Bij Amsterdam UMC werken meer dan 15.000 mensen. Van magazijnmedewerker tot anesthesioloog, van laborant tot kok en van verpleegkundige tot opleider. Maar wat weten Amsterdam UMC’ers eigenlijk van elkaar? In de nieuwe rubriek #tulpmomentje gaan medewerkers bij elkaar op de koffie om elkaar beter te leren kennen. Anesthesiemedewerker Jacko de Kroon en magazijnmedewerker Dominic Pommerel bijten het spits af.

Wist je dat onze magazijnmedewerkers jaarlijks ruim 30.000 injectienaalden en 15.000 operatielakens naar de OK’s brengen? Dominic en Jacko hebben meer met elkaar gemeen dan ze dachten.

Tot aan de schuifdeuren
Jacko: “Hey dat shirtje herken ik, van de technische dienst toch?”
Dominic: “Bijna, ik werk bij het centraal magazijn, diep weggestopt op -2.”
Jacko: “Ik ben nog nooit op jullie afdeling geweest. Hebben jullie wel ramen?”
Dominic: “Nee, helaas niet. Gelukkig kom ik door mijn functie op veel afdelingen in het ziekenhuis, ook bij jullie op de operatiekamer. Nou ja, tot aan de schuifdeuren. Daar leveren we de spullen af, zodat ze steriel de OK op gaan. En achter die deuren sta jij..”
Jacko: “Klopt, dat is onze basis. Maar eigenlijk komen we overal in het ziekenhuis. Anesthesie betekent ‘niet voelen’, dus overal in het ziekenhuis waar mensen geen pijn mogen/willen voelen, komen wij actie. Wij zijn bijvoorbeeld ook leiders bij reanimaties in en rondom het ziekenhuis. Daarnaast is de anesthesie ook gespecialiseerd in het stabiliseren van instabiele patiënten, dit doen wij bijvoorbeeld bij reanimaties samen met de rest van het reanimatieteam.’’

Op de foto: Dominic Pommerel en Jacko de Kroon (in verband met de hygiënevoorschriften mag dienstkleding niet buiten het OK-complex gedragen worden. Deze foto is dan ook in scene gezet.)


Jacko
: ‘’’Waarom ben jij eigenlijk hier gaan werken?”
Dominic: “Ik vond het interessant om te zien hoe de logistiek in zo’n ziekenhuis en elkaar zit en hoe ervoor wordt gezorgd dat alle middelen naar de juiste afdelingen worden gebracht. Daarnaast woon ik hier om de hoek, dat was natuurlijk een fijne bijkomstigheid.”
Jacko: “Grappig, ik woon hier ook in de buurt. Dat hebben we dan dus gemeen!”

Need for coffee
Dominic: “Heb jij tijdens je werk tijd om vaste koffiemomenten in te lassen?”
Jacko: “Dat gaat bij ons niet. Je weet eigenlijk nooit hoe je dag zal lopen. Maar dat vind ik niet erg hoor, juist lekker! We proberen wel altijd met het team koffie te gaan drinken. Dan haalt één collega met pieper op zak de koffie en drinken we die gezamenlijk op het OK-complex. Omdat je als anesthesiemedewerker alleen op OK staat, is dit het moment om je collega’s te zien. Dat vind ik wel heel erg leuk.”

Dominic: “Dat is bij ons op de afdeling heel anders. Daar werken we volgens een vaste structuur. Ik weet vrijwel altijd hoe mijn dag er precies uitziet. Onze koffiemomenten zijn om half 10, 12 uur en half 3. Eerlijk gezegd vind ik dat wel fijn. Ik weet ook niet of de dynamiek van jouw functie wat voor mij zou zijn.”
Jacko: “Die dynamiek, daar hou ik juist heel erg van. Elke dag hetzelfde, dat zou niet bij mij passen. Ik zoek mijn structuur juist weer in andere dingen. Zolang ik bepaalde spullen bij me heb, maakt het eigenlijk niet uit waar ik mijn werk doe.”
Dominic: “Ik vind het lekker om te weten waar ik aan toe ben. En omdat alles zo gestructureerd is bij ons, komt het eigenlijk nooit voor dat ik moet overwerken.”

Uit je bubbel
Jacko: “Eigenlijk zit je altijd in de bubbel van je eigen werkplek. Het is leuk om eens te zien dat iedere afdeling onderdeel is van een lange schakel die uiteindelijk bij onze patiënt komt. Je denkt dat jouw afdeling de plek is waar alles gebeurt, maar ik besef me steeds meer dat we het met z’n allen doen.”
Dominic (knikt instemmend): “Heel leuk om te horen waar jij je dagelijks mee bezig houdt, zo staat het werk van mijn collega’s toch weer dichter bij me. Als je ergens een moment hebt, kom ik graag eens kijken op de OK!”
Jacko: ‘’Deal.’’

Tekst: Anne Drost & Fleur Evers
Foto: Fleur Evers