Vermoeidheid: GRIP op vermoeidheid studie

Onderzoek naar cognitieve gedragstherapie voor patiënten met een hersentumor, met ernstige vermoeidheidsklachten. Cognitieve gedragstherapie is een psychologische behandeling gebaseerd op de veronderstelling dat door een verandering in iemands denken en doen, klachten zoals vermoeidheid verminderd kunnen worden.

Doel onderzoek

Deze studie onderzoekt of patiënten met een hersentumor en die ernstig vermoeid zijn, effectief kunnen worden behandeld met cognitieve gedragstherapie. Deze behandeling bestaat uit gesprekken met een therapeut, aangevuld met een online behandeling. Onderzocht wordt of de vermoeidheid door deze behandeling kan verminderen, waardoor de kwaliteit van leven toeneemt.

Bijna alle patiënten met een hersentumor hebben last van vermoeidheid. Veertig procent van de patiënten is zelfs ernstig vermoeid, wat een grote impact heeft op het dagelijks leven. De vermoeidheid begint meestal al wanneer patiënten de diagnose krijgen of geopereerd of behandeld worden. Later zijn er verschillende factoren, die er aan bijdragen dat de vermoeidheid niet afneemt, zoals een veranderd dag-nachtritme of verminderde lichamelijke activiteit. Cognitieve gedragstherapie richt zich op het doorbreken van gedrag en kan daardoor zorgen voor een vermindering van de vermoeidheid.

Een team van experts heeft een speciale behandeling ontwikkeld voor patiënten met vermoeidheid en een hersentumor. Deze behandeling is nog niet eerder onderzocht bij patiënten met een hersentumor. Dit onderzoek gaat na of deze behandeling wel effect heeft op patiënten met een hersentumor. Ook wil men onderzoeken waar de vermoeidheidsklachten precies vandaan komen en bij welke patiënten de behandeling goed werkt.

Voorwaarden

De voorwaarden voor deelname aan dit onderzoek zijn onder andere:

  • Patiënten met een diffuus glioom (laaggradig of hooggradig).
  • Patiënten hebben last van ernstige vermoeidheid.
  • Patiënten zijn niet onder behandeling; de ziekte is stabiel.
  • Patiënten zijn 18 jaar of ouder.
  • Patiënten hebben een minimale levensverwachting van 3 maanden.
  • Patiënten kunnen vloeiend Nederlands spreken, schrijven en lezen.
  • Patiënten hebben toegang tot een computer met internet.

Geschiktheidsonderzoek

Eerst wordt bepaald of de patiënt kan meedoen aan dit onderzoek. De onderzoeker stelt telefonisch een aantal vragen en de patiënt vult een online vragenlijst in. Deze vragen gaan over vermoeidheid, stemming en het functioneren in het dagelijks leven. Ook wordt er bloed afgenomen om te bepalen of er geen andere oorzaak voor de vermoeidheid is, zoals een infectie of bloedarmoede.

De behandeling

Loting bepaalt of de patiënt meteen behandeld wordt of dat hij/zij op een wachtlijst wordt geplaatst. De behandeling bestaat uit vijf gesprekken met een therapeut. Een deel van deze gesprekken vindt in het ziekenhuis plaats en een deel per videoverbinding. Daarnaast volgt de patiënt een internetprogramma over vermoeidheid met verschillende opdrachten. De patiënt wordt gevraagd om dagelijks wat tijd vrij te maken om aan de slag te gaan met het internetprogramma. Via e-mailcontact begeleidt de therapeut hierbij. Om te bepalen welke programma-onderdelen gevolgd moeten worden, vult de patiënt vooraf thuis een slaapdagboek in en draagt de patiënt gedurende twee weken een actometer. Dit apparaatje om de enkel of pols kan meten hoe actief de patiënt is.

De gehele behandeling duur ongeveer 12 weken; 12 weken na het eind van de behandeling is er nog een meetmoment. De gehele studie zal dus ongeveer 24 weken duren. Wanneer een deelnemer door loting op de wachtlijst staat, wordt aan het einde van de studieperiode met de patiënt bekeken of er nog steeds sprake is van ernstige vermoeidheid en hij/zij alsnog behandeld wil worden.

Bezoeken en metingen:
Voor de behandeling komt de patiënt minstens 2 keer naar het ziekenhuis voor afspraken met de therapeut. In een periode van 4 maanden komt de patiënt ook nog 2 keer naar het ziekenhuis voor extra onderzoeken.

De volgende onderzoeken worden gedaan:
Lichamelijk onderzoek naar neurologische uitval. Dit duurt vijf minuten.

  • Neuropsychologisch onderzoek, dit bestaat uit taken waarmee onder meer het geheugen, aandacht en concentratie onderzocht worden. Dit duurt ongeveer een uur.
  • MEG-meting. Er wordt een soort droogkap over het hoofd geplaatst om de activiteit van de hersenen te meten. Dit duurt ongeveer drie kwartier.
  • Een beperkte MRI-scan zonder contrast. Dit duurt ongeveer twintig minuten.
  • De patiënt vult daarnaast nog 3 keer vragenlijsten in. Deze worden per email toegestuurd.

Meer informatie

Het onderzoek vindt plaats in het Amsterdam UMC, locatie VUmc. Mocht u interesse hebben in het onderzoek, dan kun u zelf contact opnemen met de onderzoekers om meer informatie op te vragen. Patiënten uit heel Nederland kunnen meedoen. U kunt hiervoor een mail sturen met uw contactgegevens naar: gripopvermoeidheid@amsterdamumc.nl of bellen met Jantine Röttgering, arts-onderzoeker (06-25005952).

Onderzoeker

Jantine Röttgering