Behandeling van de oorschelpafwijking (oorschelpreconstructie)

De oorschelpafwijking kan door een ingreep (operatie) worden hersteld. Dit heet een (oorschelp)reconstructie. In Amsterdam UMC zijn er twee operatiemogelijkheden: reconstructie middels ribkraakbeen of middels MEDPOR® (een kunststof). Ook is het mogelijk om een uitwendige oorprothese te plaatsen. Dit laatste wordt meestal niet bij kinderen gedaan.

Het herstellen van de oorschelp heeft cosmetische en functionele doelen. Dat wil zeggen dat de doelen van de behandelingen zijn om het oor ‘mooier’ of ‘normaler’ (= cosmetische doelen) te maken én om ervoor te zorgen dat het bijvoorbeeld mogelijk is om een bril te dragen (=functioneel doel). Het herstellen van de oorschelp geeft echter geen gehoorverbetering. Uiteraard is het mogelijk om niets aan het afwijkende oor te doen.

Oorschelpreconstructie met ribkraakbeen

De chirurg vormt een oorschelp uit lichaamseigen ribkraakbeen en plaatst deze onder de huid. Deze methode kan vanaf de leeftijd van 8 jaar worden toegepast, en bestaat meestal uit twee operaties.

Oorschelpreconstructie met MEDPOR®

De chirurg plaatst een oorschelp gemaakt uit kunststof onder de huid. De kunststof die hiervoor gebruikt wordt heet MEDPOR® en bestaat uit poreus polyethyleen, een soort plastic dat is ontwikkeld voor gebruik als implantaat (een implantaat is iets wat in het lichaam geplaatst wordt). Het kunstoor blijft dan onder de huid en kan niet worden verwijderd. Deze methode kan al vanaf de leeftijd van 4 jaar worden toegepast en bestaat meestal uit slechts 1 operatie.

Patiëntenfolder: u leest in de patiëntenfolder voor oorschelpreconstructie meer over deze ingrepen, de opname en de nazorg.