Overzicht van de promoties en oraties van Amsterdam UMC. Vanwege de situatie rondom het coronavirus verdedigen sommige promovendi hun onderzoek digitaal.

Maandag 26 oktober
Promotie (UvA), Agnietenkapel, 14.00 uur
Emmeline Peters: Vet eten na een dikkedarmoperatie
Het eten van vetrijk voedsel voor en na een dikkedarmoperatie heeft geen effect op complicaties na de ingreep, zoals een ileus (verminderde darmwerking) en naadlekkages. Onstekingsprocessen lijken een grote rol spelen bij het ontstaan van een postoperatieve ileus.
Dit concludeert Peters op basis van studies bij patiënten die geopereerd waren aan hun dikkedarm of endeldarm. Bij een postoperatieve ileus werkt de darmwand minder goed waardoor het voedsel onvoldoende wordt voortgestuwd. Patiënten hebben last van een opgeblazen gevoel, misselijkheid of braken en het uitblijven van ontlasting. Dit heeft een aanzienlijke impact op de patiënt en kan gepaard gaan met naadlekkage, aldus de promovenda.
Link naar proefschrift

Maandag 26 oktober
Promotie (VU), Aula,
15.45 uur
Louise Treffers: kankerimmuuntherapie en factoren die de therapie kunnen beïnvloeden
Treffers heeft onderzoek gedaan naar de rol van neutrofielen bij kankerimmuuntherapie. Ze geeft een overzicht van de verschillende Fc-receptoren en de antilichaamsoorten die zij kunnen binden. Verder wordt stilgestaan bij verschillende factoren die de effectiviteit van deze therapie kunnen beïnvloeden, namelijk genetica, glycosylering, antilichaamtype en immuun checkpoint inhibitie.
Link naar proefschrift:

Woensdag 28 oktober
Promotie (VU), Aula, 9.45 uur
Bas Koster:
immuuntherapie succesvol bij huidkanker
Koster heeft onderzoek gedaan naar immuuntherapie bij patiënten met huidkanker. Bij deze patiënten is een melanoom (een kwaadaardige moedervlek) verwijderd. Naast het litteken van het verwijderde melanoom injecteert de arts een stukje synthetisch DNA, dat lijkt op bacterieel DNA. Dit moet uiteindelijk een afweerreactie oproepen tegen de tumor in het hele lichaam, zonder dat daarbij ernstige bijwerkingen optreden. In een gerandomiseerde studie bleek dit, vergeleken met een controlegroep, te leiden tot een drastische afname van het aantal patiënten dat uitzaaiingen ontwikkelde. Inmiddels is een grotere landelijke vervolgstudie bezig (de INTRIM-studie) die deze bevindingen moet bevestigen en mogelijk kan leiden tot een nieuwe standaardbehandeling voor deze patiëntengroep. Deze studie wordt gecoördineerd vanuit de afdeling Medische oncologie van Amsterdam UMC.
Link naar proefschrift:

Woensdag 28 oktober
Promotie (UvA), Online, 10.00 uur
Koukeo Phommasone: Medicatie voor heel dorp om malaria te lijf te gaan
Phommasone onderzocht of malaria-infecties verminderen of zelfs verdwijnen als de hele bevolking van een dorp antimalaria-medicijnen toegediend krijgt. Uit zijn studie bleek dat zo’n massale behandeling veilig, haalbaar en aanvaardbaar is voor de gemeenschap. Wel vereist het veel inspanning, coördinatie en intensieve acties om betrokkenheid van de gemeenschap te creëren.
Phommasone deed zijn onderzoek in dorpen in Myanmar, Vietnam, Cambodia en Laos, waar veel malaria-infecties voorkomen. Sommige dorpen kregen een massale behandeling, andere dorpen niet. Er werd bloed afgenomen en elke drie maanden werden de inwoners getest op malaria.
Link naar proefschrift

Woensdag 28 oktober
Promotie (UvA), Aula, 11.00 uur
dhr. A.G.C. Bleijenberg: Betere opsporing darmkanker

Vroeger dachten artsen dat darmkanker uitsluitend voortkwam uit een bepaald type darmpoliepen, de adenomateuze. Inmiddels is bekend dat 15 tot 30 procent van de gevallen van darmkanker het gevolg is van zogenaamde ‘serrated’ poliepen. Helaas zien MDL-artsen deze poliepen (woekering van het slijmvlies van de dikkedarm) vaak over het hoofd, waarschijnlijk door hun onopvallende uiterlijk en hun (onterecht) goedaardige reputatie.
Bleijenberg heeft onderzocht hoe we kunnen verhinderen dat deze poliepen uitgroeien tot darmkanker. Zijn centrale onderzoeksvraag was: Hoe voorkomen we dat MDL-artsen deze poliepen minder vaak missen?
MDL-artsen bleken goed ‘trainbaar’ te zijn in het detecteren van serrated poliepen. De promovendus ontwierp hiervoor een simpele onderwijs-interventie. MDL-artsen die deze training kregen, vonden meer dan 50 procent vaker serrated poliepen bij hun patiënten dan ongetrainde MDL-artsen. Deze grote winst pleit voor landelijke invoering van dergelijke onderwijsmodules. Dit kan prima als e-learning.
Link naar proefschrift

Woensdag 28 oktober
Promotie (VU), Aula, 11.45 uur
Cyra Leurs: Nieuwe biomarkers voor ziekteactiviteit en progressie bij MS

Leurs onderzocht tijdens haar promotieonderzoek potentiële biomarkers voor het voorspellen en monitoren van ziekteactiviteit en progressie bij MS. Nieuwe bepalingen in bloed en hersenvocht bleken geassocieerd met verschillende aspecten van MS en de behandeling van deze progressieve chronische aandoening.
Biomarkers kun je meten in lichaamsvloeistoffen als hersenvocht, bloed, urine, speeksel en feces. Oligoclonale banden (OCB) worden momenteel gebruikt als biomarker voor het stellen van de diagnose. OCB zijn een uiting van de aanmaak van antilichamen en specifiek aanwezig in het hersenvocht van mensen met MS. De test om OCB in het laboratorium te meten is arbeidsintensief, complex en relatief duur. Leurs verzamelde van 745 patiënten bloed en hersenvocht in samenwerking met achtiien MS-centra in Europa en valideerde kappa free light chains (KFLC) als diagnostische biomarker in vergelijking met OCB. Zij toonde aan dat deze specifieke ketens van aangemaakte antistoffen beter bruikbaar zijn voor het uitsluiten van de diagnose MS dan OCB. Leurs onderzocht verder of messengerRNA (mRNA) van bloedplaatjes, cellen die betroken zijn bij de stolling van bloed, gebruikt kunnen worden voor het stellen van de diagnose MS. Bloedplaatjes reageren op activerende signalen uit hun omgeving. In bloedmonsters van mensen met MS ontdekte Leurs unieke mRNA signaturen die verhoogd aanwezig zijn bij mensen met MS in vergelijking met gezonde mensen. Deze mRNA’s worden vervolgens gebruikt als input voor de ontwikkeling van een diagnostische MS classificator die MS kon detecteren met meer dan 80 procent nauwkeurigheid. Meer onderzoek is nodig om deze biomarkers verder te ontwikkelen tot bruikbare testen voor de dagelijkse praktijk.
Link naar proefschrift:

Woensdag 28 oktober
Promotie (UvA), Agnietenkapel, 13.00 uur
Jani van Loghem: Vaker ernstige problemen met fillers

Steeds vaker laten patiënten fillers injecteren ook in delen van het lichaam waar de kans op problemen groot is. Daardoor zien artsen meer complicaties, waarbij blindheid, necrose (afstervend weefsel) en vertraagde ontstekingsreacties de meest ernstige zijn. Betere kennis over de ingreep kan de kans op complicatie voorkomen, zegt Van Loghem in zijn proefschrift.
Hij heeft op een rij gezet wat de behandelaar kan doen om het risico op complicaties zo laag mogelijk te houden. Daarbij gaat het om een veelvoud aan onderwerpen, zoals kennis over injecteerbare producten, scherpe naald, stompe canule, aspiratie (optrekken van de zuiger van de injectienaald) voorafgaand aan injectie, op anatomie gebaseerde injectietechnieken, pijnpreventie, combinatietherapie en complicatiemanagement.
In de publieke media en de politiek zijn cosmetische behandelingen een veelbesproken onderwerp. Er is een sterke toename van met name jonge patiënten tussen 20 en 40 jaar die fillers willen. Dit leidt tot meer aanbieders van dergelijke behandelingen waarbij ook niet-artsen zich op de markt begeven. Om kwaliteit van zorg te bieden is professionalisering een feit. Artsen die een opleiding hebben voltooid, kunnen zich Cosmetisch Arts KNMG noemen, een beschermde titel. Voortbordurend op deze kwaliteitsslag geeft dit proefschrift meer diepgang om het werk van cosmetisch artsen te verbeteren.
Link naar proefschrift

Woensdag 28 oktober
Promotie (UvA), Agnietenkapel, 16.00 uur
Daniel Brevoord: Schade door tijdelijke onderbreking doorbloeding orgaan
Het proefschrift richt zich op de behandeling van schade die ontstaat door tijdelijke onderbreking van de doorbloeding van een orgaan; te weten ischemie- en reperfusie-schade. De eerste ontstaat doordat het orgaan tijdelijk minder goed wordt doorbloed, de laatste ontstaat als de bloedsomloop weer op gang komt.
Brevoord onderzocht twee veel belovende experimentele behandelingen: ischemie op afstand en het inademen van helium. Hij heeft bij patiënten gekeken of deze behandelingen de schade door tijdelijke onderbreking van de doorbloeding kunnen verminderen. Het blijkt dat ischemie op afstand ischemie- en reperfusie-schade vermindert, maar deze winst leidt niet tot een verbeterde uitkomst bij patiënten. Het inademen van helium werkt wel bij gezonde vrijwilligers, maar niet bij patiënten.
Link naar proefschrift

Donderdag 29 oktober
Promotie (UvA), 10.00 uur, Agnietenkapel
Arnoud Postema: Met nieuwe technieken prostaatkanker in beeld gebracht

Met nieuwe echotechnieken kunnen artsen meer prostaatkankertumoren opsporen dan met traditionele weefselpuncties. Dit concludeert Postema die onderzoek deed naar het in beeld brengen van prostaatkanker met moderne echotechnieken.
De promovendus bestudeerde echotechnieken die de afwijkende eigenschappen van een tumor visualiseren. Zo zijn prostaattumoren harder dan het omliggende weefsel en hebben ze een afwijkend doorbloedingspatroon. De methode ‘elastografie’ gaat uit van die eerste eigenschap, computer-analyse van contrastechografie is gebaseerd op de tweede eigenschap.
Postema schrijft dat de technieken verder ontwikkeld moeten worden en dat het zinvol is om daarbij ook te kijken naar de combinatie van technieken en uitbreiding naar 3D. Het goed en real-time in beeld brengen van prostaattumoren biedt mogelijkheden om alleen de tumor te behandelen in plaats van de hele prostaat, aldus de promovendus.
Prostaatkanker is de meest voorkomende kankersoort onder mannen. Het is dus belangrijk dat de opsporing daarvan op een betrouwbare en kosteneffectieve wijze gebeurt met zo min mogelijk bijwerkingen voor de patiënten.
Link naar proefschrift

Donderdag 29 oktober
Promotie (VU), Aula, 11.45 uur
Dafydd Visscher: bioprinten om verbrande neus en/of oor te vervangen

Jaarlijks worden duizenden mensen getroffen door ernstige brandwonden op neus en oren. Brandwonden tasten niet alleen de huid aan, maar ook belangrijke onderliggende structuren zoals kraakbeen. Promovendus Dafydd Visscher heeft onderzocht of met behulp van een 3D-printer kraakbeen gemaakt kan worden zodat mensen met ernstige brandwonden hun neus of oor ‘terug kunnen krijgen’.
Het 3D printen gebeurt met levende cellen: bioprinten. Er komt veel kijken bij het printen van een nieuwe neus of oor, het is heel ingewikkeld werk. In het laboratorium heeft Visscher kraakbeencellen gekweekt. Samen met andere materialen zijn ze in de vorm van een oor of neus geprint. Door het geprinte oor of neus vervolgens verder te kweken in het laboratorium zag Visscher dat het geprinte oor steeds meer de structuur en eigenschappen van gezond kraakbeen aannam. Meer onderzoek is nodig om te beoordelen of het geprinte kraakbeen kan worden toegepast in de kliniek.
Link naar proefschrift:

Donderdag 29 oktober
Promotie (VU), Aula, 13.45 uur
Liesbeth Neefjes: Betere inschatting van klachten kankerpatiënten die ongeneeslijk ziek zijn
Kankerpatiënten die ongeneeslijk ziek zijn kunnen last hebben van vermoeidheid, pijn, misselijkheid, obstipatie en verwardheid. Promovenda Neefjes heeft diverse van deze symptomen onderzocht. Er is een model ontwikkeld waarmee in een paar eenvoudige stappen een inschatting gemaakt kan worden of een patiënt een hoog of juist laag risico loopt op acute verwardheid, ook wel delier genoemd. Een patiënt met een hoog risico op een delier kan door de verpleegkundige in de gaten gehouden. De Delier Observatie en screening Scorelijst (DOS), die in Nederland veel wordt gebruikt, is in dit onderzoek getest bij patiënten met kanker en blijkt zeer betrouwbaar te zijn. Qua behandeling heeft Neefjes gekeken of olanzapine beter werkt dan de standaard behandeling met haloperidol. Dit lijkt niet het geval te zijn.
Link naar proefschrift:

Donderdag 29 oktober
Promotie (VU), online, 09.45 uur
Sarah Zandvliet: Voorspellende waarde van EEG bij herstel beroerte

Om het effect van therapieën voor mensen met een beroerte goed te kunnen onderzoeken en een realistische verwachting van het herstel en leven na een beroerte te geven, is het belangrijk om vroegtijdig het neurologisch herstel te kunnen voorspellen.
Hersenactiviteit gemeten met behulp van elektro-encefalografie (EEG) zou mogelijk voorspellers kunnen opleveren. Zandvliet onderzocht de voorspellende waarde van een EEG vlak na een beroerte. Een haptische robot bewoog de aangedane hand van mensen die een beroerte hadden gekregen, waarna het EEG werd bekeken op doorgekomen trillingen. Deze metingen werden herhaald met een hiervoor speciaal ingerichte hersenmeetbus, waarmee de onderzoekers naar mensen toe kwamen. Bij de groep patiënten die bij aanvang een zeer ernstig verlamde arm hadden, maar in de tijd goed herstelden, waren de gemeten EEG-waardes significant hoger dan bij de groep die geen goed herstel lieten zien. Een EEG lijkt daarmee –naast het klinische onderzoek- een toegevoegde waarde te hebben voor een goede voorspelling van het uiteindelijke herstel van arm en hand na zes maanden.
Link naar proefschrift:

Vrijdag 30 oktober
Promotie (UvA), 10.00 uur, Agnietenkapel
Sapho Roodbeen: Nieuw soort chirurgie voor rectumkanker
Transanal totale mesorectale excisie (TaTME) is sinds 2010 een nieuwe chirurgische techniek voor rectumkanker. Roodbeen onderzocht de oncologische veiligheid van deze ingreep voor rectumkankerpatiënten en concludeert dat het een oncologisch veilige optie lijkt. De promovendus plaatst daarbij de kanttekening dat de studies in het proefschrift geen definitief uitsluitsel geven over de werkzaamheid en veiligheid van TaTME. Dat kan alleen op basis van een gerandomiseerde gecontroleerde studie.
Link naar proefschrift

Vrijdag 30 oktober
Promotie (UvA), 16.00 u, Agnietenkapel
Kang He Zheng: Betere beeldvorming voor hart- en vaatziekten
Zheng gaat in zijn proefschrift in op nieuwe beeldvormende technieken om basale wetenschappelijke inzichten te vertalen naar patiënten met hart- en vaatziekten. Hij benadrukt de noodzaak om de beeldvormende technieken verder te ontwikkelen, om de pathofysiologie van hart- en vaatziekten beter te kunnen begrijpen en biomedische vraagstukken op te lossen. Met als uiteindelijk doel: betere klinische zorg aan patiënten.
Link naar proefschrift