Let op!

Deze informatie gaat over locatie AMC.
Moet u zijn op locatie VUmc? Ga naar: afdeling medische oncologie, locatie VUmc/de Boelelaan

Behandeling dikke darmkanker

Een behandeling van dikke darmkanker kan twee doelen hebben: genezen of vermindering van klachten.

Een behandeling van dikke darmkanker kan twee doelen hebben: genezen of vermindering van klachten. Als een behandeling het doel heeft om te genezen, wordt dat een curatieve behandeling genoemd. Naast de primaire behandeling zijn er ook nog aanvullende behandelingen (adjuvante behandelingen). Als bijvoorbeeld een tumor wordt weggehaald door middel van een operatie, dan kan het zijn dat u daarna ook chemotherapie krijgt. Deze aanvullende behandeling heeft het doel om mogelijke niet-waarneembare uitzaaiingen te bestrijden. Als de aandoening niet (meer) te genezen is, kan een palliatieve behandeling worden gestart. Deze soort behandeling richt zich op het remmen van de aandoening en/of vermindering of voorkomen van klachten.

Behandelopties

Bij het opstellen van een behandelplan voor dikke darmkanker zijn verschillende factoren belangrijk: het stadium van de aandoening, de plaats, grootte en eventuele doorgroei van de tumor, eventuele erfelijkheid, voorafgaande darmoperaties en uw lichamelijke conditie. De verschillende behandelopties voor dikke darmkanker zijn:

  • Operatie
  • Systemische therapie (chemotherapie en targeted therapie)
  • Gecombineerde behandelingen van dikke darmkanker met uitzaaiingen

De curatieve behandeling van dikke darmkanker bestaat uit een operatie en afhankelijk van het stadium eventueel aanvullende chemotherapie. Ook kunnen uitzaaiingen in de lever en/of longen nog curatief behandeld worden met combinaties van verschillende behandelingen, alsmede ook uitzaaiingen op het buikvlies. Als er geen curatieve opties zijn, bestaat de behandeling uit palliatieve systemische therapie.

Operatie

Bij een operatie voor dikke darmkanker wordt het gedeelte van de darm met daarin de tumor verwijderd, inclusief de lymfeklieren, lymfevaten en bloedvaten die bij dit deel van de dikke darm horen. Deze kunnen ook kankercellen bevatten en worden daarom na de operatie onderzocht. Deze operatie kan zowel curatief als palliatief zijn.

De operatie wordt bij voorkeur via een kijkoperatie uitgevoerd, indien technisch mogelijk. Dit bevordert het herstel na de operatie. Na het verwijderen van het stuk darm met daarin de tumor, worden de uiteinden van de darm weer aan elkaar vastgehecht. Er is een kleine kans dat wordt besloten om tijdelijk of blijvend een stoma aan te leggen.

Als de tumor de darm heeft afgesloten, wordt soms alleen een stoma aangelegd of een buisje (stent) in de tumor geplaatst. Hierdoor kan de ontlasting weer passeren. In tweede instantie wordt eventueel alsnog tot verwijdering van de tumor besloten.

Bij een stoma wordt het uiteinde van de darm door de buikwand naar buiten gebracht en in de huid van de buik ingehecht. Een stoma heeft echter geen sluitspier, en daardoor is er geen controle over de ontlasting. Daarom wordt er over het stoma een zakje geplakt om de ontlasting op te vangen. Bij een tijdelijk stoma kan na enkele maanden worden besloten om het stoma te verwijderen en de dikke darm weer te herstellen.

In het AMC worden ook operaties gedaan voor vergevorderde dikke darmkanker, waarbij sprake kan zijn van ingroei in omliggende organen zoals de buikwand, dunne darm, blaas of maag.

Systemische therapie

Systemische therapie bestaat uit chemotherapie en zogenaamde "targeted" of doelgerichte therapie. Er zijn verschillende soorten chemotherapie en targeted therapie, elk met een eigen werking. Chemotherapie is een behandeling met kanker-remmende medicijnen, cytostatica. "Targeted" therapie bestaat uit geneesmiddelen die rechtstreeks een remmende invloed hebben op groeisignalen van kankercellen. Systemische therapie kan zowel curatief als palliatief worden gegeven. Systemische therapie als palliatieve behandeling richt zich vooral op het kortdurend remmen van de aandoening, waardoor de klachten worden verminderd.

Een in opzet curatieve systemische therapie wordt voor of na een operatie gebruikt. Voor een operatie (neo-adjuvant) is het doel van de behandeling om de tumor kleiner te maken, zodat deze daarna makkelijker kan worden verwijderd tijdens de operatie. Als chemotherapie wordt ingezet na een operatie, is dit meestal om eventuele niet-waarneembare uitzaaiingen te doden.

Er zijn verschillende soorten cytostatica die elk een eigen werking hebben. Sommige cytostatica remmen de celdeling, waardoor de tumor minder hard groeit. Andere cytostatica doden kankercellen. Vaak worden combinaties van medicijnen gegeven. De chemotherapie wordt toegediend via injecties, tabletten of infuus. Via het bloed kunnen de medicijnen snel door het lichaam bewegen en de kankercellen bereiken. De cytostatica worden vaak een maal per week toegediend, gedurende enkele weken. Hierna volgt dan een rustperiode.

De cytostatica en "targeted" medicijnen tasten naast kankercellen vaak ook gezonde cellen aan. Daardoor kunnen onaangename bijwerkingen optreden. Vaak voorkomende bijwerkingen zijn haaruitval, misselijkheid, darmstoornissen, vermoeidheid en een verhoogd risico op infecties. De bijwerkingen verschillen per type en hoeveelheid cytostatica en per persoon. Voor enkele bijwerkingen zijn ook medicijnen verkrijgbaar. Uw arts bespreekt de gevolgen van de systemische therapie uitgebreid met u.

Behandeling van erfelijke darmkanker

Het team van maag-darm-leverartsen en chirurgen in het AMC heeft specifieke ervaring in het behandelen van patiënten met het Lynch syndroom, familiaire adenomateuze polyposis (FAP) en zeldzamere aandoeningen met een verhoogde kans op darmkanker. Deze behandeling is sterk toegesneden op de individuele patiënt en is afhankelijk van het stadium en de verschijningsvorm van de ziekte. Een deel van de behandeling is preventief en vergt dan een goede afstemming tussen het behandelteam en de patiënt. Daarbij wordt gezocht naar de juiste balans tussen kans op ontwikkeling van kanker, ingrijpendheid van de therapie en kwaliteit van leven te bepalen.

Behandeling van dikke darmkanker met uitzaaiingen

Ook als dikke darmkanker al is uitgezaaid naar andere organen, zoals de lever, zijn er mogelijkheden voor een curatieve behandeling bij ongeveer 20-30% van de patiënten. Er worden dan verschillende technieken gebruikt om ook de uitzaaiingen lokaal te behandelen, zoals een operatieve verwijdering van een deel van de lever of lokale verhitting (RFA) van de uitzaaiing. De behandeling van de darmtumor en de uitzaaiingen kan in dezelfde (kijk)operatie gebeuren of in meerdere operaties, eventueel in combinatie met voorafgaande chemotherapie. In het AMC is expertise op dit gebied aanwezig en worden eventuele behandelingsopties zorgvuldig overwogen, dit in goede balans met het risico op bijwerkingen en de kwaliteit van leven.

Behandeling in studie-verband / meedoen aan onderzoek
In het AmsterdamUMC wordt continu geprobeerd om de behandeling van kanker te verbeteren. Daarom kan het voorkomen dat wij U vragen of U in studieverband een nieuwe, experimentele behandeling wil ondergaan. In het overzicht hieronder staan de klinische studies voor deze aandoening die open zijn in het AmsterdamUMC.

Psychosociale hulp

Vanaf het moment dat u te horen krijgt dat u mogelijk kanker heeft, krijgt u te maken met grote onzekerheden. Hiermee omgaan is niet vanzelfsprekend. De periode van onderzoeken en behandelingen zijn erg zwaar, maar ook na de behandeling moet u leren leven met uw nieuwe situatie. Dit geldt niet alleen voor u als patiënt, maar ook voor uw familie, vrienden en eventuele partner en kinderen. Er zijn organisaties die u en uw omgeving kunnen ondersteunen bij het leren leven met kanker, zowel binnen als buiten het ziekenhuis.

Heeft u nog vragen?

Mocht u na het lezen van deze informatie nog vragen hebben, dan kunt u die gerust stellen. U kunt contact met ons opnemen:

  • Via de e-mail: gioca@amc.nl
  • Telefonisch zijn wij op werkdagen bereikbaar van 8.30 tot 12.00 uur en van 13.30 tot 16.00 uur op telefoonnummer 020-4441100 (kies optie ‘colorectale poli AMC’)
  • Ook heeft de GIOCA-verpleegkundige een telefonisch spreekuur op maandag tot en met vrijdag van 09.00 tot 11.00 uur op telefoonnummer 020 – 566 3634.