald. Vroeger lagen die samen op een afdeling. Opmerkelijk eigenlijk, want bij acute zorg zijn andere aspecten belangrijk. Acute zorg vraagt om snelle diagnostiek. Je wilt bijvoorbeeld zo snel mogelijk de uitslagen van onderzoeken hebben en de behandeling starten.”

‘Emma Acuut’ biedt nu plek aan tien kinderen, maar het aantal bedden zal snel uitbreiden tot ongeveer twintig. De kinderen die er liggen zijn behoorlijk ziek, vertelt Bosman. “Voor deze afdeling is dag en nacht een kinderarts aanwezig. Ook vraagt acute zorg om een andere verpleegkundige intensiteit. Er zijn bijvoorbeeld meer mensen aan het bed nodig, en ook lopen we meer visites. Door de zorg te clusteren kan je dat allemaal beter inplannen. ”

En het mes snijdt aan twee kanten: als acute patiënten niet meer op andere afdelingen terecht komen, betekent dat daar winst. Bosman: “Zij zijn geschoond van de acute patiënten die nu eenmaal vaak voor gaan, waar anderen op moeten wachten.”

72 uur

Alle kinderen die op de acute afdeling terecht komen moeten binnen 72 uur doorstromen. “Binnen drie dagen besluiten we waar een kind naartoe gaat”, zegt Bosman. “Naar een andere afdeling van het Emma, een andere ziekenhuis, of misschien wel naar huis. Na deze 72 uur verwachten we dat 70-80% van deze patiënten weer naar huis kan gaan .Dat uitgangspunt is een stok achter de deur om de vaart erin te houden. Bovendien is altijd duidelijk wat de beschikbare capaciteit is om kinderen acuut op te nemen. Dat verkort de wachttijd voor patiënten. ”

Houden van hectiek

Bosman stond aan de wieg van deze nieuwe afdeling. “Maar”, benadrukt hij, “zonder de enorme inspanningen en het enthousiasme van de projectgroep en het team op de werkvloer hadden we dit niet voor elkaar gekregen. Als ik over de afdeling loop en zie hoe iedereen de schouders eronder zet, dan ben ik echt trots.”

Voor een argeloze bezoeker ziet de afdeling er niet wezenlijk anders uit dan andere afdelingen van het kinderziekenhuis. Misschien iets meer apparatuur, meer personeel. “Toch is alles ingesteld op een ritme dat past bij de behandeling en diagnostiek van acute opgenomen patiënten”, verzekert Bosman. ”Als je hier werkt, moet je wel van een beetje hectiek houden.”

Om iets van die georganiseerde chaos te zien, moet je ‘s ochtends vroeg komen. Tussen half negen en kwart over negen, lopen alle kinderartsen langs bij hun patiënt. “Dan wemelt het hier van de artsen”, lacht Bosman. “En omdat iedereen er dan is, kan je ook snel iets bespreken, behandelplannen doornemen en afstemmen en dit in de visite vastleggen. Dat levert tijdswinst op. De lijntjes zijn korter, iedereen kan elkaar letterlijk sneller vinden.”

De patiënt

En de patiënt? Wat vindt die ervan? Bosman: “Over een tijdje evalueren we hoe het gaat. Loopt alles naar wens, wat kunnen we verbeteren? Dan kijken we naar de tevredenheid van de kinderen en de ouders. Ik vermoed dat zij blij zijn met kortere wachttijden op de spoedeisende hulp die door de snellere diagnostiek hopelijk ontstaan. Aan de andere kant zijn er patiënten die vaker in het Emma liggen en die bij een opname nu niet direct op hun vertrouwde afdeling komen. Dat is even wennen, maar hopelijk wegen daar voldoende voordelen tegenop.”