Algemene Informatie VGV

Meisjesbesnijdenis, ook wel vrouwelijke genitale verminking (VGV) genoemd, wordt door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) gedefinieerd als “alle procedures waarbij de uitwendige vrouwelijke genitaliën gedeeltelijk of volledig worden verwijderd, of waarbij de vrouwelijke genitale organen op een andere manier worden beschadigd om niet-medische redenen." (WHO 2008).

Volgens recente cijfers van de WHO zijn er wereldwijd ongeveer 100 tot 140 miljoen meisjes en vrouwen die leven met de gevolgen van VGV. In Nederland is de schatting dat er bijna 41.000 vrouwen besneden zijn, met allemaal een verschillende achtergrond.

Welke typen besnijdenis zijn er?

De World Health Organization (WHO) definieert 4 typen VGV:

TYPE l Gedeeltelijke of totale verwijdering van (het zichtbare deel van) de clitoris of in uitzonderlijke gevallen alleen de huidplooi rond de clitoris (clitoridectomie).
TYPE ll Gedeeltelijke of totale verwijdering van (het zichtbare deel van) de clitoris en de kleine schaamlippen, met of zonder verwijdering van de grote schaamlippen (excisie).
TYPE llI Vernauwen van de vaginale opening door het wegsnijden en aan elkaar maken van de kleine en/of grote schaamlippen, met of zonder verwijdering van de clitoris (infibulatie).
TYPE lV Alle andere schadelijke handelingen aan de vrouwelijke geslachtsorganen voor niet-medische redenen, zoals prikken, piercen, kerven, schrapen en dichtschroeien.
NVOG. (2019). Medische zorg voor vrouwen en meisjes met VGV: Leidraad.
NVOG. (2019). Medische zorg voor vrouwen en meisjes met VGV: Leidraad.

Klachten na besnijdenis

Besnijdenis kan zowel korte als langer termijn gevolgen hebben.

Korte termijn gevolgen:

  • Bloedingen (5-62%)
  • Klachten bij plassen, pijn of ophoping urine in blaas ook wel urineretentie genoemd (8-53%)
  • Genitale zwelling (2-27%)
  • Extreme pijn (wanneer de ingreep zonder verdoving plaatsvindt)
  • Kans op infecties: lokaal, bloedvergiftiging, abcesvorming, of (overdraagbare) infecties zoals: hepatitis, hiv en tetanus

Langere termijn gevolgen:

  • Littekens: verdikte littekens (keloidvorming),huidcysten kunnen pijnlijk zijn (3%)
  • Menstruatieklachten
  • Klachten van urinewegen: Moeilijke en/of pijnlijke urinelozing, vaak blaasontstekingen. (meeste bij type 2-4)
  • Pijn bij gemeenschap en verminderde seksuele functie: negatieve invloed op seksualiteit
  • Hypertone bekkenbodem en chronische pijn in de onderbuik
  • Chronische genitale/vaginale infecties.
  • Verdenking verhoogde kans op hiv en hepatitis B infectie door sneller wondjes aan vulva.
  • Infertiliteit
  • Moeizame bevalling: langdurig bevalling, bloedingen, letsels aan geboortekanaal en vaker is er een keizersnede nodig. We zien ook dat er vaker een reanimatie van de baby nodig.
  • Aanvullende medisch ingrijpen om seksuele gemeenschap en bevalling mogelijk te maken
  • Psychologische en psychosociale problemen na de ingreep: zoals posttraumatische-stressstoornis (PTSS), angst en depressie.
Welke behandel opties heb ik bij klachten?

1. Conservatieve behandeling

Met conservatief wordt er bedoeld dat er geen operatieve ingreep zal plaats vinden. Er wordt dan begeleiding geboden om de klachten of symptomen te verlichten. Denk daarbij bijvoorbeeld aan begeleiding bij een psycholoog, seksuoloog of bekkenboden fysiotherapeut. Dit kan al voldoende aansluiten bij de hulpvraag. Vaak is dit stap 1 en kan dit ook tegelijkertijd met een traject waarbij een operatieve ingreep overwogen wordt.

2. Operatieve behandeling

  • De-infibulatie: is een klein chirurgische ingreep om het littekenweefsel dat de plasbuis of vagina (gedeeltelijk afsluit) te openen. Dit wordt soms aangeduid als ¨omkering¨ van een besnijdenis echter is dat niet correct, dit is geen herstel van een besnijdenis alleen het openen van littekenweefsel. Dit is vaak nodig bij type 3 waarbij de vaginale opening vernauwd is. Dit kan ook nodig zijn tijdens of voor een bevalling.
    Deze ingreep kan onder lokale verdoving gedaan worden.
    Kans op complicaties zijn erg klein.
  • Clitorale reconstructie chirurgie: Bij clitorale reconstructie wordt de clitoris die dieper in het lichaam nog aanwezig is aan de oppervlakte gebracht. De gynaecoloog verwijdert eerst het littekenweefsel dat door de besnijdenis is ontstaan. Daarna wordt de clitoris vrijgemaakt, naar voren gebracht en in de nieuwe positie gehecht. Soms wordt de clitoris bedekt met een stukje beschermend slijmvlies uit de binnenkant van de vagina. De plastische chirurg en gynaecoloog kan eventueel de schaamlippen ook herstellen. (Voor meer informatie zie Folder/Link). Deze operatie wordt onder narcose gedaan, of met een ruggenprik. Net als elke operatie is er kans op complicaties zoals kans op bloedingen, ontsteking of loslaten van hechtingen. Zelden is er een nieuwe operatie nodig.

Bespreek alle opties met uw behandelaars zodat er voor uw passend gehandeld kan worden. Denk daarbij na wat voor uw belangrijk is en wat u wilt bereiken met de behandeling.

Onderzoek naar VGV

In een landelijke samenwerking met verschillende organisaties die veel kennis en kunde hebben over VGV in Nederland is het Amsterdam UMC gestart met een onderzoek naar hersteloperaties.

Het eerste deel van het onderzoek zal bestaan uit het interviewen van vrouwen die de operatie in Nederland in de afgelopen jaren hebben ondergaan. Hoe hebben zij de operatie en de zorg ervaren. Welke adviezen hebben jij voor de zorgverleners en hoe zouden we deze operatie en zorg in Nederland moeten inrichten.

Bent u in Nederland geopereerd en zou u uw ervaringen met ons willen delen? Via onderstaande link vindt u meer informatie over dit onderzoek.

Zodra het volgende deel van het onderzoek start verschijnt die informatie ook op deze website.

Rol Sleutelpersoon/Tolk/ Partners

Een sleutelpersoon komt soms mee naar je afspraken zoals bij de intake, de sleutelpersoon heeft vaak dezelfde achtergrond als u en spreekt daarbij vaak uw moedertaal. De sleutelpersoon vervult verschillende cruciale rollen:

  1. Voorlichter, ondersteuner en begeleider: De sleutelpersoon kan emotionele steun bieden aan u tijdens de afspraak. Dit kan gaan om de geruststelling van u, het aanmoedigen van communicatie met uw arts, en het verlenen van algemene begeleiding tijdens het proces.
  2. Bemiddelaar: u en uw arts hebben vaak een andere achtergrond, daarbij is het fijn om iemand erbij te hebben die beide culturen snapt. Zij kunnen daardoor cultuur verschillen (nuances/context) uitleggen aan beide kanten en zo misverstanden voorkomen.
  3. Advocaat voor u: De sleutelpersoon kan optreden als een pleitbezorger voor u, ervoor zorgen dat u gehoord wordt, uw wensen en zorgen worden begrepen, en dat uw rechten worden gerespecteerd.

Tolken: soms als u Nederlands of Engels niet machtig bent is er een tolk nodig. In sommige gevallen is de sleutelpersoon een officiële tolk in andere gevallen kan het zijn dat we een tolk via telefoon. We streven erna dat deze persoon een vrouw is, maar dat is niet altijd mogelijk.

Het is van cruciaal belang dat u een vertrouwensband hebt met de sleutelpersoon. Dit help om der ervaring minder stressvol te maken en de communicatie tussen u en de zorgverleners te vergemakkelijken. Mocht u zich er niet fijn bij te voelen geeft dit direct aan zodat wij u hierin kunnen helpen en ondersteunen.

Hoe verloopt een consult/zorgpad?

Stappenplan:

  1. Huisarts: Bespreek uw wens voor een hersteloperatie eerst met uw huisarts. De huisarts geeft u een verwijsbrief. Vindt u dit lastig, dan kunt u ook direct contact opnemen met onze poli en wij zullen met u meedenken. (Contact gegevens van de poli zijn rechtsbovenaan deze pagina te vinden)

  2. Intake: Vóór de operatie heeft u meestal een aantal gesprekken. De gynaecoloog vraagt wat uw wensen en verwachtingen zijn. De gynaecoloog stelt ook vragen over uw psychische gesteldheid, uw algemene lichamelijke conditie en seksueel functioneren. Tijdens de intake krijgt u uitleg over de mogelijkheden van de operatie.
    Tijdens de intake kan het goed zij om een sleutelpersoon/tolk aanwezig te hebben. Dit is zodat uw steun hebt aan deze persoon en er eventueel goed voor u vertaald kan worden (als dat nodig is). Wilt u dit liever niet of heeft u geen behoefte aan vertaling dan is dit zeker niet verplicht.

  3. Lichamelijk onderzoek: U krijgt een lichamelijk onderzoek. U krijgt een goede uitleg van de bevindingen, het liefst met een spiegel erbij. Heeft u nog vragen? Dan beantwoorden wij die graag.

  4. Raadpleging andere specialisten: Heeft u psychische, lichamelijke of seksuele problemen? Dan maken wij voor u aparte afspraken bij een seksuoloog en/of een psycholoog. Tijdens de intake besluiten we samen met u, of we dit traject gelijktijdig aan een eventuele operatieve ingrepen laten lopen. Of dat het verstandiger is om eerst een volledige behandel traject te doorlopen bij een seksuoloog en/of een psycholoog bijvoorbeeld bij ernstige PTSS klachten.

  5. Beoordeling: U hoort of u in aanmerking komt voor de operatie. Soms is de operatie (op dit moment) niet de juiste oplossing voor uw problemen.

  6. Geïnformeerde toestemming: U krijgt vóór de operatie informatie over de mogelijkheden, de beperkingen en de risico’s op complicaties. Daarna geeft u toestemming voor de operatie.

  7. Datum plannen en afspraak bij de Anesthesist: De operatie kan worden ingepland. U krijgt ook een afspraak bij de anesthesist om de narcose of ruggenprik verder te bespreken.

  8. Operatie: U wordt geopereerd meestal is de operatie in dagbehandeling. In principe gaat kunt u dezelfde dag naar huis. Als u ook kleine schaamlippen wilt laten herstellen, blijft u soms een nacht in het ziekenhuis. Plan dit goed en laat iemand u ophalen. De eerste nacht na de operatie moet er iemand bij u in huis zijn.

  9. Herstel traject: U krijgt na de operatie een folder met leefregels na de operatie, lees deze goed door. Uw wond moet herstellen, daarbij moet u zo veel mogelijk rust nemen. U krijgt recept met pijnstillers om te helpen met de pijn. Verwachten hersteltijd is vaak tussen 6-12weken. Hoelang het precies duurt verschilt vaak per persoon.

Controles: U wordt vaak na 10 dagen telefonisch gebeld en u komt op fysieke controle na 3 weken- 3maanden- 6maanden en na 1 jaar.

Contactgegevens

E-mailadres: VGV@amsterdamumc.nl (antwoord binnen 2-3 werkdagen)

Telefoonnummer:
020-5667525
(bereikbaar op ma-vr van 09.00 - 17.00)