Na de operatie

Wanneer uw operatie klaar is belt de neurochirurg uw contactpersoon. Deze krijgt dan informatie over het verloop van de operatie en uw gezondheidstoestand. Uw contactpersoon kan vervolgens familie en vrienden op de hoogte stellen.

Als u goed wakker bent geworden uit de narcose op de uitslaapkamer, gaat u terug naar de afdeling. Hier houdt u de rest van de dag bedrust. Een verpleegkundige controleert regelmatig de bloeddruk en de polsslag. De volgende dag mag u in principe uit bed en op de verpleegafdeling rondlopen. De eerste dagen na de operatie kunt u last hebben van vermoeidheid en/of hoofdpijn. Eén tot drie dagen na de operatie mag u naar huis. De stimulator staat dan nog niet aan.

Het optimaal instellen van de stimulator

Wanneer de elektroden en elektrische neurostimulator zijn geplaatst wordt deze geprogrammeerd. Dit gebeurt ongeveer één tot twee weken na ontslag uit het ziekenhuis tijdens een dagklinische opname die een paar uur duurt.

Vervolgens worden eventuele aanpassingen aan de DBS gemaakt tijdens poliklinische vervolgafspraken. Het kan daarna soms wel een half jaar tot een jaar duren voordat het optimale effect van uw behandeling is bereikt. Over het algemeen laat het effect van de behandeling bij dystonie wat langer op zich wachten. U blijft daarnaast onder controle van de neuroloog die u naar het AMC heeft verwezen.

Na de operatie blijft behandeling met medicijnen noodzakelijk. Vaak kunnen de medicijnen worden verminderd. Na gemiddeld 5 jaar, soms eerder, soms later, moet de elektrische neurostimulator vervangen worden. Bij patiënten met dystonie kan dit eerder nodig zijn, meestal na twee tot drie jaar. Tegenwoordig zijn er ook oplaadbare neurostimulators. De levensduur van deze neurostimulator is 15 tot 20 jaar. U moet deze zelf wekelijks opladen.

Complicaties en bijwerkingen van de DBS bij bewegingsstoornissen

We maken onderscheid tussen complicaties als gevolg van de operatie en bijwerkingen van de stroom van de elektrische neurostimulator. De bijwerkingen als gevolg van de stroom verdwijnen of nemen veelal af na het aanpassen van de stimulatie instelling. Soms is het moeilijk of niet mogelijk een optimale balans te vinden tussen optreden van bijwerkingen en een goed effect van de stimulatie.

De kans op blijvende complicaties is klein (minder dan tien procent). Voorbijgaande complicaties treden op bij ongeveer de helft van de patiënten.

Complicaties en bijwerkingen van DBS bij tremor

De meest voorkomende complicaties en bijwerkingen zijn:

  • er bestaat een kans (minder dan 2%) op infectie;
  • er bestaat een kans van 5% op het kapot gaan van het stimulatiesysteem, dit is met een hersteloperatie goed op te lossen;
  • bij minder dan 2 % van de operaties komen ernstige complicaties voor, zoals een hersenbloeding met een tijdelijke spraakstoornis. Langer verblijf in het ziekenhuis is dan noodzakelijk. In de afgelopen jaren heeft bij behandeling in het AMC niemand hierdoor blijvende verlammingsverschijnselen gehouden;
  • er bestaat een kans van 60% om als gevolg van de stroom in de hersenen spraak of balansproblemen te ontwikkelen. Deze klachten kunnen gering of ernstig zijn. Indien de stroom wordt verlaagd nemen deze klachten vaak af of verdwijnen ze. Soms lukt het niet goed een goede balans te vinden tussen een goed effect op het beven en de bijwerkingen;
  • (tijdelijke) verwardheid;
  • de kans dat het effect van de behandeling in de loop van de tijd afneemt is 70%.

Complicaties en bijwerkingen van DBS bij dystonie

De meest voorkomende complicaties en bijwerkingen zijn:

  • er bestaat een kans (minder dan 2%) op infectie;
  • er bestaat een kans van 5% op het kapot gaan van het stimulatiesysteem, dit is met een hersteloperatie goed op te lossen;
  • bij minder dan 2 % van de operaties komen ernstige complicaties voor, zoals een hersenbloeding met een tijdelijke spraakstoornis. Langer verblijf in het ziekenhuis is dan noodzakelijk. In de afgelopen jaren heeft bij behandeling in het AMC niemand hierdoor blijvende verlammingsverschijnselen gehouden;
  • (tijdelijke) verwardheid;
  • sombere stemming;
  • er bestaat kans op bijwerkingen als gevolg van de stroom in de hersenen: spraakproblemen (bij minder dan 20%), balansproblemen (bij minder dan 10%), klachten van moeilijk bewegen (50%, maar deze klachten zijn vaak gering).

Indien de stroom wordt verlaagd nemen deze vaak klachten af of verdwijnen deze. Soms lukt het niet goed een goede balans te vinden tussen een goed effect op het beven en de bijwerkingen.

Complicaties en bijwerkingen van DBS bij de ziekte van Parkinson

De meest voorkomende complicaties en bijwerkingen zijn:

  • er bestaat een kans (minder dan 2%) op infectie;
  • er bestaat een kans van 5% op het kapot gaan van het stimulatiesysteem, dit is met een hersteloperatie goed op te lossen;
  • bij minder dan 2 % van de operaties komen ernstige complicaties voor, zoals een hersenbloeding met een tijdelijke spraakstoornis. Langer verblijf in het ziekenhuis is dan noodzakelijk. In de afgelopen jaren heeft bij behandeling in het AMC niemand hierdoor blijvende verlammingsverschijnselen gehouden.
  • onduidelijker spreken ("met een dubbele tong");
  • veelvuldig knipperen en krampen van de spieren van de ogen en oogleden; -(tijdelijke) verwardheid;
  • uw balans kan onzeker zijn.

Zeldzame bijwerkingen zijn:

  • gedragsveranderingen (ontremd zijn, minder rekening houden met anderen);
  • verslaving, bijvoorbeeld gokken;
  • een verhoogde seksuele behoefte;
  • problemen met denken en geheugen.

Tijdens de screening voorafgaand aan de operatie wordt onderzocht of er bij u een grotere kans is op het krijgen van deze zeldzame bijwerkingen.