Hij was fulltime hoogleraar Humane Voortplantingsbiologie; hij wordt één dag in de week hoogleraar op een nieuwe leerstoel: Zinnige Zorg en strategisch adviseur van de RvB Amsterdam UMC. De rest van de week gaat Sjoerd Repping zich vanuit het Zorginstituut Nederland bezighouden met de invoering van het zogeheten Hoofdlijnenakkoord over het doelmatiger maken van de zorg. Vrijdag 21 december nam hij afscheid.

De term ‘zinnige zorg’ suggereert dat er ook zoiets bestaat als onzinnige zorg. Daar doen we in Nederland toch hopelijk niet aan?

"Laat ik het anders zeggen: er zijn veel behandelingen waarvan we niet weten of ze zinnig zijn voor patiënten. Daar doen we in Nederland natuurlijk het nodige onderzoek naar, maar om de resultaten van dergelijk onderzoek ook geïmplementeerd te krijgen, dat blijkt vers twee. In de praktijk zie je nogal eens dat het ene ziekenhuis blijft zweren bij behandeling A terwijl het andere beweert dat behandeling B beter is. Als we de kwaliteit van de zorg willen verbeteren en tegelijk de kosten willen beheersen dan moeten we met elkaar de zorg beter evalueren om de minder doelmatige behandelingen uit te bannen."

Wat zijn voorbeelden van minder doelmatige zorg?
"Even een voorbeeld uit mijn huidige vakgebied. Enkele jaren terug hebben we aangetoond dat Pre-implantatie Genetische Screening (PGS) niet alleen onnodig en duur is, maar zelfs contraproductief. Onder andere in Amerika, maar ook in diverse Europese landen, is het gebruikelijk om na IVF bij bovengemiddeld oudere vrouwen één cel uit het geproduceerde embryo weg te nemen. Die wordt dan gescreend op chromosoomafwijkingen. Het idee is dat daarmee de kans op succesvolle zwangerschappen wordt vergroot. Wat blijkt: er komen niet meer maar zelfs iets minder zwangerschappen tot stand na PGS, terwijl het veel duurder is. Deze behandeling wordt in de Nederlandse klinieken gelukkig niet toegepast."

Bestaat er ook onzinnige zorg die het wél tot de kliniek heeft gehaald?
"Gelukkig is dat beperkt tot een paar procent. Voor het merendeel weten we niet of de zorg zinnig of onzinnig is. Een inmiddels veel besproken voorbeeld is de kijkoperatie in de knie. Het is al heel lang praktijk om bij bepaalde chronische pijn in de knie een kijkoperatie uit te voeren en meteen de eventuele beschadigingen van de meniscus bij te knippen. Maar uit gedegen onderzoek blijkt dat de pijnklachten net zo effectief kunnen worden bestreden door fysiotherapie. Dat laatste is uiteraard veel minder ingrijpend en veel goedkoper."

Daar zullen de orthopeden niet bij staan te juichen, bij zo’n onderzoek?
"Het raakt inderdaad één van de fundamentele problemen bij het implementeren van zinnige zorg. Het gaat om de belangen van veel partijen die bovendien moeten willen veranderen. Een behandeling kun je niet van de ene op de andere dag schrappen. Je komt dan niet alleen aan de logistiek van complete afdelingen in het ziekenhuis, het gaat ook over het werk. En dankzij de zogenaamde marktwerking in de zorg gaat het vaak ook over het inkomen van mensen. Daarvoor moet je oplossingen bieden. Bovendien moet je ook de patiënten, en daarmee de maatschappij opvoeden. Patiënten kunnen niet blijven vragen om high tech geneeskunde als die niet doelmatig werkt, ook al klinkt het nog zo mooi."

Vanaf februari gaat u bij het Zorginstituut Nederland aan de slag om te helpen de zorg zinniger te maken. Hoe wilt u dat aanpakken?
"Om te beginnen hoef ik dat gelukkig niet alleen te doen. Alle partijen uit de zorg helpen mee: artsen, verpleegkundigen, patiënten, ziekenhuizen, verzekeraars en overheidsinstellingen. Als zogeheten kwartiermaker neem ik de regie over het proces. In het Hoofdlijnenakkoord hebben alle partijen (Zie onder) afgesproken dat ze gezamenlijk voor zinnigere zorg willen gaan door zorgevaluatie uit te voeren. Om te beginnen ga ik mij bezighouden met de agendering van het probleem, met de mogelijke manieren van de uitvoering van het Hoofdlijnenakkoord en met de eigenlijke implementatie."

Er is voor vijf jaar geld beschikbaar gesteld voor dit project. Waar hoopt u aan het eind van die vijf jaar te staan?
"Ik zou al heel gelukkig zijn wanneer zo’n evaluatie een standaard onderdeel wordt van de zorg. Nu is het nog veel te makkelijk om een nieuwe behandeling gewoon te implementeren. Wetenschappelijk onderzoek is per slot van rekening vooral “een hoop gedoe”. Dat moet echt veranderen. Het is ook niet voor niets dat alle denkbare partijen, van patiënten en verzekeraars tot specialisten, zich achter dit akkoord hebben geschaard. Er staat echt wat op het spel, namelijk: de kwaliteit, toegankelijkheid en de betaalbaarheid van de zorg op de langere termijn."

Het Hoofdlijnenakkoord
In het Hoofdlijnenakkoord hebben het ministerie van VWS, de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ), Zorgverzekeraars Nederland (ZN), de Nederlandse federatie van Universitair Medische Centra (NFU), de Patiëntenfederatie Nederland, de Zelfstandige Klinieken Nederland (ZKN), Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland (V&VN) en de Federatie Medisch Specialisten (FMS) in voorjaar 2018 afspraken vastgelegd over het beheersen van de zorgkosten. Doel is de toegankelijkheid en het betaalbaar houden van de zorg op lange termijn. Het Hoofdlijnenakkoord moet de belofte van het kabinet helpen waarmaken om de zorgkosten tot 2022 niet met 10 miljard laten stijgen, maar met ‘slechts’ 8 miljard. ‘Een uitdaging’, stelt kwartiermaker Sjoerd Repping met gevoel voor understatement.

Tekst: Rob Buiter
Foto: Xander Remkes