Armoede. Gebrek aan medische apparatuur en geneesmiddelen. Patiënten die hiv-positief zijn, die tbc onder de leden hebben. Geneeskundestudent Jasper Rieter liep een keuzestage in het straatarme Tonga Hospital in Zuid-Afrika. Een leerzame tijd.

Jasper Rieter is alweer even terug uit Zuid-Afrika, maar hij zit nog vol verhalen. “Een onverharde hobbelweg leidt naar het Tonga ziekenhuis; alleen het laatste stukje is bestraat. Het is een laag gebouw, alles is gelijkvloers. Tonga is een vrijwel gratis toegankelijk public hospital (openbaar ziekenhuis). De patiënten zijn allemaal arm. Mensen die het kunnen betalen, gaan naar een private hospital (privéziekenhuis).”

Jasper Rieter en dr. Mokola
Jasper Rieter en dr. Mokola

“De omstandigheden in het ziekenhuis zelf zijn naar onze maatstaven beroerd. Als je binnenkomt, wachten patiënten in de hal op bankjes langs de muren, op kleedjes op de grond. Niemand heeft een afspraak: wie het eerst komt, die het eerst maalt.” Zieke mensen, benadrukt Rieter, die vrijwel allemaal besmet zijn met tuberculose (tbc) en hiv en die dus een uitermate broze gezondheid hebben. “Zo worden de mensen die het kwetsbaarst zijn blootgesteld aan de grootste kans op besmetting.”

Aan alles is gebrek

Studenten geneeskunde aan de Universiteit van Amsterdam en de Vrije Universiteit hebben de mogelijkheid een keuzestage van 8 weken te lopen in het buitenland. Viavia hoorde Rieter (1993) over het Tonga ziekenhuis op het platteland van noordoostelijk Zuid-Afrika, in de provincie Mpumalanga. Hij was er in januari en februari 2019.

Het ziekenhuis telt tweehonderd bedden. Er zijn een spoedeisende hulp, afdelingen voor interne geneeskunde, voor chirurgie, voor hiv en voor tuberculose (tbc), en er is een huisarts. So far, so good. “Maar aan alles is gebrek. Dit public hospital krijgt weliswaar geld van de overheid, maar daarvan wordt alleen onderhoud gepleegd aan het gebouw: ze kopen geen middelen. Heel raar! Er is één röntgenapparaat, één ECG. Als het papier daarvan op is, kun je niks. Oké je kunt papier bestellen, dat heeft een levertijd van drie maanden. De inkoop van middelen wordt geregeld voor de hele regio, maar soms worden er dingen vergeten en is er bijvoorbeeld een tekort aan tbc-medicijnen, terwijl tachtig procent van de bevolking besmet is. De hygiëne is slecht, terwijl bijna alle patiënten hiv en tbc hebben.”

"Op de boerdderij naast mijn caravan, 30 minuten rijden van het Tonga Hospital."
"Op de boerdderij naast mijn caravan, 30 minuten rijden van het Tonga Hospital."

Gerund door basisartsen

Over de dokters spreekt Rieter met bewondering. “Het ziekenhuis wordt in feite gerund door basisartsen. Dat komt doordat alle dokters die afstuderen na twee jaar internships één jaar community service moeten doen in een public hospital, voordat ze verder mogen gaan met een opleiding, of een praktijk. Vervelend voor hen, maar een zegen voor de ziekenhuizen. Want de overige artsen werken liever niet in zo’n klein publiek ziekenhuis ver weg van de grote stad, in een arme regio.”

Wie denkt dat de dokters er dus wel slecht zullen zijn, heeft het volgens Rieter echter ernstig mis. “Zuid-Afrikaanse dokters zijn theoretisch extreem goed onderlegd. Ik denk dat ze een ouderwets-degelijke opleiding hebben gehad, want ze weten heel veel, en alles uit hun hoofd. Misschien zijn het wel betere dokters dan de Nederlandse. Alleen hebben ze te weinig middelen om elke patiënt te kunnen helpen.”

Ze hebben geleerd door te pakken, vertelt Rieter: “Geneeskundestudenten leren daar in hun derde jaar een ruggenprik te geven. Bij ons mag je dat alleen doen als je arts-assistent bent bij neurologie. Voor hun is dat gesneden koek. Op een gegeven moment moest ik assisteren bij een keizersnede en die arts zegt tegen me: ‘Geef jij haar even een ruggenprik’. Hij vond het onvoorstelbaar dat ik zoiets nog nooit had gedaan. Dat durven optreden vind ik erg bewonderenswaardig.”

Bevlogen en inspirerende man

Anderzijds, constateerde Rieter, is er een vreemd gebrek aan belangstelling voor ernstig zieke patiënten. “Alsof een mensenleven er minder toe doet dan bij ons. Dokters zien er de vreselijkste dingen, dus ze kijken nergens meer van op.”

Een uitzondering op die kennelijke onverschilligheid vormt Dokter Mokola, de geneesheer directeur van Tonga. Een bevlogen en inspirerende man die met alle middelen die hij ter beschikking heeft probeert de boel draaiende te houden. Rieter praat met bewondering over hem. “Mokola heeft het niet makkelijk. Hij heeft een gebrek aan middelen, hij werkt met een allergaartje aan artsen dat hij moet zien te motiveren. Maar hij houdt wel vol. Zonder hem zou er van een ziekenhuis als Tonga niets terechtkomen. Bewonderenswaardig. Een voorbeeld, die man.”

Tekst: Mieke Zijlmans
Foto’s: Jasper Rieter