Door de schisis en de littekenvorming kan het zijn dat de bovenkaak en het middengezicht niet helemaal uitgroeien. Dit kan resulteren in een omgekeerde beet waarbij de bovenkaak en -tanden achter de onderkaak liggen. Het kan ook zijn dat juist de onderkaak niet helemaal uitgroeit waarbij er dan een vergrote overbeet ontstaat. In beide gevallen kan dit niet alleen met een beugel worden opgelost, maar is er ook een kaakstand operatie nodig. Dit wordt een “osteotomie” genoemd. Samen met de orthodontist wordt er door de MKA-chirurg al vanaf 12 jaar gekeken naar deze groei-en ontwikkeling, en wordt er ook met je besproken of er alleen met een beugel kan worden uitgekomen, of dat er ook een operatie nodig is. Deze kaakstand operatie kan vanaf ongeveer 18 jaar worden uitgevoerd, als je gezicht volgroeid is.
De operatie
Bij deze ingreep in narcose worden de boven-en onderkaak verplaatst en in de goede stand op elkaar gezet, waardoor je uiterlijk, maar ook de beet en het sluiten van de lippen verbeteren. Soms is het ook mogelijk om goed uit te komen door maar 1 kaak (boven of onder) te verplaatsen. Welke operatie het meest geschikt is, wordt van tevoren samen met je bepaald. De verplaatsing van met name de bovenkaak heeft ook invloed op de spraak, soms kan er wat meer luchtverlies optreden als de bovenkaak naar voren wordt verplaatst. Ook dit wordt van te voren in kaart gebracht, samen met de logopedist.
Voorbereiding op de operatie
Ter voorbereiding op de kaakoperatie is een beugelbehandeling nodig, waarbij met slotjes de tanden en kiezen in de boven-en onderkaak netjes in 2 mooie bogen worden gezet. Deze beugelvoorbereiding duurt ongeveer 1,5 jaar. Tijdens de operatie zit de beugel er nog in en wordt deze gebruikt om de losgemaakte kaken in de goede stand op elkaar te zetten met elastiekjes. In die stand worden ze via de binnenkant van de mond vastgezet met kleine plaatjes en schroefjes. Na de operatie zit de beugel er nog wel in, maar zitten de kiezen niet op elkaar vast, de mond kan dus gewoon (voorzichtig) open en praten kan ook. De genezingsperiode om het bot weer goed vast te laten groeien duurt ongeveer 6 weken. In die periode mag er alleen zacht voedsel worden gegeten. Verder kan het gebied rondom de operatie, met name lippen, wangen en kin wat doof aanvoelen. Na 6 weken gaat de orthodontist weer verder met de “finetuning” van de beugel, deze mag er ongeveer 6-8 maanden na de operatie weer uit.
Voordat besloten wordt of een dergelijke kaakstandoperatie gewenst is, wordt dit uitgebreid samen besproken met alle voor-en nadelen op een rij. De kaakstandcorrectie van de bovenkaak heeft ook invloed op de stand van de neus, en het is daarom belangrijk dat dit goed met alle betrokkenen wordt afgestemd en dat een eventuele neuscorrectie dan pas na de kaakoperatie wordt uitgevoerd. De kaakstandcorrectie en de neuscorrectie kunnen niet tegelijkertijd worden uitgevoerd vanwege de positie van het beademingsbuisje. Ook dit wordt van tevoren allemaal eerst met je besproken en uitgelegd.