Let op!

Deze informatie gaat over locatie AMC.
Moet u zijn op locatie VUmc? Ga naar: afdeling medische oncologie, locatie VUmc/de Boelelaan

Behandeling anuskanker

Een behandeling van anuskanker kan twee doelen hebben: genezen of vermindering van klachten.

Bij het opstellen van een behandelplan voor anuskanker zijn verschillende factoren belangrijk: het stadium van het anuscarcinoom, de plaats, grootte en vorm van de tumor en uw lichamelijke conditie. Afhankelijk van deze factoren zijn er verschillende behandelopties:

  • Radiotherapie
  • Chemotherapie
  • Operatie

Bij een kleine tumor kan worden volstaan met alleen radiotherapie. Als de tumor groter is, wordt de radiotherapie aangevuld met chemotherapie. Deze twee therapieën versterken elkaars werking. Deze twee therapieën versterken elkaars werking. Als deze behandeling niet succesvol is, of de kanker plaatselijk weer terugkomt na radiotherapie, dan is een operatie nodig.

Radiotherapie

Radiotherapie kan zowel curatief als palliatief worden ingezet voor anuskanker. Tijdens radiotherapie wordt de tumor radioactief bestraald van buitenaf. Kankercellen kunnen slechter tegen de straling dan gezonde cellen. Door de radioactieve straling raken de tumorcellen beschadigd en kunnen hierdoor dood gaan. Door de radiotherapie, eventueel in combinatie met chemotherapie, wordt de tumor in de anus kleiner en verdwijnt deze tumor meestal helemaal.

De straling wordt zo veel mogelijk gericht op de tumor. Het is echter niet te voorkomen dat ook gezonde cellen worden bestraald. Hierdoor krijgt u te maken met bijwerkingen. Over het algemeen zorgt radiotherapie vaak voor vermoeidheid. Daarnaast kan de bestraalde huid rood worden. Dit gaat vaak gepaard met jeuk en een branderig gevoel. Bij bestraling op het bekken kunt u ook last krijgen van de darmen en blaas. Lange termijn bijwerkingen van radiotherapie kunnen verminderde blaasfunctie en sexuele functie zijn. Ook (operatie)wonden in het bestraalde gebied kunnen moeilijker genezen.

Radiotherapie vindt doorgaans meerdere keren per week plaats, gedurende enkele weken. Opname in het ziekenhuis is niet nodig.

Chemotherapie

Chemotherapie is een behandeling met kanker-remmende medicijnen, cytostatica. Net als radiotherapie, kan chemotherapie zowel curatief als palliatief worden gegeven als behandeling voor anuskanker. Chemotherapie als palliatieve behandeling richt zich vooral op het kortdurend remmen van de aandoening, waardoor de klachten worden verminderd.

Er zijn verschillende soorten cytostatica die elk een eigen werking hebben. Sommige cytostatica remmen de celdeling, waardoor de tumor minder hard groeit. Andere cytostatica doden kankercellen. Vaak worden combinaties van medicijnen gegeven. De chemotherapie wordt toegediend via injecties, tabletten of infuus. Via het bloed kunnen de medicijnen snel door het lichaam bewegen en de kankercellen bereiken. De cytostatica worden vaak een maal per week toegediend, gedurende enkele weken. Hierna volgt dan een rustperiode.

De cytostatica tasten naast kankercellen vaak ook gezonde cellen aan. Daardoor kunnen onaangename bijwerkingen optreden. Vaak voorkomende bijwerkingen zijn haaruitval, misselijkheid, darmstoornissen, vermoeidheid en een verhoogd risico op infecties. De bijwerkingen verschillen per type en hoeveelheid cytostatica en per persoon. Voor enkele bijwerkingen zijn ook medicijnen verkrijgbaar. Uw arts bespreekt de gevolgen van de chemotherapie uitgebreid met u.

Operatie

Een operatie kan worden ingezet als behandeling voor anuskanker. Het doel van een operatie is om de tumor samen met eventuele uitzaaiingen te verwijderen. Deze behandeling is meestal curatief van aard. Om de tumor radicaal te verwijderen, dat wil zeggen met schone snijranden, wordt ook een rand gezond weefsel om de tumor mee verwijderd. Ook lymfeklieren worden verwijderd omdat deze uitzaaiingen kunnen bevatten. Al het weefsel wordt na de operatie door de patholoog onderzocht.

Bij een operatie voor anuskanker, wordt de anus inclusief de endeldarm verwijderd. Soms is het ook nodig om extra lymfeklieren te verwijderen in de liezen of langs de bekkenslagaders. Dit is alleen nodig indien voor de operatie is vastgesteld dat zich in deze lymfklieren uitzaaiingen bevinden.

Na verwijdering van de anus, wordt een stoma aangebracht. Bij een stoma wordt het uiteinde van de darm naar buiten gebracht en in de huid van de buik ingehecht. Een stoma heeft echter geen sluitspier, en daardoor is er geen controle over de ontlasting. Daarom wordt er over het stoma een zakje geplakt om de ontlasting op te vangen.

Psychosociale hulp

Vanaf het moment dat u te horen krijgt dat u mogelijk anuskanker heeft, krijgt u te maken met grote onzekerheden. Hiermee omgaan is niet vanzelfsprekend. De periode van onderzoeken en behandelingen zijn erg zwaar, maar ook na de behandeling moet u leren leven met uw nieuwe situatie. Dit geldt niet alleen voor u als patiënt, maar ook voor uw familie, vrienden en eventuele partner en kinderen. Er zijn organisaties die u en uw omgeving kunnen ondersteunen bij het leren leven met kanker, zowel binnen als buiten het ziekenhuis.

Heeft u nog vragen?

Mocht u na het lezen van deze informatie nog vragen hebben, dan kunt u die gerust stellen. U kunt contact met ons opnemen:

  • Via de e-mail: gioca@amc.nl
  • Telefonisch zijn wij op werkdagen bereikbaar van 8.30 tot 12.00 uur en van 13.30 tot 16.00 uur op telefoonnummer 020-4441100 (kies optie ‘colorectale poli AMC’)
  • Ook heeft de GIOCA-verpleegkundige een telefonisch spreekuur op maandag tot en met vrijdag van 09.00 tot 11.00 uur op telefoonnummer 020 – 566 3634.