Je hebt ze misschien wel gezien, op posters of op de tram door heel Amsterdam. Onze collega’s die levensgroot op de foto staan, om onze nieuwe naam – Amsterdam UMC – aan te kondigen. Eén collega van VUmc-zijde en één van AMC-zijde staan naast elkaar, in de nieuwe vormgeving van onze gefuseerde ziekenhuizen. Maar wie zijn ze eigenlijk? En wat vinden ze van de fusie? Deze week stellen we je voor aan Herman Posthuma en Nora el Hantali

Herman Posthuma

“Ik wil nog wel een keer gaan zitten in de tram met mijn foto erop, precies daar waar je mijn foto kunt zien. Een soort van ‘zoek de verschillen’”, grapt Herman Posthuma, een rasechte VUmc’er. 23 jaar al werkt hij er. Via de afdeling Radiologie, naar de afdeling P&O, is hij momenteel werkzaam bij de P&O servicedesk.

Over de alliantie heeft Herman een duidelijke mening. “Het is een mooie uitdaging voor beide huizen om in de toekomst tot een eenheid te komen waarbij het niet meer uitmaakt waar je bent ‘geboren’. Ik hoop op een efficiënte en gezellige organisatie - geen fabriek - waar onderzoek, patiënten en opleidingen erop vooruit gaan en de ruimte krijgen zich te ontwikkelen.”

Het samensmelten van de P&O-afdelingen gebeurt in kleine stapjes. Er komt bijvoorbeeld een overkoepelend directeur. “Ik begreep dat wij op P&O- gebied met name verder zijn op digitaal gebied, veel processen zijn bij ons al geautomatiseerd.”

Nora el Hantali

“Ik had eerder bij de zorg moeten werken, want het is supercalifragilisticexpialidocious”, zegt een enthousiaste Nora el Hantali, die werkt als secretaresse op de afdeling Microbiologie.

“Als secretaresse heb ik het gevoel dat ik inhoudelijk weinig doe voor de fusie. De analisten hier hebben bijvoorbeeld regelmatig een werkgroepoverleg. Meedoen met de fotoshoot leek me wel een opportunity om ook ‘iets’ te kunnen doen.

Met de alliantie creëren we een efficiëntere organisatie om gezamenlijk gemakkelijker bepaalde zaken voor mekaar te krijgen. Het beste van twee werelden. The bigger the good, the better. Daarnaast is het een uitgelezen kans om een bezem door het stof te halen. Zelfreflectie van de afdelingen en daar dan ook echt wat mee doen. Langetermijn knelpunten wegwerken. Maar ook kenbaarheid naar buiten toe. Ik zou graag willen dat Amsterdam UMC binnen tien jaar tot één van de beste in Nederland behoort.”

De samenwerking over en weer krijgt steeds meer vorm, merkt Nora. Dat blijkt onder andere uit alle MT-vergaderingen op de afdeling. Iedereen is intensief met elkaar in gesprek. Nora: “Er is ook heel goed nagedacht over welke consulent nou het beste bij ons past ter begeleiding van de fusieprocessen. Dat werpt steeds meer vruchten af. Kort samengevat, ik ben ‘happy to be part of this marriage!’”