Mammarecontructies

In Nederland krijgt 1 op de 8 vrouwen borstkanker. De afgelopen jaren hebben veel ontwikkelingen plaats gevonden in de diagnostiek en behandeling van borstkanker die de prognose gunstig hebben beïnvloed. Hierdoor bestaat er een grotere vraag naar borstreconstructies. Tegenwoordig is bekend dat een reconstructie niets verandert aan het verloop van de ziekte, maar wel de kwaliteit van de overleving verbetert.

Een borstreconstructie is bij vrijwel iedere vrouw mogelijk. Ook een slechte kwaliteit van de huid, bijvoorbeeld door bestraling, hoeft tegenwoordig een goed resultaat niet in de weg te staan. Er zijn verschillende manieren om een borst te reconstrueren. Niet iedere methode is geschikt voor elke patiënt. Welke methode voor u het meest geschikt is, zal de plastisch chirurg met u bespreken

Bij ongeveer 5% van de vrouwen met borstkanker gaat het om een erfelijke vorm van borstkanker. Wanneer een genmutatie (BRCA1 of BRCA2, of ander hoog-risico gen) is aangetoond, kan een preventieve amputatie van de borsten overwogen worden, gevolgd door een directe reconstructie.

Lipofilling

Onregelmatigheden in de contour kunnen verfraaid worden met lipofilling. Hierbij wordt lichaamseigen vet opgezogen (van buik of bovenbenen) en bij de borst ingespoten.

Via kleine sneetjes wordt het gebied waar de vetcellen worden weggezogen 'opgespoten' met een vloeistof (liposuctievloeistof) die het wegzuigen vergemakkelijkt en bloedverlies vermindert. Hierna wordt met een zuigbuis het benodigde vetweefsel opgezogen en wordt het vet ingespoten bij de borst.

Na de operatie moet u strakke onderkleding dragen op de plek waar vet is weggenomen. Hierdoor kan de huid goed op de onderlaag verkleven. Deze drukkende 'onderkleding' moet u vier tot zes weken dragen.

Na de operatie kunt u enkele weken last hebben van bloeduitstortingen, een gezwollen huid en beurs gevoel. De meeste mensen ervaren lipofilling niet als zeer pijnlijk. De eerste drie tot zes weken moet u rustig aan doen en activiteiten vermijden waarbij druk ontstaat op de borst.

Doorgaans zal na verloop van tijd een deel van het ingebrachte vet verdwijnen. Daarom zal vaak overvuld worden en zijn vaak meerdere behandelingen nodig. Indien u rookt is het belangrijk hiermee te stoppen, aangezien roken de kans op overleving van de vetcellen aanzienlijk verkleint.
Het uiteindelijk resultaat is blijvend en veilig omdat het lichaamseigen vetcellen zijn.

De belangrijkste complicaties zijn onregelmatigheden en tijdelijke gevoelloosheid op de plek waar vet is weggezogen, infectie en harde plekken op de plek waar vet is ingespoten.

Op dit moment wordt lipofilling niet altijd door de zorgverzekeraar vergoed.

Leefregels

Het is belangrijk dat u direct contact opneemt bij de volgende klachten:

  • lichaamstemperatuur van 38° C of meer;
  • plotselinge of hevige pijn in het operatiegebied;
  • roodheid van het operatiegebied;
  • toegenomen warmte (gloeien) van het operatiegebied;
  • toenemende zwelling van het operatiegebied;
  • een algeheel malaisegevoel;

Wij adviseren u niet te roken. Roken verhoogt het risico op complicaties en zorgt voor afsterving van de vetcellen.

In geval van lipofilling in de borstregio is het belangrijk dat u met onderstaande rekening
houdt:

  • u mag gedurende 1 week niet op de buik slapen;
  • na de operatie bepaalt de plastisch chirurg of u direct een BH mag dragen of daar nog
    mee moet wachten;
  • op welk moment u weer mag gaan sporten bespreekt u met uw arts tijdens uw afspraak
    op de polikliniek;
  • zwaar tillen (boven de vijf kg) wordt afgeraden gedurende 2 weken.

Liposuctie

Bij liposuctie van de buik of flanken wordt aangeraden 2 tot 4 weken een “fietsbroek” of
andere drukgevende kleding te dragen als tegendruk.

Borstreconstructie met implantaten

Een reconstructie met implantaten kan zowel primair (tijdens de ingreep dat de borst verwijderd wordt) of secundair (in tweede instantie) plaatsvinden.

Bij een directe reconstructie zal in principe meteen de definitieve prothese worden geplaatst. Deze wordt zoveel mogelijk onder de grote borstspier geplaatst. Hetzelfde litteken wordt gebruikt als waardoor de borst verwijderd is, dus u krijgt geen extra littekens. Wel heeft u een drain als u wakker wordt en die zal enkele dagen blijven zitten. Het is waarschijnlijk dat u daarmee naar huis gaat met instructies.

Bij een secundaire reconstructie zal de huid eerst moeten worden opgerekt met een ballonnetje (tissue expander). Poli-klinisch zal het ballonnetje dan gevuld worden met NaCl. Twee weken na de operatie wordt hiermee gestart. Langzaam wordt zo de huid opgerekt. Na ongeveer drie maanden zal de tissue expander operatief vervangen worden door een definitieve prothese. 
Het is niet altijd mogelijk een reconstructie met protheses te verrichten. Indien de huid bijvoorbeeld bestraald is, kunnen de complicatie risico’s te hoog worden en kan het zijn dat er eigen weefsel bijgevoegd dient te worden.

Een reconstructie met een prothese is een relatief eenvoudige procedure, die indien direct gedaan wordt ongeveer een uur extra operatie tijd in beslag neemt. U ligt ongeveer twee, drie dagen opgenomen. De herstelperiode is 6 weken.

Complicaties

  • Een nabloeding
    Hierbij gaan er bloedvaten die tijdens de operatie dicht gemaakt zijn weer open. Hoesten, persen, of een plotselinge verhoging van de bloeddruk kan hiervan de oorzaak zijn. Indien zich teveel bloed ophoopt bij de prothese, moet u nogmaals worden geopereerd. De bloeding wordt gestopt en de stolsels verwijderd.
  • Een infectie
    Omdat er een prothese in het lichaam is achtergelaten, is de kans op infectie bij deze operatie iets groter dan bij andere ingrepen. Indien er een infectie in de borst optreedt, zal in vele gevallen de prothese verwijderd moeten worden. Pas nadat het lichaam weer is hersteld (circa 12 weken) wordt er een nieuwe reconstructie uitgevoerd. Waarschijnlijk zal dan eerst een tissue expander geplaatst moeten worden om de huid weer op te rekken en te ontplooien. De kans dat deze complicatie zich voordoet is veel groter bij vrouwen die roken en/of te zwaar zijn.
  • Afsterven van de huid
    De huid die gespaard is bij de ingreep en die de prothese moet bedekken is dun en kwetsbaar. Ter plaatse van het litteken krijgt de huid het minste bloed en heeft deze het het moeilijkst.
    Bij weefselversterf, ook wel necrose genoemd, zal de huid donker verkleuren. Dit zal in de dagen na de ingreep gebeuren. Als dit het geval is zullen we deze dode huid op de operatiekamer verwijderen, om te voorkomen dat de wond gaat infecteren. Er wordt altijd geprobeerd de prothese terug te plaatsen, indiener veel huid verloren is dan lukt dit niet en zal er een tissue expander worden geplaatst. Deze zal dan later vervangen worden door een prothese.
  • Kapselvorming
    Kapselvorming is een complicatie die na het inbrengen van een borstprothese kan optreden.
    Dit gebeurt meestal op de lange termijn. Het lichaam maakt altijd een laag bindweefsel aan rond de prothese. Bij de meeste vrouwen blijft dit een mooi, soepel, niet voelbaar kapsel. Bij een klein percentage wordt het kapsel op den duur actief en groeit. Het kan tot gevolg hebben dat de borst hard en pijnlijk wordt. Indien dit het geval is moet de prothese worden vervangen. Als u toch bestraling zal moeten krijgen na de ingreep is de kans op kapsel-vorming groter.
  • Gevoel
    Het gevoel in de gereconstrueerde borst zal verminderd of afwezig zijn.

Resultaat na de operatie

Bij een borstreconstructie wordt ernaar gestreefd de natuurlijke lijn en vorm van uw figuur zo goed mogelijk na te bootsen. De plastisch chirurgen besteden veel zorg aan de esthetische aspecten van deze ingreep. Toch kan een gereconstrueerde borst uw echte borst nooit helemaal vervangen en zal deze altijd afwijken van uw eigen borst. De borst zal wat meer opstaan en minder uitzakken dan de eigen borst. Het volume zal ook iets anders zijn.
Op termijn zal wellicht het volume van de gezonde borst aangepast moeten worden zodat er zoveel mogelijk symmetrie ontstaat.

Latissimus dorsi lap (LD)

Wanneer u bijvoorbeeld bestraald bent op de borstkas, is de huidenvelop ongeschikt om opgerekt te worden. In dat geval kan de rugspier (latissimus dorsi) worden verplaatst, al dan niet met huid van de rug. Het volume kan vergroot worden door vet van de rug mee te nemen en door een (expander)prothese onder de rugspier te plaatsen. Deze methode is technisch iets complexer dan wanneer uitsluitend protheses worden gebruikt.

De operatie vindt plaats onder algehele narcose en duurt ongeveer drie uur. Dit kan direct aansluitend aan de amputatie door de chirurg plaatsvinden of enige tijd daarna. Er wordt een snee (en dus een nieuw litteken) op de rug gemaakt om de spier vrij te leggen. Deze snee kan schuin verlopen of dwars in het verloop van het BH-bandje. De spier (en eventuele huid) wordt vanuit de rug naar de voorkant van de borstkas gebracht. De eigen bloedvoorziening van de spier blijft in de oksel intact. Hierna wordt de rug dichtgemaakt, nadat een drain is geplaatst. Vervolgens kan bij de borstkas een (expander)prothese onder de verplaatst rugspier worden gebracht. De huid wordt gesloten met achterlaten van een drain.

TD lap (thoraco dorsale lap)

Indien een prothese alleen niet lukt en er eigen weefsel toegevoegd dient te worden kan soms ook voor een thoracodorsale lap (TD lap) gekozen worden. Hierbij wordt een lap gesneden van huid en onderliggend vet weefsel en deze wordt naar de zijkant van de borst gedraaid als extra toevoeging van weefsel. U hebt dan een dwars litteken ongeveer 10 cm onder de oksel. Deze plek kan in het begin wat strak aanvoelen. Hierbij zal altijd een tissue expander of prothese geplaatst worden.

Complicaties

Voor de prothesecomplicaties verwijzen wij u naar 'borstreconstructie met protheses'. 
Complicaties specifiek voor de rugspier zijn wondvocht (seroom) op de rug dat veelal spontaan verdwijnt door het dragen van strakke kleding. Soms is het nodig de vochtophoping op de polikliniek aan te prikken. Daarnaast kan er een trekkende gevoel in de oksel ontstaan, dat bij ernstige klachten met een relatief kleine operatie verholpen kan worden. Doorgaans ondervindt u op lange termijn geen functionele klachten van het gemis van de rugspier. Het zou een verminderde kracht van armbewegingen boven het hoofd kunnen geven.
Littekens zullen na verloop van tijd meestal vervagen, maar soms blijven de littekens langdurig rood en verdikt.

Leefregels

  • Het is belangrijk dat u direct contact opneemt bij de volgende klachten:

    • lichaamstemperatuur van 38° C of meer;
    • plotselinge of hevige pijn in het operatiegebied;
    • roodheid van het operatiegebied;
    • toegenomen warmte (gloeien) van het operatiegebied;
    • toenemende zwelling van het operatiegebied;
    • een algeheel malaisegevoel.Wij adviseren u niet te roken. Roken verhoogt het risico op complicaties.
  • Douchen mag 24 uur na de operatie. Als de wond bedekt is met wondfolie en/of papierenpleisters kunt u deze gewoon laten zitten;
  • Voor een optimale wondgenezing, zonder ‘zwaartekracht’, adviseren wij u een sport BHte dragen, gedurende 6 weken dag en nacht aan. De sport BH kan over/ondanks de wondop de rug gedragen worden;
  • Fysiotherapie van de schouder zal 2 weken na operatie starten indien dit noodzakelijk is.De arts beoordeelt op de polikliniek of dit voor u noodzakelijk is en geeft u dan eenmachtiging mee;
  • Als er tevens een prothese (tissue expander) geplaatst is krijgt u daarvoor nogaanvullende leefregels.

DIEP reconstructie

Een DIEP reconctructie is een reconstructie met lichaamseigen weefsel vanuit de buik. DIEP staat voor Deep Inferior Epigastric Perforator. Dit is een bloedvat dat het vet en de buikhuid van bloed voorziet. Het bloedvat komt uit de lies. Vroeger werd vet van de buik ook gebruikt om een borst te reconstrueren, maar vaak werd er een groot of klein deel van de spier (TRAM of mini-TRAM operatie) meegenomen. Het nadeel van deze operatie was dat er vaak spierzwakte van de buik ontstond. De DIEP lap is een zogenaamde “perforator” lap dat wil zeggen een “lap” weefsel (vet en huid) van bloed voorzien door een bloedvat dat tussen de spier wordt vrijgemaakt en waarbij , in het geval van de DIEP, de hele buikspier intact wordt gelaten. Deze zogenaamde “perforator” lappen zijn de “state of the art” voor het reconstrueren van borsten. Door het gebruik van de huid en het vet van de buik wordt er een borst gemaakt van zacht, warm en levend weefsel. De zeer kleine bloedvaten van het buikvet worden ter hoogte van de lies losgemaakt en bij de borstkas weer aan andere bloedvaten gehecht. Dit gebeurt met behulp van de microscoop. Vervolgens wordt van het buikvet en de buikhuid een nieuwe borst gevormd. Het resultaat bij de buik is vergelijkbaar met een buikwandcorrectie, waarbij er een groot litteken op de onderbuik ontstaat.
Een DIEP procedure is een ingreep die 5-10 uur in beslag neemt en waarbij u ongeveer 5-7 dagen opgenomen ligt. U moet rekening houden met een herstelproces van zes weken. Vaak is een 2e kleine ingreep nodig om secundaire correcties uit te voeren.

Complicaties

Zowel bij de borst als buik is er een kans op een nabloeding of een infectie. Daarnaast is er bij de buik kans op wondvocht (seroom) en zal de buikhuid na de operatie wat doof aanvoelen. De grootste complicatie bij de borst is een gedeeltelijke of gehele afsterving van de DIEP-lap bijvoorbeeld als gevolg van een stolsel in de bloedvaten. Als dit niet direct opgelost kan worden, zal in tweede instantie een nieuwe borst gemaakt moeten worden met ander weefsel. Littekens zullen na verloop van tijd meestal vervagen, maar soms blijven de littekens langdurig rood en verdikt.

Het voornaamste algehele operatierisico is een trombosebeen en longembolie als gevolg van de lange ligduur. Om die kans te verkleinen krijgt u tijdens de operatie en de dagen erna steunkousen.

De kans op complicaties is sterk verminderd wanneer u een BMI heeft beneden de 30 en niet rookt. Bij een borstreconstructie wordt er naar gestreefd de natuurlijke lijn en vorm van uw figuur zo goed mogelijk na te bootsen. De plastisch chirurgen besteden veel zorg aan de esthetische aspecten van deze ingreep. Toch kan een gereconstrueerde borst uw echte borst nooit helemaal vervangen en zal deze altijd afwijken van uw eigen borst.

Leefregels

  1. Het is belangrijk dat u direct contact opneemt bij de volgende klachten:

    • lichaamstemperatuur van 38° C of meer;
    • plotselinge of hevige pijn in het operatiegebied;
    • roodheid of bleke verkleuring van het operatiegebied;
    • toegenomen warmte (gloeien) van het operatiegebied;
    • toenemende zwelling van het operatiegebied;
    • een algeheel malaisegevoel;Wij adviseren u niet te roken. Roken verhoogt het risico op complicaties.
  2. Douchen mag 24 uur na de operatie. Als de wond bedekt is met wondfolie en/ofpapieren pleisters, kunt u deze gewoon laten zitten;
  3. Voor een optimale genezing adviseren wij u:

    • een sport BH te dragen na operatie gedurende 6 weken dag en nacht;
    • 6 weken niet met uw volle gewicht te steunen op de armen en niet zwaar te tillen(niet meer dan 5 kg);
    • een buikband / strak hoog broekje te dragen 6 weken na de ingreep;
  4. U mag in de sauna vanaf minimaal 4 weken na de operatie en als de wond goed genezenis;
  5. Bent u gewend op de buik te slapen, dan mag dat weer vanaf 6 weken na de operatie;
  6. U mag een beugel BH dragen vanaf 6 weken na operatie bij normale wondgenezing.

Tepelreconstructie

De tepel wordt vaak in tweede instantie poliklinisch gemaakt van het lokale weefsel. Er wordt dus geen weefsel van een andere plek in het lichaam gebruikt. Wij gebruiken de zogenaamde star flap. De tepelhof wordt daarna getatoeëerd. Bij een reconstructie met alleen een prothese wordt een andere techniek gebruikt.

Vergoeding van de kosten

Een borstreconstructie wordt niet gezien als een verfraaiende ingreep, maar als een behandeling om de gevolgen van een borstamputatie zo goed mogelijk te herstellen. De zorgverzekeraars vergoeden de kosten van een dergelijke operatie.

Patientenfolders