Begrippen

Definitie van de begrippen ‘miskraam’, ‘zwangerschapsbeëindiging’ en ‘doodgeboorte’.

Miskraam

Een miskraam is een spontane en ongewilde afbreking van een zwangerschap tot 16 weken. De medische term hiervoor is spontane abortus. In de spreektaal wordt 'abortus' meestal gebruikt voor een opzettelijke zwangerschapsafbreking (abortus provocatus). Deze zijn niet gelijk.

Zie ook:

Zwangerschapsbeëindiging

Ouders die de moeilijke beslissing hebben genomen om de zwangerschap te beëindigen na prenatale diagnostiek, in verband met een ernstige aandoening of afwijking van hun ongeboren kind, verliezen daarmee meestal een zeer gewenst kind. Het verdriet en de verwerking van het verlies zijn vergelijkbaar met dat van ouders van wie het kind ‘spontaan’ levenloos geboren wordt of kort na de bevalling overlijdt. Daarom wordt er hier geen verschil gemaakt tussen deze situaties.

Sommige ouders maken een zelfstandige en weloverwogen beslissing om de zwangerschap te beëindigen voor andere redenen dan hier boven genoemd. Ook hierbij is het uitgangspunt dat het ongeboren kind respect toekomt en de vrouw zorgvuldige begeleiding krijgt.

In Engelstalig literatuur wordt gesproken over TOP (termination of pregrancy). Deze term kom je ook in Nederland tegen.

Doodgeboorte
Doodgeboorte of stilgeboorte is de geboorte van een kind dat is overleden tijdens de zwangerschap (intra-uteriene vruchtdood/ IUVD) of rond de bevalling. Als blijkt dat het kind in de baarmoeder niet meer leeft, kunt u een spontane bevalling afwachten of kan de bevalling worden ingeleid, zodat het kind langs de natuurlijke weg wordt geboren.