Een volledig nieuwe baan in een paar weken tijd. Normaal gesproken werkt Benedikt van Loo als anesthesiemedewerker bij Amsterdam UMC. Door de coronacrisis werd hij binnen no time omgeschoold tot verpleegkundige op de mobiele intensive care. ‘’Eigenlijk is het gewoon een rijdende IC-werkplek.’’ Hoe kijkt hij terug op deze periode?

In de rubriek ‘anders werken tijdens corona’ vertellen medewerkers hoe door corona hun werkzaamheden in het ziekenhuis zijn veranderd.

Minder operaties
Benedikt werkt sinds 2003 als anesthesiemedewerker op locatie AMC. Hij assisteert de anesthesioloog bij het onder narcose brengen van patiënten en begeleidt patiënten voor, tijdens en na een operatie. Corona bracht zijn huidige werk plots tot stilstand. Operaties werden razendsnel afgeschaald en zijn werk kwam zo goed als stil te liggen. Op de intensive care nam ondertussen het aantal opnames toe. Toen hij werd gevraagd om bij te springen twijfelde hij geen moment.

Veilig van A naar B
Benedikt werd begin maart ingezet op de Mobiele Intensive Care Unit (MICU). Een ambulance die specifiek is ontworpen voor het vervoeren van intensive care-patiënten. De afdeling anesthesiologie nam tijdens corona alle ritten over, zodat de rest van het personeel volledig kon worden ingezet op de intensive care. Samen met zijn collega's reed Benedikt door heel Nederland om coronapatiënten over te plaatsen naar ziekenhuizen waar meer capaciteit was. Voor hem geen onbekend terrein want eerder werkte hij in het buitenland al op de ambulance. Wel moest hij wennen aan de intensiteit van zijn diensten. ‘’Standaard werkten we shifts van 12 uur en waren we de hele dag in touw. Dan gingen we in één dag van Eindhoven tot Groningen.’’

Een IC op wielen
Anesthesie en de IC hebben veel raakvlakken. Hierdoor kon Benedikt met een kleine bijscholing snel worden ingezet op zijn nieuwe werkplek. ‘’Waar ik vooral aan moest wennen was dat er voor handelingen die je normaal met twee personen doet, nu veel meer personeel nodig was. Dat maakte het werk een stuk ingewikkelder. Bijvoorbeeld het intuberen van patiënten: volgens het coronaprotocol deden we dit met drie of zelfs vier collega’s, terwijl we dit bij anesthesiologie met twee personen doen.''

Tijdens het werk op de MICU leerde Benedikt voor het eerst werken met een patiëntenstretcher. Dat is een bed op wielen van meer dan 350 kilo, volledig uitgerust met beademingsapparatuur om zo een IC-patiënt veilig van A naar B te vervoeren. ‘’Het meest kritische moment was altijd het overzetten van de beademingsmodule, daar hadden we een apart protocol voor. Dankzij de goede samenwerking met de intensive care verpleegkundigen kreeg ik dit gelukkig snel onder de knie.’’

Van de ene op de andere nacht anders
Wat Benedikt vooral is bijgebleven aan de coronatijd is de snelheid waarmee de patiënten verslechterden. ‘’Een coronapatiënt die ik de ene nacht nog uit een ander ziekenhuis naar locatie AMC had gebracht, trof ik twee nachten later aan in een reanimatie-setting. Toen ik de patiënt herkende en besefte dat hij het niet zou overleven, was dat een heftig moment.‘’

Gelukkig kon hij dankzij ruim dertig jaar ervaring in de zorg goed met deze situatie omgaan. ‘’Ik heb na mijn verpleegkundige opleiding in België een paar maanden in Rwanda gewerkt. Daarnaast ben ik lid geweest van het medisch noodteam en meegegaan op een humanitaire missie naar Haïti waar net een aardebeving was geweest. Wat ook helpt is dat mijn vrouw hetzelfde werk doet. We merken het gelijk aan elkaar als er iets heftigs is gebeurd op het werk. Het helpt enorm om het er met elkaar over te kunnen hebben.‘’

Komt er een tweede golf? Laten we hopen van niet. Mocht deze zich toch aandienen dan staat Benedikt samen met zijn collega’s klaar om te helpen op de intensive care.

Tekst: Fleur Evers
Beeld: Benedikt van Loo