16 nov 2019 | Verhaal

Arts die uitkomsten reanimaties verbeterde krijgt award

Op het cardiologiecongres van de American Heart Association in Philadelphia ontvangt cardioloog Ruud Koster vandaag de prestigieuze Lifetime Achievement Award for Resuscitation Science. Hij krijgt de onderscheiding van de American Heart Association voor zijn wetenschappelijke bijdrage aan het reanimatie-onderzoek. Door zijn inspanningen is de defibrillator niet meer weg te denken uit openbare ruimtes en woonwijken in Nederland.

Ruud Koster doet ruim 25 jaar onderzoek naar allerlei aspecten van een hartstilstand: ritmestoornissen, het reanimatieproces (beademing, borstcompressies), het gebruik van een defibrillator die automatisch een schok geeft als hij een hartstilstand detecteert. De arts stond aan de basis van reanimatierichtlijnen en belangrijke wijzigingen daarin die wereldwijd werden doorgevoerd. Zo was het tot 2000 gebruikelijk om maximaal 3 schokken achter elkaar te geven bij een reanimatie buiten het ziekenhuis. Koster toonde aan dat 1 schok volstaat, wat belangrijke tijdwinst heeft opgeleverd tijdens het reanimeren.

Woonwijken

Zijn bekendste wapenfeit is de invoering van de defibrillator – AED genoemd – in openbare ruimtes en later in woonwijken. Dat begon in 2000: Koster en zijn collega’s wilden een uitgebreide proef doen met de AED. Het plan was om politie en brandweer uit te rusten met het apparaat. Als iemand thuis of op straat een hartstilstand krijgt, zijn zij er enkele minuten eerder dan de ambulance. Omdat iedere seconde telt, zou het mooi zijn als ze alvast een schok kunnen toedienen met een defibrillator, bedacht Koster.

Dat ging echter niet zonder slag of stoot. “We hebben er hard voor moeten vechten om dat voor elkaar te krijgen. De politie vroeg zich af of dit wel hun werk is en ook bij de brandweer stonden ze niet te trappelen. Op een gegeven moment heeft de minister van Binnenlandse Zaken de knoop doorgehakt. Nu hebben alle politievoertuigen een AED, en zijn agenten en veel brandweerkorpsen erin getraind om het apparaat te gebruiken.”

Wetswijziging

In wetenschappelijke studies toonde Koster aan dat deze aanpak het succes van een reanimatie aanzienlijk heeft verbeterd. Met zijn onderzoeksresultaten overtuigde hij de politiek ervan dat het nóg beter kan als ook niet-artsen een defibrillator hanteren. “Daar was een wetswijziging voor nodig. De wet BIG zei namelijk dat het gebruik van een AED een voorbehouden handeling is. Met andere woorden: burgers mogen het apparaat niet gebruiken. De ministeriële beslissing om dit te veranderen is belangrijk geweest voor de verspreiding van de AED in Nederland.”

De rest van de wereld volgde vijf jaar later. “We hebben een tijd lang hiermee voorop gelopen. Onze wetenschappelijke publicaties over de gunstige effecten van het algemeen beschikbaar stellen van AED’s veranderden langzaam maar zeker hoe er wereldwijd over werd gedacht.” Sinds de invoering van de defibrillator bij politie en brandweer en in openbare ruimtes en woonwijken zijn de overlevingskansen na een hartstilstand gestegen van 9 naar 25 procent.

“Het succes van een reanimatie is in Nederland buitengewoon hoog – relatief gezien. Een recente Europese studie laat dat ook zien: op het lijstje van landen waar je overlevingskansen het grootst zijn na een hartstilstand buiten het ziekenhuis, staat Nederland bovenaan. Dat is grotendeels te danken aan de AED”, vertelt Koster.

Hartstilstand herkennen

Doel bereikt? Bij lange na niet, vindt de cardioloog. De overlevingskansen zijn nog steeds aan de lage kant. Daar valt een hoop te winnen. Bijvoorbeeld door de uitvoering van de reanimatie te verbeteren. Een defibrillator gebruik je om een schok toe te dienen, waarna je verder gaat met borstcompressies en beademing. Die borstcompressies moet je staken om de AED een analyse te laten doen van het hartritme, waarna het apparaat beslist of er een schok nodig is. “Iedere overbodige onderbreking van de reanimatie is er één te veel”, zegt Koster. “Daarom ontwikkelen we met een AED-fabrikant een algoritme om de hartslag te analyseren zonder de borstcompressies te onderbreken. Daarover rapporteren we dit weekend op het congres van de American Heart Association.”

Op welk deel van de reanimatie heb je als onderzoeker de minste invloed? “De eerste stap: zien dat iemand een hartstilstand heeft. Een derde van de mensen herkent de verschijnselen niet. Daardoor handel je niet op tijd en doe je niet de goede dingen. Dat is nog altijd het moeilijkste onderdeel van het reanimatieproces en het -onderwijs.”

Tekst: Irene van Elzakker
Foto: Elmer Bets