Visie

Vallen komt steeds vaker voor bij ouderen en leidt bij hen tot verminderde kwaliteit van leven, sociale isolatie en functieverlies.

Vallen kan het gevolg zijn van mobiliteitsproblemen, maar er zijn veel meer risicofactoren. Ook acute en chronische ziekten geven een verhoogd risico op een val. Bovendien is vallen regelmatig het gevolg van een medicatiebijwerking. De incidentie neemt toe met de leeftijd en daarnaast met toenemende kwetsbaarheid en met toenemend aantal ziektes en aandoeningen. Om en nabij de helft van de valincidenten bij ouderen leidt tot letsel. En bij 10% van de valincidenten is er sprake van ernstig letsel zoals een botbreuk, hoofdletsel of zelfs overlijden.

Een val is dan ook de belangrijkste reden van letsel-gerelateerd eerste hulp bezoek in deze doelgroep en ongeveer één op de acht eerste hulpbezoeken van ouderen is het gevolg van een val. ‘Hoe kunnen we vallen voorkomen’ is zodoende een urgente vraag zowel vanuit patiënten- als vanuit gezondheids-economisch perspectief.

Oorzaken

Vallen bij ouderen heeft over het algemeen meerdere onderliggende oorzaken, variërend van verminderde kracht of evenwicht tot aandoeningen als artrose en hart- en vaatziekten tot medicatiebijwerkingen. Voor het voorkomen van toekomstige valincidenten wordt in de huidige klinische praktijk dan ook over het algemeen een multifactoriële valanalyse en behandeling toegepast. Hierbij wordt echter nog geen rekening gehouden met complexe verbanden die de verschillende valrisicofactoren met elkaar kunnen hebben, zoals interacties tussen ziekten en medicatie.

Ook hebben we nog weinig kennis over het effect van specifieke persoonskenmerken, zoals de rol van genetische variatie of andere biomarkers. Een gepersonaliseerde aanpak waarbij complexe patiëntenkarakteristieken met behulp van innovatieve statistische technieken worden meegenomen in de besluitvorming rondom behandeladviezen zou de zorg voor oudere vallers sterk kunnen verbeteren.

Onderzoekslijn Gepersonaliseerde val- en fractuurpreventie

De onderzoekslijn ‘Gepersonaliseerde Val- en fractuurpreventie’, geleid door prof. dr. Nathalie van der Velde (onerafdeling Geriatrie) richt zich op het optimaliseren van herkenning en behandeling van valrisicofactoren door middel van een geïndividualiseerde aanpak. Hiertoe wordt klinisch en epidemiologisch onderzoek verricht, met focus op kennisdisseminatie en implementatie in de klinische praktijk. De effectiviteit van valpreventie is echter sterk afhankelijk van betrokkenheid en bereidheid van zowel gezondheidsmedewerkers als patiënten zelf.

Zodoende is er in nauwe samenwerking met de afdeling Communicatiewetenschap van de UvA (prof. dr. Julia van Weert, dr. Annemiek Linn) veel aandacht voor het perspectief en de wensen en behoeften van zowel de patiënten als de gezondheidsmedewerkers.

De afdelingen Klinische Informatiekunde (prof. dr. Ameen Abu Hanna, dr. Stephanie Medlock) en Statistiek en Epidemiologie (dr. Natasja van Schoor) zijn nauw betrokken bij het ontwikkelden van complexe statistische modellen met innovatieve technieken. Het ontwikkelen van nieuwe diagnostische middelen met behulp van artificial intelligence gebeurt o.a. in samenwerking met de prof.dr.  Alfons Hoekstra (UvA, afdeling Computational Science).

Focus

Gezien de complexiteit van valrisico bij ouderen richt het onderzoeksconsortium zich op het ontwikkelen van praktische hulpmiddelen voor de besluitvorming, variërend van patiënten folders tot slimme klinische beslissingsondersteuning in het elektronische patiëntendossier. De focus van de onderzoekslijn ligt op dit moment bij medicatie- en hart- en vaatziekten gerelateerd vallen.