Met GPS de darmen in

Na een buikoperatie kampen veel patiënten tijdelijk met een vertraagde maagwerking, waardoor ze een ‘diepe’ voedingssonde nodig hebben. Die wordt meestal endoscopisch geplaatst door een maag-darm-leverarts. Uit AMC-onderzoek blijkt dat een getrainde endoscopieverpleegkundige dit even goed kan, met een patiëntvriendelijke techniek.

Een ‘diepe’ voedingssonde loopt via neus, keel, slokdarm en maag tot in het eerste stukje van de dunne darm. Tien tot veertig procen van de patiënten die een maagdarmoperatie ondergingen, krijgt zo’n sonde. “Traditioneel plaatsten we die altijd endoscopisch”, vertelt Marc Besselink, chirurg in het AMC.

Maar die ingreep gaat gepaard met nogal wat logistieke organisatie en ongemakken voor de patiënt, legt endoscopieverpleegkundige Ann Duflou uit. “De patiënt wordt eerst naar onze endoscopie-afdeling vervoerd. Daar krijgt hij een roesje. De maag-darm-leverarts brengt een flexibele scoop via de neus tot in tot het begin van de dunne darm, daar wordt een voerdraad doorheen geschoven en dan wordt de endoscoop langzaam teruggetrokken. Over de voerdraad schuift de arts het voedingsslangetje naar binnen, waarna hij de draad weer verwijdert. Vervolgens moet de patiënt naar de röntgenafdeling om te zien of de sonde goed zit. De patiënt gaat daarna terug naar zijn eigen afdeling waar hij pas sondevoeding krijgt als de radioloog het groene licht heeft gegeven.”

Al met al een hele organisatie, terwijl het AMC toch allang een meer patiëntvriendelijke techniek in huis heeft: de Cortrak-methode. Hiermee kan een getrainde endoscopieverpleegkundige de voedingssonde inbrengen. Duflou: “Dat gebeurt allemaal aan het bed van de patiënt op de afdeling. Aan het uiteinde van die sonde zit een zendertje. Zo zie je via een GPS-systeem op het beeldscherm precies welke route het slangetje aflegt. De sonde is erg flexibel en wordt nog soepeler door lichaamswarmte. Dat voelt voor de patiënt veel comfortabeler. Bovendien is een röntgenfoto ter controle niet nodig.”

Hogere waardering

Duflou was tien jaar geleden een van de initiatiefnemers die de Cortrak-methode in het AMC introduceerden. Besselink: “Onze afdeling Maag-darm-leverziekten is al lang referentiecentrum voor andere ziekenhuizen. Alleen gebruikten wij deze techniek nog niet bij patiënten die een maagdarmoperatie hadden ondergaan. We wisten niet of het veilig was; vergelijkende studies ontbraken.”

Maar die twijfel is nu weggenomen. Uit onderzoek van het AMC en vier andere ziekenhuizen blijkt dat beide manieren om een sonde in te brengen even succesvol zijn. Er zijn geen verschillen in complicaties en patiënten geven een hogere waardering voor de Cortrak-techniek. De resultaten zijn onlangs gepubliceerd in de American Journal of Gastroenterology. Besselink denkt dat de patiënten de hoge waardering vooral geven omdat ze op hun eigen afdeling kunnen blijven. “Een ander voordeel is dat ze niet nuchter hoeven zijn voor de ingreep. Bovendien kunnen we een sonde die omhoog, terug in de maag, is gekomen met de Cortrak-techniek makkelijk terugplaatsen. Bij een endoscopische plaatsing zou de hele procedure opnieuw moeten.”

“Ik vind dit een mooi voorbeeld van een innovatief en patiëntgericht project waarin we bewijs hebben geleverd dat verpleegkundigen even goed zijn in het plaatsen van een diepe voedingssonde. Prachtig toch? Een handeling die een verpleegkundige kan overnemen van een arts.”

En hier stopt het project niet. De verpleegafdelingen Gastro-intestinale chirurgie zijn inmiddels begonnen met een vervolgproject waarin de Cortrak-endoscopieverpleegkundigen, chirurgische verpleegkundigen opleiden in de Cortrak-techniek. Zo kan de sonde voortaan ingebracht worden door de verpleegkundige die de patiënt al kent van de afdeling Chirurgie. De eerste vijf chirurgische verpleegkundigen hebben de training erop zitten. Besselink: “Het project loopt nog, maar de resultaten van de eerste vijfenveertig Cortrak-plaatsingen door chirurgische verpleegkundigen lijken vergelijkbaar met die van de endoscopieverpleegkundigen.”

Door Edith van Rijs