Meer dan de helft van alle Amsterdammers heeft een migratieachtergrond. De bestaande Amsterdamse gezondheidszorg is daar onvoldoende op ingericht. Wat is er nodig voor ‘superdiverse’ zorg? Zorgverleners uit diverse disciplines, onder wie Amsterdam UMC-hoogleraar Karien Stronks, discussieerden erover in Pakhuis De Zwijger in Amsterdam.

Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat afkomst een belangrijke rol speelt in het ontstaan van gezondheidsproblemen, benadrukte Karien Stronks, hoogleraar Sociale Geneeskunde. Ze was maandagavond een van de inleiders tijdens de discussiebijeenkomst in het Pakhuis. Stronks onderbouwde haar stelling met een reeks eerste resultaten van het meerjarige onderzoeksprogramma HELIUS (Healthy Life in an Urban Setting). Dat is een breed opgezette studie van locatie AMC-onderzoekers met GGD Amsterdam. Samen proberen ze de biologische, psychologische en sociale oorzaken op te helderen van de ‘ongelijke ziektelast’ voor etnische groepen in Amsterdam, om daar beter op in te kunnen spelen. Aan het HELIUS-onderzoek werkten tot nu toe al 25.000 inwoners uit diverse etnische groepen mee.

Verschillen in ziektelast

De verschillen in ziektelast van autochtone (‘witte’) Amsterdammers en inwoners met een (niet-Westerse) migratieachtergrond zijn echt opvallend, liet Stronks zien. Zo onthulde de eerste meting, (2011-2015) dat diabetes niet alleen veel vaker voorkomt bij Hindoestaanse Surinamers, maar ook bij mensen met een Turkse, Marokkaanse, creools-Surinaamse en Ghanese achtergrond. Voor al deze etnische groepen geldt ook dat de aandoening vaak al optreedt op veel jongere leeftijd – 20 jaar eerder – dan bij mensen met Nederlandse wortels.

Depressies en discriminatie

Niet minder opmerkelijk zijn de bevindingen inzake depressies. Die komen met respectievelijk 24% en 19% het meest voor bij Turkse en Hindoestaans-Surinaamse deelnemers, tegenover 6% bij de autochtone Amsterdamse onderzoeksgroep. De onderzoekers konden vaststellen dat er een verband is tussen depressieve klachten van migranten en door hen ervaren discriminatie. “Toekomstig onderzoek moet uitwijzen of dat betekent dat discriminatie een oorzaak van depressie is. Als dat eruit komt, dan wijst onze studie erop dat het aantal mensen met depressieve klachten met ongeveer een kwart zou kunnen afnemen zónder ervaren discriminatie", aldus Stronks.

Ze besloot haar inleidende presentatie met cijfers over het vóórkomen van hoge bloeddruk onder diverse bevolkingsgroepen. Opvallend detail: hoge bloeddruk is bij één op de twee Nederlanders die eraan lijden onder (medische) controle. Bij Ghanese Amsterdammers geldt dat maar voor één op de vier patiënten.

Etnische herkomst registereren

Stronks legde de volle zaal in Pakhuis de Zwijger ook een paar ‘verandervoorstellen’ voor van de HELIUS-groep. Zo pleitte ze ervoor de etnische herkomst van patiënten consequent te registreren, omdat die “aantoonbaar relevant is” voor diagnostiek en behandeling. Ander HELIUS-voorstel: pas bestaande medische richtlijnen en protocollen aan om goede etnische zorg te kunnen geven. “Want tot nu toe zijn zulke richtlijnen overwegend gebaseerd op patiënten van autochtone afkomst.”

Afsluitend vroeg ze zorgprofessionals nog eens specifieke aandacht te schenken aan de oorzaken van ziekten bij patiënten met een niet-Westerse achtergrond. “Denk aan het eerder genoemde voorbeeld van discriminatie in relatie tot depressie. En aan specifieke culturele gewoonten die het voedingspatroon beïnvloeden.”  

Niet op een formulier

Na de inleidingen discussieerden de talrijke aanwezige – onder wie artsen, verpleegkundigen, docenten, maatschappelijk werkers, jeugdzorgprofessionals, psychologen en ervaringsdeskundigen - in themagroepen verder. Aan welke voorwaarden zou ‘inclusieve’ zorg moeten voldoen? Stronks’ voorstel om de herkomst van patiënten met een migratieachtergrond te registreren, werd gaandeweg nog wat verfijnd. “Vraag niet naar het land van herkomst, maar naar iemands roots - en vraag het niet op een formulier, maar leg patiënten uit waarom die informatie relevant is”, luidde de suggestie die de hoogleraar van 'haar' themagroep meekreeg.

Diversiteit op de werkvloer

Voor de plenaire afsluiting van de avond kwam diezelfde themagroep met drie “cruciale” randvoorwaarden om ‘superdiverse’ zorg te kunnen verwezenlijken. Allereerst: meer aandacht voor etnisch diverse zorg in medische opleidingen, en dan vooral voor de communicatie. Voorwaarde twee: meer zichtbare en herkenbare diversiteit op de werkvloer, om een veilig gevoel te creëren bij patiënten uit andere culturen. En voorwaarde drie: meer diversiteit in de samenstelling van patiëntengroepen voor medisch-wetenschappelijk onderzoek.

De organisatie van Pakhuis de Zwijger neemt deze randvoorwaarden als ‘pakket van eisen‘ mee naar het Amsterdamse We Make The City-festival in juni dit jaar - samen met de suggesties van de andere themagroepen op deze vruchtbare Pakhuisbijeenkomst.

Tekst: Daniëlle Kraft

Foto: Parool

Voor meer informatie over het HELIUS-onderzoek: www.heliusstudy.nl