Patiënt beter af met nieuwe methode

De behandeling van een herseninfarct is sensationeel verbeterd: het is nu ook mogelijk om het stolsel dat het bloedvat blokkeert, eruit te trekken. Olvert Berkhemer promoveert 18 november op deze studie. “Nu moet je mensen binnen 6 uur na het herseninfarct behandelen. Voor sommigen kan dat misschien worden verlengd naar 12 uur.”

Eind 2014 brak er een kleine revolutie uit in de wereld van artsen die herseninfarcten behandelen. Wat bij problemen in de bloedvaten bij het hart al jarenlang gemeengoed is, dotteren, blijkt ook bij verstopte slagaders in de hersenen grote voordelen te hebben. De arts stuurt een dunne holle buis (katheter) via de bloedvaten naar het propje, klapt een stent uit in het propje en trekt het eruit. Ongeveer net zoals een cardioloog een vernauwd bloedvat bij het hart te lijf gaat.

De MR CLEAN-studie, waaraan een tiental ziekenhuizen, waaronder het AMC, heeft meegedaan, liet zien dat het ‘dotteren’ van de hersenen erg goed uitpakt. Radioloog in opleiding Olvert Berkhemer: “Met medicijnen kon 19 procent van de patiënten na drie maanden een onafhankelijk leven leiden. Na de dotterbehandeling was dat 33 procent. Een forse verbetering dus, maar nog steeds loopt een herseninfarct voor veel mensen niet goed af.”

Gemeengoed

De resultaten van de MR CLEAN-studie zijn in 2015 gepubliceerd in het wetenschappelijke vakblad New England Journal of Medicine. Dat artikel is meer dan 1100 keer geciteerd en uitgeroepen tot een van de meest opmerkelijke publicaties van het jaar. Het gevolg is dat de ‘stent’-methode gemeengoed is om een acuut herseninfarct te behandelen. Dan blokkeert een bloedstolsel of bloedpropje dat ergens in het lichaam ontstaat, een slagader in de hersenen. Het deel daarachter krijgt geen zuurstof en afhankelijk van waar het stolsel vastloopt, heeft dit ernstige tot zeer ernstige gevolgen. Er kunnen vitale functies, zoals spraak en beweging, uitvallen. Snel handelen is noodzaak. Hoe eerder de patiënt in het ziekenhuis is, hoe minder schade.

Sluipwegen

Berkhemer heeft in zijn promotieonderzoek voortgeborduurd op de resultaten van de MR CLEAN-studie. “Ik wilde weten of op de CT-scan die van de hersenen wordt gemaakt om te zien waar het stolsel zit, andere informatie over de patiënt valt te ontdekken om te beoordelen of de ingreep zinvol is.”

Tijd is allesbepalend. Artsen stellen dat het na zes uur geen zin meer heeft om het propje weg te halen. De hersenen hebben dan te veel schade opgelopen. “Maar bij sommige patiënten zie je op de scan dat wat bloed via sluipwegen naar het afgesloten deel van de hersenen stroomt. Dan is de kans op schade kleiner. Uit verdere analyse moet duidelijk worden of een ingreep na zes uur nog zin heeft. Voor sommigen kan dat misschien worden verlengd naar 12 uur. Het omgekeerde kan ook. Dan zie je grote zwarte delen op de scan. Door de afsluiting van het bloedvat krijgt een deel van de hersenen helemaal geen bloed meer. Dan moeten artsen zich afvragen of ingrijpen nog zin heeft.”

Lokale verdoving

Een ander aspect dat de promovendus heeft bekeken, is de wijze van verdoving tijdens de ingreep. Sommige ziekenhuizen gaven de patiënt alleen lokale verdoving van de lies waar de katheter in het lichaam wordt gebracht. In andere ziekenhuizen koos het behandelteam voor algehele narcose. Uit Berkhemers analyse blijkt dat lokale verdoving beter is. Het kost minder tijd en heeft minder invloed op de bloeddruk tijdens de ingreep, ook van belang voor een succesvolle afloop van het dotteren van de hersenen. “In het AMC hebben we de procedure rond de verdoving aangepast, maar meer studies zijn nodig om deze uitkomst te onderbouwen.”