De bloedafname

Het CDL-AMC verzorgt de bloedafname voor klinische patiënten op doordeweekse dagen. Bij een beperkt aantal afdelingen wordt ook in het weekend en op feestdagen bloed afgenomen door medewerkers van het CDL-AMC.

De bloedafname bij poliklinische patiënten vindt plaats op het Laboratorium Bloedafname (polikliniek).

Een bloedafname in het AMC wordt uitsluitend uitgevoerd door medewerkers die volgens nationale richtlijnen zijn gecertificeerd. Deze medewerkers zijn getraind om bloedafnames volgens vastgestelde procedures uit te voeren om enerzijds op een veilige en betrouwbare wijze bloed af te nemen en anderzijds het zo comfortabel en veilig mogelijk te maken voor de patiënt.

Hoe gaat een veneuze bloedafname in zijn werk?

Belangrijke onderdelen voorafgaand aan de bloedafname zijn een goede handhygiëne en een strikte patiënt verificatie. Er wordt door een gecertificeerde medewerker die de bloedafname uitvoert in ieder geval naar de voorletters, naam en geboortedatum van de patiënt gevraagd ter verificatie. Deze verificatieprocedure vindt dus ook plaats in het geval dat er bij de patiënt in de historie al eerder bloed is afgenomen door dezelfde medewerker.

De voorkeur wordt gegeven aan het veneus afnemen van bloed. De bloedafname begint met het aanbrengen van een stuwband om de bovenarm van de patiënt. De druk in de aderen van de patiënt wordt daardoor vergroot, waardoor de ader beter voelbaar en zichtbaar wordt voor de medewerker. Het door de patiënt maken van een vuist kan helpen om de ader beter voel- en zichtbaar te maken. Het bloed wordt meestal afgenomen uit een ader in de elleboogholte van de linker of rechter arm. Nadat de medewerker een geschikte ader in de elleboogholte heeft gevonden dan wordt de naald in één vloeiende beweging in de ader gebracht. Tijdens de bloedafname wordt de stuwband verwijderd en het bloed opgevangen in verschillende buizen. De hoeveelheid af te nemen buizen is afhankelijk van de door de arts aangevraagde laboratoriumtesten. Er zijn vaak meerdere verzamelbuizen nodig, met verschillende kleuren doppen, die elk een ander type anticoagulans bevatten die nodig zijn om het bloed in een optimale conditie te houden om de testen in het laboratorium uit te kunnen voeren. Een vacuüm in de buizen zorgt dat deze zich snel vullen met bloed. Door het gebruik van patiëntvriendelijke naalden hoeft tijdens het verwisselen van de buizen de naald niet uit de arm van de patiënt te worden verwijderd. De patiënt voelt dus in principe maar één keer een relatief lichte prik van de naald. Na de bloedafname wordt de naald verwijderd en de plek waar geprikt is netjes afgedekt. Iedere bloedbuis wordt voorzien van een uniek etiket, zodat de buis door de medewerker kan worden aangemeld in het digitale laboratorium informatie management systeem.

Mocht een veneuze bloedafname wegens omstandigheden niet tot de mogelijkheid behoren dan kan het bloed worden afgenomen door middel van bijvoorbeeld een vingerprik, mits deze manier van bloedafname niet met de uiteindelijke laboratoriumuitslagen kan interfereren. Dit wordt ook wel een capillaire bloedafname genoemd.

Meer algemene informatie over de bloedafname staat beschreven in de patiënteninformatiefolder ‘De bloedafname en laboratoriumonderzoek’. Deze folder is als papieren exemplaar bij het Laboratorium Bloedafname (polikliniek) verkrijgbaar.

Contact

Receptie

Bouwdeel B1-112 Telefoonnummer: 020-5663123
Maandag tot en met zondag

Consult

Voor consulten is de dienstdoende klinisch chemicus bereikbaar via de telefooncentrale van het AMC op het telefoonnummer 020-5669111
Maandag tot en met zondag

Secretariaat

Bouwdeel F1-219 Telefoonnummer: 020-5663025
Maandag tot en met donderdag van 08.30 tot 17.00 uur