20 feb 2019 | Verhaal

Vaker complicaties bij nachtelijke operaties

Operaties onder volledige narcose in de late avond en nacht gaan gepaard met beduidend meer ongewenste effecten. De complicaties variëren van bloedverlies tot een gedeeltelijke klaplong en weefselschade. Dat blijkt uit de wereldwijde LAS VEGAS-studie onder leiding van Amsterdam UMC. De resultaten zijn in februari gepubliceerd in het British Journal of Anaesthesia.

Aan de studie deden 146 ziekenhuizen uit 29 landen mee in Europa, Noord- en Zuid-Amerika, het Middenoosten en Azië. Gedurende een week in 2013 verzamelden onderzoekers de gegevens van patiënten die onder volledige narcose gingen – en daarom beademd moesten worden – voor een ingreep. Daarbij maakten ze onderscheid tussen dag-operaties (tussen 8.00 en 20.00 uur) en nachtelijke operaties (tussen 20.00 en 8.00 uur). Zo ontstond een wereldwijde snapshot van bijna tienduizend chirurgische ingrepen.

Verreweg de meeste operaties – 9.306 om precies te zijn – vonden gedurende de dag plaats en 555 ’s nachts. De onderzoekers noteerden alle ongewenste effecten die tijdens de ingreep optraden. “Dat zijn complicaties die de gezondheid van de patiënt kunnen schaden”, legt Marcus Schultz uit, aan Amsterdam UMC verbonden als hoogleraar Experimentele Intensive Care Geneeskunde.

Bijna 44 procent van de nachtelijke patiënten en 34 procent van de dag-patiënten kreeg te maken met een ongewenst effect. Dat kan een bloeddrukdaling zijn, waardoor de organen minder bloed krijgen, schade aan longweefsel of nieuwe hartritmestoornissen. Het verschil tussen dag en nacht is aanzienlijk. Omgerekend is de kans op complicaties anderhalf keer zo groot bij een operatie buiten de reguliere uren. Ook ligt de patiënt na een nachtelijke ingreep gemiddeld een dag langer in het ziekenhuis.

Effect blijft overeind

“We analyseren de cijfers niet op het niveau van een land of van een ziekenhuis, maar we kunnen wel zeggen dat dit effect voor alle regio’s geldt waar we deze studie hebben uitgevoerd”, vertelt AIOS Anesthesiologie Sabrine Hemmes, coördinator van de LAS VEGAS-studie. “Als we de cijfers corrigeren op ernst van de ziekte en type chirurgie, blijft het effect bovendien overeind.”

De resultaten verbazen Hemmes en Schultz. “We hebben het op verschillende manieren nagerekend, maar dit bleef er uit komen”, zegt Hemmes. “Toen schrokken we.” Schultz: “Hier gaan we in het vakgebied en op congressen nog veel over praten.”

Want hoe is dit verschil te verklaren? De onderzoekers hebben niet kunnen kijken naar mogelijke oorzaken. Zoals vermoeidheid, verminderde alertheid bij chirurg of anesthesioloog, de hectiek van de nacht, de compleetheid van het team buiten kantooruren, onderbezetting en de aanwezigheid van geschoold personeel.

Driekwart geen spoed

Wat de verklaring ook is, opereren in de avond en nacht lijkt op basis van deze uitkomsten geen goed idee. Bovendien is het meestal niet nodig. Uit de studie bleek namelijk dat driekwart van de ingrepen buiten de reguliere uren vooraf gepland is, dus geen spoed.

Hemmes: “In Nederland hanteren we de richtlijn van de Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie, waarin staat dat je alleen ’s nachts operaties doet als het echt niet anders kan. Daar moeten we strenger op worden.” Want hoe vaak gebeurt het niet dat je toch nog even de OK opstart na achten omdat alles toch al klaar staat en je die ene patiënt nog wil helpen, schetst Schultz. “We doen er alles aan om ongewenste effecten tijdens een operatie te voorkomen. Dat kan niet altijd, want we hebben niet overal invloed op, zoals de gezondheidstoestand van de patiënt en de effectiviteit van de chirurgische ingreep. Maar hier kunnen we wel wat aan doen. Daarom moeten we ons realiseren dat we een risico nemen als we buiten de reguliere uren opereren.”

Tekst: Irene van Elzakker
Foto: Marieke de Lorijn/Marsprine