Oud-minister Ronald Plasterk keert terug als onderzoeker bij de geneeskundefaculteit. In september is hij benoemd tot hoogleraar Novel Strategies for Access to Therapeutics. De leerstoel sluit voor een deel aan bij zijn andere baan van Chief Scientific Officer bij myTomorrows. Dat bedrijf zet zich in voor een snellere beschikbaarheid van nieuwe medicatie.

Wat gaat u doen bij Amsterdam UMC?

“Feitelijk is dit een herbenoeming, ik ben al eerder hoogleraar geweest bij het AMC. Mijn eerdere leerstoel was Moleculaire Genetica, mijn vakgebied is het DNA-onderzoek. Ik hoop een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van, en aan het toegankelijk maken van op maat gesneden, gepersonaliseerde geneeswijzen.
We staan in de medische wetenschap aan de vooravond van een heel nieuwe manier van werken om genezing te bereiken. Dat is mijn motivatie om bij Amsterdam UMC te willen werken.”

DNA-onderzoek is uw vakgebied?

“Ik ben ooit begonnen als jonge man met handmatig DNA lezen, letter voor letter, met trillende hand omdat het zo spannend was; en dan op ruitjespapier met een balpen de reeksen te noteren. Als ik een fout had gemaakt, pakte ik een leeg papiertje en begon ik opnieuw.
Inmiddels kunnen complete humane genomen worden bepaald in een week of twee, drie. Dat wordt heel langzaam onderdeel van het diagnostisch repertoire: ‘U heeft een tumor, laten we het DNA van uw tumor bepalen en dat van uw lichaam, dan kunnen we kijken waar de verschillen zitten’.”

Ronald Plasterk
Ronald Plasterk

Wat is uw hoogste doel in uw nieuwe functie?

“Toen we indertijd werkten aan het humane genoom-project waren er drie beloftes. We gaan het hele menselijke genoom in kaart brengen. We gaan de eigenschappen van alle genen begrijpen. En dan gaan we iedereen genezen. Je zou kunnen zeggen: van die drie jongensachtige bravoure-beloften zijn de eerste twee behoorlijk ingelost. Alleen dat iedereen genezen, dat is nog niet erg opgeschoten. Dus daar moeten we ons nu op richten.
Er zijn nog steeds tumoren met een slechte prognose. Denk aan alvleesklierkanker. Aan glioblastoma, een hersentumor. Aan uitgezaaide longkanker. Vanaf het moment van de diagnose is de gemiddelde levensverwachting iets in de orde van één jaar. Op dat gebied kunnen we eigenlijk nog helemaal niet zo veel genezen en dat is wel de ambitie.”

Wat zou voor u het ideale resultaat zijn?

“Enerzijds zijn er die enorme, niet-opgeloste wetenschappelijke problemen. Anderzijds heeft mijn oude vakgebied een ongekende ontwikkeling doorgemaakt, het genoomonderzoek heeft een enorme vuurkracht.  Die twee zou je aan elkaar moeten koppelen. Je zou moeten kunnen zeggen: van iedere patiënt weten we wat de DNA-sequentie van de tumor is, hoe gaan we die kennis nou vertalen naar een gepersonaliseerde geneeskunde. Ik ben met name bezig met de vraag: hoe kun je op basis van die persoonlijke kennis van iemands tumor gerichte immunotherapie gaan doen, opdat het eigen afweersysteem de tumor te lijf kan gaan? Daarmee creëer je een nieuwe toegang tot geneesmiddelen. Daaraan wil ik graag meewerken. Het is mooi om te mogen bijdragen aan het onderzoek ten behoeve van de gezondheid van patiënten.”

Bent u al op uw nieuwe werkplek geweest?

“Ik ben in de aanloop naar de benoeming op veel plekken aangeschoven. Dagen polikliniek gedaan. Maar bijvoorbeeld ook een hele dag bij operaties gestaan, naast de chirurg. Ook heb ik multidisciplinair overleg mogen meemaken, waarin allerlei vakgebieden samenwerken: radiologen, radiotherapeuten, oncologen, chirurgen, verpleegkundigen. Dat is erg motiverend. Je ziet waar iedereen het voor doet. En hoe hard iedereen bezig is. En hoe mensen naar Amsterdam UMC  komen om op het scherp van de snede een medische behandeling te krijgen.”

Vanwaar toch de overstap van de politiek weer naar de wetenschap?

“Dit is mijn vak, natuurlijk. Ik vond het omgekeerde méér de vraag: waarom heb ik indertijd de overstap gemaakt van wetenschap naar politiek? Maar je zag dat in het oude Athene al: dat burgers een deel van hun leven besteedden aan het besturen van de stadsstaat. Zoiets doe je als het op je weg komt. Ik ben acht jaar minister geweest, heb in twee kabinetten het volk mogen dienen. Dat klinkt wat zwaar, maar soms is het een eenzame verantwoordelijkheid om knopen door te moeten hakken voor het land.
Het was een grote eer om dat te mogen doen, maar het is nu wel afgelopen. Ik heb me ook voorgenomen om mijn opvolgers niet voor de voeten te lopen met wijze raad of met kritiek. Je ziet mensen die na hun politieke carrière een beetje verongelijkt vanuit de zijlijn commentaar blijven geven. Daartoe voel ik geen enkele aandrang. Ik ga niet bij het tv-programma van Jeroen Pauw zitten om commentaar te geven op de gang van zaken in Den Haag. Het is de kunst om los te laten.
Daarbij helpt dat ik heel duidelijk iets belangrijks om handen heb, iets wat mijn hart heeft. Politicus zijn is een eervol en mooi ambt, maar ik heb die periode afgesloten.”

Heeft u in de politiek een verschil kunnen maken?

“Toevallig las ik net een onderzoek, uitgevoerd bij Beeld en Geluid, naar de manier waarop de media verslag doen van de Gay Pride in Amsterdam. Dat ging vroeger altijd in de sfeer van een reportage over blote billen, een beetje ‘aapjes kijken’. Dat onderzoek zegt: vanaf het moment dat er politici met de boten gingen meevaren, werden we opeens trots op het feit dat dit in Nederland kon. En dan denk ik toch: ik was de eerste minister die op zo’n boot stond.
In een kabinet met de Christen Unie en het CDA kon ik wel degelijk iets doen voor de homo-emancipatie. Ik dacht: we gaan nu niet onze vrijdenkende wortels vergeten. Dus de subsidie voor het COC werd verhoogd. Er zijn programma’s gestart om op scholen voorlichting te geven over homoseksualiteit. We hebben gewerkt aan een sfeer waarin mensen eerder uit de kast durven komen. Daarmee is toch het een en ander bereikt.
Verder heb ik me onder andere ingezet voor de beperking van de topinkomens, wat we de ‘Balkenende-norm’ zijn gaan noemen. Die heeft echt effect gehad, ook al is het nog niet helemaal klaar. Die wet heb ik door de Kamers gebracht en vervolgens gerepareerd omdat er vluchtwegen in bleken te zitten. Ik heb jaren de veiligheidsdienst AIVD gedaan om het land veilig te houden.”

Welkom terug in de wetenschap!

“Dank je. Maar het was wel degelijk een zinnige tijd. De politiek verdient het dat de beste mensen met verschillende achtergronden, van agrariër tot wetenschapper, zich een aantal jaren van hun leven met volle inzet aan de publieke zaak wijden. Daar moet ruimte voor zijn, dat moeten we koesteren.”

Tekst: Mieke Zijlmans

Foto: Bart Ruigrok