Beeldengroep Carel Visser stelt voor raadselen

Foutje ontdekt op het Verheijplein in het AMC.

Het kunstwerk van meesterbeeldhouwer Carel Visser, dat uit twaalf massief stalen elementen bestaat, is verkeerd gegroepeerd. De op handen zijnde herinrichting van het plein wordt aangegrepen om de beeldengroep in zijn oorspronkelijke staat te herstellen. Maar eh, hoe was dat ook weer?

De nieuwsgierigheid groeit. Al wekenlang wordt het Verheijplein in het AMC ontsierd door een houten afzetting, die het centrale deel aan het oog onttrekt. Zwakke plek ontdekt? Hardnekkig gaslek? “Het heeft te maken met de toekomstige herinrichting”, verklaart Onno Valk van het Expertisecentrum Huisvesting.

“Het Verheijplein moet een beschutte uitstraling krijgen, met meer groenpartijen. Op die herinrichting zijn we alvast een beetje vooruitgelopen. Onder het plein is recentelijk een groot steriel magazijn gebouwd. Voor ons een goede gelegenheid om in de pleinvloer alvast een aantal leidingen te verleggen en nieuwe stroompunten aan te brengen.”

Lukraak

Over de details van de herinrichting laat hij zich nog niet uit. “De plannen moeten eerst formeel bekrachtigd worden”. Onvermijdelijk nevengevolg is wel dat de beeldengroep van Carel Visser zijn huidige plaats niet kan behouden. Komt goed uit. Conservator Sabrina Kamstra was er namelijk al eerder achtergekomen dat er aan die groep, bij de AMC-bouw verworven in het kader van de eenprocentsregeling, iets niet klopt.

Tegenwoordig staan de twaalf golfachtige elementen van Vissers kunstwerk schijnbaar lukraak verspreid over het plein en de aanpalende lichtstraat. Ooit moeten ze echter een fraaie, door de kunstenaar beoogde samenhang hebben vertoond. “Ze stonden op een specifieke manier achter elkaar”, weet Kamstra. “De oorspronkelijke opstelling is waarschijnlijk verloren gegaan bij een liefdeloze herinrichting in de jaren tachtig.”

Maar hoe gaan die dingen: daar herinnert niemand zich meer iets van. Niet van de gewraakte herinrichting en al helemaal niet van de oorspronkelijke opstelling. Carel Visser zelf, overleden in 2015, kan geen uitsluitsel meer geven. Foto’s of tekeningen van de originele groep zijn nergens in het gebouw te vinden. AMC-kunstbeheerders uit het grijze verleden werden vergeefs gepolst en zelfs een uitstapje naar het RKD-Nederlands Instituut voor kunstgeschiedenis, een van de meest complete kunstdocumentatiecentra ter wereld, mocht niet baten.

Zoon in Frankrijk

Kamstra: “Het RKD beschikt over een elf meter lang archief over alle eenprocentswerken van het AMC. Je mag er wel in, op speciaal verzoek, maar het is niet ontsloten: een systematische beschrijving van de documenten ontbreekt. Wat in de praktijk betekent dat er geen beginnen aan is.” Misschien kon Vissers familie uitkomst bieden? Vorig jaar zocht Kamstra contact met Carels zoon Frank, woonachtig in Frankrijk. Aardige man. Zeer behulpzaam ook. Maar hoe zijn vader de opstelling in het AMC had bedoeld, hij had geen flauw idee. Speurtocht doodgelopen, case dismissed?

Het was emeritus hoogleraar Kunstgeschiedenis Carel Blotkamp die uitkomst bracht. “Blotkamp werkt momenteel aan een uitvoerige studie over Carel Visser”, zegt Kamstra. “Inmiddels heeft hij een berg documentatie verzameld, veel brieven van en aan Visser onder andere. Tussen al die papieren vond hij zowaar een brief aan kunsthistorica Elmyra van Dooren, destijds werkzaam in het AMC en nauw betrokken bij de plaatsing van het werk. Mét een pentekeningetje, waarin de beeldhouwer keurig aangaf hoe hij zijn nieuwe beeldengroep gerangschikt wilde hebben.”

Puzzelstukjes

Het gaat om een rij vormen die samen beweging en metamorfose suggereren, legt Visser in zijn epistel uit. Bij de tekening noteert hij: ‘Uit elkaar.. wordt aangetrokken… groeit naar elkaar… nieuwe vorm… de verbinding ontstaat…’ Een artistieke voorafschaduwing van de fusie VUmc-AMC als het ware. Vanaf de voorkant gezien moeten de twaalf stalen elementen min of meer als puzzelstukjes in elkaar vallen.

“Zo gaan we ze straks weer opstellen, met de tekening van de kunstenaar in de hand”, belooft Kamstra. Wat nog wel wat voeten in de aarde zal hebben, want de verplaatsing is geen sinecure. Kamstra: “Gemiddeld wegen de afzonderlijke elementen gauw zo’n 500 kilo. Krijg die maar eens van de grond. We huren er een zogeheten portaalkraan voor in, een heftruck is te riskant.” Dat kan dus nog een aardig kijkspektakel worden. Maar past u wel op voor de tenen.