Om de diagnose en het ziektestadium van dunne darmkanker vast te stellen, moet er onderzoek worden uitgevoerd. De meest voorkomende onderzoeken zijn endoscopie, CT-scan en MRI.
Niet alle onderzoeken hoeven van toepassing te zijn voor u. Uw arts bepaalt welke onderzoeken nodig zijn om de diagnose te kunnen stellen.
Endoscopie
Een endoscopie wordt ingezet als onderzoek om de dunne darm van binnen te kunnen bekijken. Tijdens een endoscopie wordt met een dunne buis of slang in het lichaam gekeken. De slang wordt via de slokdarm en de maag tot aan de dunne darm ingebracht. Via de buis kunnen verschillende handelingen worden uitgevoerd. Met de standaard endoscoop kan het eerste en laatste deel van de dunne darm worden bekeken. Door de endoscoop kan ook een contrastvloeistof in de darm worden gespoten om een duidelijker beeld te krijgen. Verder kunnen met de endoscoop ook cellen of weefsel worden weggehaald. Dit materiaal kan vervolgens verder worden onderzocht.
Een endoscopie wordt moeilijker hoe verder de tumor in de dunne darm ligt. Voor beeldvorming van dieper gelegen tumoren zijn nieuwe technieken beschikbaar. Er kan bijvoorbeeld gebruik worden gemaakt van een dubbelballon endoscopie. De arts brengt de endoscoop in de dunne darm via de anus of de mond. Vervolgens zet de endoscoop zich daar vast met behulp van kleine ballonnen. Door de peristaltische knijpbewegingen van de dunne darm beweegt de endoscoop door de darm heen. Zo kan de hele dunne darm goed bekeken worden. Ook kan de dunne darm bekeken worden door u een videocapsule te laten slikken. Deze capsule beweegt zich in enkele dagen door de darm en maakt beeldopnamen van de binnenzijde van de darm.
Een endoscopie is een dagbehandeling. U hoeft niet opgenomen te worden in het ziekenhuis.
CT-scan
Bij dunne darmkanker wordt een CT scan van buik en borstkas gemaakt. Een CT-scan wordt ingezet als onderzoek om de exacte plaats en omvang van de tumor vast te stellen. Ook kan eventuele betrokkenheid van omliggende organen, vergrote lymfeklieren en de aan- of afwezigheid van uitzaaiingen in bijvoorbeeld de lever en longen in beeld worden gebracht.
CT staat voor computertomograaf. Door middel van röntgenstraling worden met dit apparaat organen en weefsels gedetailleerd in beeld gebracht. Tijdens het onderzoek ligt u op een beweegbare tafel, die langzaam door het apparaat (in de vorm van een ring) heen wordt geschoven. Vanuit een groot aantal hoeken rondom uw lichaam wordt een hoeveelheid röntgenstraling uitgezonden en vervolgens wordt in kleine stappen gemeten hoeveel straling is doorgelaten. De CT –scanner maakt daardoor een groot aantal foto’s. Van de vele dwarsdoorsneden wordt uiteindelijk door de computer een driedimensionale weergave gemaakt. Hierop kunnen organen, bloedvaten, tumoren en eventuele uitzaaiingen bekeken worden.
Om bloedvaten duidelijk zichtbaar te maken is het vaak nodig om een contrastvloeistof te gebruiken. Hierdoor is te zien of de tumor is doorgegroeid in omliggende organen, wat de relatie is met omliggende bloedvaten en of er uitzaaiingen zijn naar andere delen van het lichaam. De contrastvloeistof krijgt u in drinkbare vorm of via een infuus aangeboden. De contrastvloeistof wordt soms ervaren als een warm en weeïg gevoel, en is niet schadelijk. Om misselijkheid te voorkomen, wordt vaak geadviseerd om enkele uren voor het onderzoek niet meer te eten of drinken.
MRI
De dunne darm kan met een speciaal MRI onderzoek (MRI-enteroclyse) gedetailleerd in beeld worden gebracht. Daarbij wordt ook via een neussonde contrast toegediend in de darm.
Een MRI-scan komt op veel punten overeen met een CT-scan. Het grote verschil is echter dat in plaats van röntgenstraling, bij een MRI magnetische straling wordt gebruikt. Hierdoor is een MRI minder schadelijk dan een CT-scan. Het nadeel van een MRI-scan is dat het de MRI-scanner veel groter is en veel lawaai maakt. Een MRI-scan is niet geschikt voor personen die metalen in hun lichaam hebben, deze worden aangetrokken door de magnetische straling.
Heeft u nog vragen?
Mocht u na het lezen van deze informatie nog vragen hebben, dan kunt u die gerust stellen. U kunt contact met ons opnemen:
- Via de e-mail: gioca@amc.nl
- Telefonisch zijn wij op werkdagen bereikbaar van 8.30 tot 12.00 uur en van 13.30 tot 16.00 uur op telefoonnummer 020-4441100 (kies optie ‘colorectale poli AMC’)
- Ook heeft de GIOCA-verpleegkundige een telefonisch spreekuur op maandag tot en met vrijdag van 09.00 tot 11.00 uur op telefoonnummer 020 – 566 3634.