Karel Appel

De blijde en ovorziene week/donderdag

1950

Ingekleurde litho met tekst van Hugo Claus

26 x 20 cm (2x)

Het einde van de Tweede Wereldoorlog betekent voor Karel Appel ook in artistiek opzicht een omslagpunt. De Rijksacademie van Beeldende Kunsten heeft de ongedurige kapperszoon omgesmeed tot een zeer precies, realistisch schilder, die zich toelegt op portretten en stillevens. Maar nauwelijks is de bevrijding aangebroken of Appel explodeert. Binnen tien jaar zal hij in Nederland uitgroeien tot de belangrijkste en meest bekende kunstenaar van zijn generatie. Samen met de Deen Asger Jorn geeft hij de Cobragroep internationale bekendheid, en het is vooral Appel die de voornaamste karaktertrekken van deze revolutionaire kunstbeweging door de jaren heen weet te behouden. Het spontane en directe, de impulsiviteit en de agressie zijn hem op het lijf geschreven.

Publiek en pers reageren aanvankelijk vijandig op de zich nadrukkelijk manifesterende groep. Mede door het gebrek aan respons worden de Cobrakunstenaars naar elkaar toegedreven. In een aantal gevallen komt het tot gezamenlijke werken, zoals deze litho’s van Appel en de Belgische literator/schilder Hugo Claus laten zien. Pas in de jaren zestig zullen de flamboyante ‘rotzooier’ en zijn voormalige geestverwanten in brede kring worden omarmd.

Van deze kunstenaar hebben we meer werk in de collectie.