Voor en na uw operatie verblijft u op de verpleegafdeling van het neurocentrum. Dit centrum vindt u op locatie VUmc op de tweede etage in het ziekenhuis, in de B en C vleugel.
Voor en na uw operatie verblijft u op de verpleegafdeling van het neurocentrum. Dit centrum vindt u op locatie VUmc op de tweede etage in het ziekenhuis, in de B en C vleugel. Op deze afdelingen bevinden zich de specialismen neurologie en neurochirurgie. Bij aankomst kunt u zich melden bij de balie van het neurocentrum. De verpleegkundige zal u uitnodigen voor een gesprek waarin persoonlijke gegevens worden gecontroleerd en vragen worden gesteld rondom uw situatie. Daarnaast wordt u van informatie voorzien omtrent de afdeling en de procedure rondom uw behandeling en zal u naar uw kamer worden verwezen. Vervolgens zal de zaalarts verdere vragen stellen, u onderzoeken en u van aanvullende informatie voorzien indien gewenst.
Als er een hersentumor op een MRI-scan is geconstateerd, zal in veel gevallen een operatie worden geadviseerd. Grofweg zijn er twee soorten ingrepen:
1. Een zogenaamde craniotomie, waarbij een luik in de schedel wordt gemaakt om de tumor zo veel als mogelijk te verwijderen. Het verkregen tumorweefsel wordt door de patholoog onderzocht voor het stellen van een definitieve diagnose.
2. Een naaldbiopt waarbij een klein stukje tumorweefsel wordt verkregen voor onderzoek door de patholoog om een definitieve diagnose te stellen.
Craniotomie en verwijderen tumor
Vaak is een deel van de behandeling van een hersentumor het chirurgisch verwijderen van zoveel mogelijk tumorweefsel. Dit gebeurt door een operatie waarbij een luik in de schedel wordt gemaakt (de ‘craniotomie’) en het tumorweefsel kan worden verwijderd. De ingreep vindt plaats onder narcose maar soms is het verstandig om een deel van de operatie uit te voeren als een patiënt wakker is (wakkere craniotomie) om de neurologische functie te kunnen bewaken. Aan het einde van de ingreep wordt het luikje in de schedel gesloten door het bot weer terug te plaatsen en stevig te fixeren. De wond geneest snel en na circa één week kunnen de hechtingen door de huisarts verwijderd worden. Na een craniotomie is het herstel doorgaans vlot, gemiddeld kunnen patiënten twee tot vijf dagen na de operatie weer naar huis.
Naaldbiopsie
Door een naaldbiopsie wordt alleen een kleine stukje weefsel verkregen om te kunnen bepalen om welke soort tumor het gaat. Het weefsel wordt met een holle naald weggehaald via een kleine opening in de schedel. Door een zogenaamd navigatiesysteem op de operatiekamer wordt de precieze plek van de opening en het weefselbiopt bepaald. De ingreep vindt plaats onder narcose en is minder ingrijpend dan een craniotomie, maar is alleen voor het verkrijgen van een weefseldiagnose en niet om de tumor te verwijderen. Door het verkrijgen van het tumorweefsel en het stellen van de diagnose kan een behandeling geadviseerd worden. Het herstel na een biopsie is snel. U kunt meestal de volgende dag al naar huis.
Voor welke operatie gekozen wordt hangt af van vele factoren. De overwegingen om voor een naaldbiopt of een craniotomie en tumorverwijdering te kiezen zullen van te voren uitgebreid met u worden besproken.
Leefregels
Ontslag uit het ziekenhuis betekent nog niet dat u volledig bent hersteld. Allereerst zult u weer op krachten moeten komen. Een belangrijke regel is een regelmatig leefpatroon en goed luisteren naar uw lichaam. Het nemen van extra rust is daarbij belangrijk. Na verloop van tijd weer lichte werkzaamheden uitvoeren, werkt vaak positief. Echter, het is verstandig het weer uitoefenen van uw beroep of werk uit te stellen tot na de eerste poliklinische controle. Deze controleafspraak wordt standaard gemaakt acht weken na uw operatie. Indien u wilt autorijden, bespreekt u dit van tevoren met uw behandelend arts. U kunt uw conditie rustig opbouwen door bijvoorbeeld te wandelen, fietsen en (onder begeleiding) te zwemmen (niet bij epilepsie). Alle andere sporten worden in deze fase nog afgeraden. Ook een bezoek aan de sauna wordt de eerste zes weken afgeraden. Wat seksuele gemeenschap betreft, zijn er geen beperkingen. Mocht u op vakantie willen voor de eerste poliklinische controle, overleg dit dan eerst met uw behandelend arts.
Mogelijke klachten thuis
Voordat u uit het ziekenhuis ontslagen wordt, geeft de zaalarts u informatie over klachten die kunnen optreden als gevolg van de operatie. Vermoeidheid is een veel voorkomend verschijnsel na een grote operatie of een intensieve behandeling en kan soms lang aanhouden. Vermoeidheid geeft aan dat het lichaam behoefte heeft aan rust. Het is belangrijk dat u hieraan toegeeft. Bij klachten zoals toename van hoofdpijn, traagheid, toenemende bewegingsstoornissen, gevoelsstoornissen of veronderstelde bijwerkingen van medicijnen, raden wij u aan contact met ons op te nemen. Indien er problemen ontstaan met de wondgenezing (roodheid, zwelling of vocht uit de wond) dient u ook contact op te nemen met uw behandelend arts in het ziekenhuis.
Het litteken
De wond is meestal een week na de operatie weer genezen. U dient dagelijks uw haren te wassen totdat de hechtingen verwijderd zijn. De hechtingen worden 10 dagen na de operatie verwijderd. Dit kan bij de huisarts maar ook op de afdeling. Na het verwijderen van de hechtingen en als de wond droog is en niet wijkt, kunt u weer normale haarverzorgingsproducten gebruiken. De nog aanwezige korstjes laten meestal vanzelf los. Wees de eerste tijd wel voorzichtig met het masseren van shampoo in het gebied van het litteken. Het is niet goed om een vers litteken aan de zon bloot te stellen. Op zonnige dagen is het dan ook verstandig om uw hoofd te beschermen met een hoed, sjaaltje of parasol. Dit geldt zeker voor de eerste zes weken.
Emotionele verwerking
Het verwerken van uw ziekte en de gevolgen daarvan zal de nodige tijd kosten. Het uitwisselen van ervaringen met patiënten en directe naaste(n) die in een vergelijkbare situatie verkeren, kan een enorme steun zijn. Dit is mogelijk via patiënten- en familieorganisaties. De patiënten- en familieorganisaties brengen lotgenoten en hun directe naaste(n) samen. De organisaties bieden emotioneel een steuntje in de rug en geven voorlichting en praktische adviezen. Een lijst met nuttige websites vindt u bij het kopje ‘Nuttige websites’.
Poliklinische nazorg
De eerste poliklinische controle vindt acht weken na ontslag plaats bij de neurochirurg die u geopereerd heeft. Tijdens dit consult bespreekt hij/zij uw lichamelijke en geestelijke klachten met u en de verwachtingen ten aanzien van uw herstel op langere termijn. Een veel voorkomend misverstand is de gedachte dat er bij elk polikliniekbezoek een controlescan wordt gemaakt. Dit is vaak niet nodig. De behandelend arts zal met u bespreken wanneer het in uw geval wenselijk is om een controlescan te maken.
Aan de polikliniek van het Hersentumorcentrum Amsterdam zijn twee verpleegkundig consulenten verbonden. Zij zijn gespecialiseerd in het informeren, adviseren en begeleiden van patiënten en hun naasten. De verpleegkundigen kunnen voor u een vast aanspreekpunt zijn binnen het gehele traject en nabehandeling. Voor contactgegevens zie het kopje ‘Belangrijke telefoonnummers’.
De dag van de opname
De dag voorafgaand de operatie wordt u opgenomen in het neurocentrum. U kunt het volgende verwachten;
• Een verpleegkundige zal uw anamnese afnemen, dit is een gesprek over uw ziektegeschiedenis, persoonlijke gegevens en sociale omstandigheden.
• De coassistent en de zaalarts voeren ook een gesprek met u en kijken u lichamelijk na.
• De neurochirurg komt bij u langs, meestal aan het einde van de middag, vóór de operatie. U heeft dan ook de gelegenheid eventuele vragen te stellen.
• Indien u nog niet op de poli preoperatieve screening geweest bent, worden er waarschijnlijk nog een aantal onderzoeken gedaan waaronder bloedonderzoek, een hartfilmpje (ECG) en soms een longfoto.
• Vaak wordt er nog een MRI scan van de hersenen gemaakt.
Voorbereiding op de operatie
De verpleegkundige geeft uitleg over de narcose, de operatiekamer en de uitslaapkamer (PACU). Als u het op prijs stelt, kunt u een kennismakingsbezoek brengen aan PACU. In verband met de hygiëne op de operatiekamer, is het belangrijk dat u uw nagellak en sieraden verwijdert. Als u op de dag voor de operatie uw lichaam en haren al gewassen heeft, is dat ’s avonds op de afdeling niet meer noodzakelijk. De ochtend van de operatie dient dit wel te gebeuren. Er worden zogenaamde TED kousen aangemeten door de verpleegkundige, dit is om de kans op thrombosebenen te verminderen. Het eventueel scheren van uw haren (meestal zeer beperkt) gebeurt vlak voor de operatie op de operatiekamer (onder narcose). Voor de operatie moet u nuchter zijn. Dit is om overgeven tijdens en na de operatie te voorkomen. Wij raden u aan om minstens een week voor de operatie te stoppen met roken. U start met onderstaand schema op de dag voordat u geopereerd wordt.
Dag voor de operatie
• Gewoon dieet; tenzij de anesthesioloog andere afspraken heeft gemaakt
Tot zes uur voor de operatie:
• Lichte maaltijd (geroosterd brood + helder vloeibaar)
• Melkproducten
• Sonde- of drinkvoeding
Tot twee uur voor de operatie:
• Helder vloeibaar (water, vruchtensap zonder pulp, koffie, thee, limonade)
• Advies: twee tot vier uur voor de operatie 400 ml suikerhoudende drank drinken, niet alleen water of thee
Tot aan de operatie:
• Orale medicatie met 30 ml water
De operatiedag
De verpleegkundige wekt u op de dag van de operatie op tijd en de laatste voorbereidingen vinden plaats. U wast uw haren en lichaam, u krijgt een operatiehemd en TED-kousen aan. U krijgt de eventuele door de anesthesioloog voorgeschreven premedicatie ter voorbereiding op de narcose. Dit is vaak een tablet. Op de afgesproken tijd brengt de verpleegkundige u naar de operatieafdeling.
Na de operatie
Na de operatie verblijft op de PACU tot de volgende ochtend. U ligt aan een monitor die uw hartslag en bloeddruk registreert en er wordt vaak (elk uur) gecontroleerd of u helder van bewustzijn bent. Meestal heeft u een blaaskatheter en een infuus in uw arm of voet voor toediening van vocht en eventuele medicijnen. De volgende dag gaat u terug naar de verpleegafdeling. Na de operatie heeft de neurochirurg een gesprek met uw partner en/of familie over het verloop van de operatie. Natuurlijk vertelt hij/zij dit ook aan u wanneer u eenmaal goed wakker bent. U heeft meestal een hoofdverband. Deze wordt 24 uur na de operatie afgedaan door de verpleegkundige. Daarna zal uw haar gewassen worden. Hierna wordt de wond gecontroleerd en eventueel opnieuw verbonden. Het kan zijn dat u enige dagen na de operatie lichte hoofdpijn heeft. Dit komt door wondpijn en/of vochtophoping, die druk geeft in het hoofd. Dit kan goed behandeld worden met paracetamol. Het infuus uit uw arm of voet wordt verwijderd als u geen medicatie via het infuus toegediend krijgt, niet misselijk bent en zelf weer voldoende kunt drinken.
Herstelperiode
In principe mag u de eerste dag na de operatie onder begeleiding al uit bed. Indien u slecht ter been bent, kan de fysiotherapeut u helpen. Als u voldoende bent opgeknapt, kunt u naar huis of, indien een langere herstelperiode nodig is, wordt u overgeplaatst naar uw eigen/verwijzende ziekenhuis. Bij een goede wondgenezing kunnen de hechtingen op de zevende dag worden verwijderd door de huisarts. Hiervoor dient u zelf een afspraak te maken. Uw haren moet u dagelijks wassen totdat de hechtingen verwijderd zijn. Veel voorkomende klachten of problemen Door de hersentumor kan er sprake zijn van uitvalsverschijnselen. Soms kan dit wat verbeteren door de operatie. De uitvalsverschijnselen kunnen heel divers zijn afhankelijk van de plaats van de tumor, bijvoorbeeld motorische uitval van arm of been, gezichtsvelduitval, problemen met taal en/of spraak. Ook kunt u problemen ondervinden in het denken zoals aandachts- en concentratieproblemen, geheugenproblemen en/of planningsproblemen. In het geval van deze of andere problemen kunt u ondersteuning aangeboden krijgen in de vorm van fysiotherapie, ergotherapie of logopedie. Daarnaast kunnen er veranderingen optreden in uw gedrag en emoties zoals prikkelbaarheid, emotionele labiliteit of initiatiefverlies. Dit kan veroorzaakt worden door de spanning rondom de operatie maar ook door de tumor zelf en/of medicatie. Het kan heel moeilijk zijn met de situatie om te gaan. U en de mensen in uw directe omgeving zullen moeten leren hiermee om te gaan. De verpleegkundige ondersteunt u en uw directe naaste hierbij gedurende de opname. Meer informatie vindt u in de folder Psychologische hulp voor patiënten met een hersentumor. Nogmaals willen we benadrukken dat de hierboven genoemde klachten lang niet bij iedereen optreden en sterk afhankelijk zijn van de tumor locatie in de hersenen en de soort tumor.
Uitslag weefselonderzoek
Om de definitieve diagnose (soort tumor) te stellen, is onderzoek door de patholoog van het tumorweefsel noodzakelijk. Dit duurt gemiddeld vijf werkdagen. Zodra de uitslag van het weefselonderzoek bekend is wordt dit besproken in het multidisciplinaire behandelteam, waar een advies over het vervolg van de behandeling wordt besproken. Dit kan variëren van voorlopig afwachten tot bestraling en/of chemotherapie. Er wordt voor een afspraak op een zo kort mogelijke termijn na het overleg gezorgd om de uitslag en het verdere behandeladvies met u te bespreken. Het is belangrijk dat uw partner of directe naaste(n) aanwezig is/zijn, zodat u gelijktijdig dezelfde informatie krijgt.
Ontslag
Als het herstelproces probleemloos verloopt en er weinig of geen uitvalsverschijnselen zijn, kunt u snel naar huis. De uitslag van het weefselonderzoek en eventuele nabehandeling zijn dan vaak nog niet bekend en er wordt een afspraak gemaakt om dit dan zo snel mogelijk met u en uw naasten te bespreken. Het feit dat de uitslag van het weefselonderzoek nog niet bekend is, hoeft geen reden te zijn om in het ziekenhuis opgenomen te blijven aIs dat medisch gezien niet noodzakelijk is. Is er sprake van neurologische uitval of een stoornis anderszins, dan zal het herstel meer tijd kosten en kan een revalidatieperiode, gericht op zoveel mogelijk herstel van functie, noodzakelijk zijn. Als u uit een ander ziekenhuis komt en een langere herstelperiode nodig heeft, wordt u teruggeplaatst naar dat betreffende ziekenhuis. De zaalarts stuurt in alle gevallen een brief naar uw huisarts over uw behandeling in het ziekenhuis en uw gezondheidstoestand op het moment van ontslag. U krijgt een afspraak voor poliklinische controle en een eventueel recept voor medicatie.
Vaak wordt in de dagen na de operatie een MRI scan verricht om een eerste indruk te krijgen van hoeveel tumor verwijderd kon worden. Dit wordt tijdens de opname gepland. U heeft eerder al een MRI scan gehad. Dit onderzoek zal plaatsvinden op de afdeling radiologie en nucleaire geneeskunde.
Locaties:
- Receptie U, 4de etage van de polikliniek
- Receptie F, begane grond van de polikliniek
- 2de etage van het ziekenhuis MR, CT/Echo
Voor meer informatie over MRI-scan klik hier.
https://www.vumc.nl/zorg/expertisecentra-en-specialismen/hersentumorcentrum-amsterdam.htm
Hier vindt u meer informatie over hersentumoren, relevante literatuur, ervaringen van andere patiënten, etc.
Biedt informatie over niet aangeboren hersenletsel.
Verstrekt onafhankelijke en actuele informatie over hersentumoren.
Biedt inzicht en informatie over wat er in het hoofd van kinderen omgaat met betrekking tot kanker.
Deze site is een initiatief van KWF Kankerbestrijding, Leven met kanker en IKNL en levert betrouwbare informatie, ervaringskennis en het ondersteuningsaanbod rond kanker.
Vragen over de opname planning:
Tineke de Munnik, (020) 444 3714 bereikbaar tussen 11.00 en 12.00 uur
tineke.demunnik@vumc.nl
Ingrid Moor, (020) 444 5013 (epilepsiechirurgie en functionele tumorchirurgie)
epilepsiechirurgie@vumc.nl
Bereikbaar van maandag t/m donderdag
Voor spoedgevallen en problemen na de operatie:
Neurocentrum 2C (020) 444 2120 of Neurocentrum 2B (020) 444 2220
Afspraken maken/verzetten:
Balie neurochirurgie, receptie J: telefoon (020) 444 1161 bereikbaar tussen 10.00 en 16.00 uur.
Voor spoedgevallen tot 10.00 uur: telefoon (020) 444 4444 en vragen naar pieper 6368.
Vragen en problemen:
Maandag t/m vrijdag tussen 10.00 en 13.00 uur.
Verpleegkundig consulenten: telefoon (020) 444 0741. U kunt uw boodschap inspreken. Doet u dit vóór 13.00 uur dan wordt u dezelfde dag nog teruggebeld.
Vragen kunt u ook per e-mail stellen: c.nijboer@vumc.nl of a.weerdesteijn@vumc.nl.
De dag van de opname
De dag voorafgaand de operatie wordt u opgenomen in het neurocentrum. U kunt het volgende verwachten;
• Een verpleegkundige zal uw anamnese afnemen, dit is een gesprek over uw ziektegeschiedenis, persoonlijke gegevens en sociale omstandigheden.
• De coassistent en de zaalarts voeren ook een gesprek met u en kijken u lichamelijk na.
• De neurochirurg komt bij u langs, meestal aan het einde van de middag, vóór de operatie. U heeft dan ook de gelegenheid eventuele vragen te stellen.
• Indien u nog niet op de poli preoperatieve screening geweest bent, worden er waarschijnlijk nog een aantal onderzoeken gedaan waaronder bloedonderzoek, een hartfilmpje (ECG) en soms een longfoto.
• Vaak wordt er nog een MRI scan van de hersenen gemaakt.
Voorbereiding op de operatie
De verpleegkundige geeft uitleg over de narcose, de operatiekamer en de uitslaapkamer (PACU). Als u het op prijs stelt, kunt u een kennismakingsbezoek brengen aan PACU. In verband met de hygiëne op de operatiekamer, is het belangrijk dat u uw nagellak en sieraden verwijdert. Als u op de dag voor de operatie uw lichaam en haren al gewassen heeft, is dat ’s avonds op de afdeling niet meer noodzakelijk. De ochtend van de operatie dient dit wel te gebeuren. Er worden zogenaamde TED kousen aangemeten door de verpleegkundige, dit is om de kans op thrombosebenen te verminderen. Het eventueel scheren van uw haren (meestal zeer beperkt) gebeurt vlak voor de operatie op de operatiekamer (onder narcose). Voor de operatie moet u nuchter zijn. Dit is om overgeven tijdens en na de operatie te voorkomen. Wij raden u aan om minstens een week voor de operatie te stoppen met roken. U start met onderstaand schema op de dag voordat u geopereerd wordt.
Dag voor de operatie
• Gewoon dieet; tenzij de anesthesioloog andere afspraken heeft gemaakt
Tot zes uur voor de operatie:
• Lichte maaltijd (geroosterd brood + helder vloeibaar)
• Melkproducten
• Sonde- of drinkvoeding
Tot twee uur voor de operatie:
• Helder vloeibaar (water, vruchtensap zonder pulp, koffie, thee, limonade)
• Advies: twee tot vier uur voor de operatie 400 ml suikerhoudende drank drinken, niet alleen water of thee
Tot aan de operatie:
• Orale medicatie met 30 ml water
De operatiedag
De verpleegkundige wekt u op de dag van de operatie op tijd en de laatste voorbereidingen vinden plaats. U wast uw haren en lichaam, u krijgt een operatiehemd en TED-kousen aan. U krijgt de eventuele door de anesthesioloog voorgeschreven premedicatie ter voorbereiding op de narcose. Dit is vaak een tablet. Op de afgesproken tijd brengt de verpleegkundige u naar de operatieafdeling.
Na de operatie
Na de operatie verblijft op de PACU tot de volgende ochtend. U ligt aan een monitor die uw hartslag en bloeddruk registreert en er wordt vaak (elk uur) gecontroleerd of u helder van bewustzijn bent. Meestal heeft u een blaaskatheter en een infuus in uw arm of voet voor toediening van vocht en eventuele medicijnen. De volgende dag gaat u terug naar de verpleegafdeling. Na de operatie heeft de neurochirurg een gesprek met uw partner en/of familie over het verloop van de operatie. Natuurlijk vertelt hij/zij dit ook aan u wanneer u eenmaal goed wakker bent. U heeft meestal een hoofdverband. Deze wordt 24 uur na de operatie afgedaan door de verpleegkundige. Daarna zal uw haar gewassen worden. Hierna wordt de wond gecontroleerd en eventueel opnieuw verbonden. Het kan zijn dat u enige dagen na de operatie lichte hoofdpijn heeft. Dit komt door wondpijn en/of vochtophoping, die druk geeft in het hoofd. Dit kan goed behandeld worden met paracetamol. Het infuus uit uw arm of voet wordt verwijderd als u geen medicatie via het infuus toegediend krijgt, niet misselijk bent en zelf weer voldoende kunt drinken.
Herstelperiode
In principe mag u de eerste dag na de operatie onder begeleiding al uit bed. Indien u slecht ter been bent, kan de fysiotherapeut u helpen. Als u voldoende bent opgeknapt, kunt u naar huis of, indien een langere herstelperiode nodig is, wordt u overgeplaatst naar uw eigen/verwijzende ziekenhuis. Bij een goede wondgenezing kunnen de hechtingen op de zevende dag worden verwijderd door de huisarts. Hiervoor dient u zelf een afspraak te maken. Uw haren moet u dagelijks wassen totdat de hechtingen verwijderd zijn. Veel voorkomende klachten of problemen Door de hersentumor kan er sprake zijn van uitvalsverschijnselen. Soms kan dit wat verbeteren door de operatie. De uitvalsverschijnselen kunnen heel divers zijn afhankelijk van de plaats van de tumor, bijvoorbeeld motorische uitval van arm of been, gezichtsvelduitval, problemen met taal en/of spraak. Ook kunt u problemen ondervinden in het denken zoals aandachts- en concentratieproblemen, geheugenproblemen en/of planningsproblemen. In het geval van deze of andere problemen kunt u ondersteuning aangeboden krijgen in de vorm van fysiotherapie, ergotherapie of logopedie. Daarnaast kunnen er veranderingen optreden in uw gedrag en emoties zoals prikkelbaarheid, emotionele labiliteit of initiatiefverlies. Dit kan veroorzaakt worden door de spanning rondom de operatie maar ook door de tumor zelf en/of medicatie. Het kan heel moeilijk zijn met de situatie om te gaan. U en de mensen in uw directe omgeving zullen moeten leren hiermee om te gaan. De verpleegkundige ondersteunt u en uw directe naaste hierbij gedurende de opname. Meer informatie vindt u in de folder Psychologische hulp voor patiënten met een hersentumor. Nogmaals willen we benadrukken dat de hierboven genoemde klachten lang niet bij iedereen optreden en sterk afhankelijk zijn van de tumor locatie in de hersenen en de soort tumor.
Uitslag weefselonderzoek
Om de definitieve diagnose (soort tumor) te stellen, is onderzoek door de patholoog van het tumorweefsel noodzakelijk. Dit duurt gemiddeld vijf werkdagen. Zodra de uitslag van het weefselonderzoek bekend is wordt dit besproken in het multidisciplinaire behandelteam, waar een advies over het vervolg van de behandeling wordt besproken. Dit kan variëren van voorlopig afwachten tot bestraling en/of chemotherapie. Er wordt voor een afspraak op een zo kort mogelijke termijn na het overleg gezorgd om de uitslag en het verdere behandeladvies met u te bespreken. Het is belangrijk dat uw partner of directe naaste(n) aanwezig is/zijn, zodat u gelijktijdig dezelfde informatie krijgt.
Ontslag
Als het herstelproces probleemloos verloopt en er weinig of geen uitvalsverschijnselen zijn, kunt u snel naar huis. De uitslag van het weefselonderzoek en eventuele nabehandeling zijn dan vaak nog niet bekend en er wordt een afspraak gemaakt om dit dan zo snel mogelijk met u en uw naasten te bespreken. Het feit dat de uitslag van het weefselonderzoek nog niet bekend is, hoeft geen reden te zijn om in het ziekenhuis opgenomen te blijven aIs dat medisch gezien niet noodzakelijk is. Is er sprake van neurologische uitval of een stoornis anderszins, dan zal het herstel meer tijd kosten en kan een revalidatieperiode, gericht op zoveel mogelijk herstel van functie, noodzakelijk zijn. Als u uit een ander ziekenhuis komt en een langere herstelperiode nodig heeft, wordt u teruggeplaatst naar dat betreffende ziekenhuis. De zaalarts stuurt in alle gevallen een brief naar uw huisarts over uw behandeling in het ziekenhuis en uw gezondheidstoestand op het moment van ontslag. U krijgt een afspraak voor poliklinische controle en een eventueel recept voor medicatie.
Leefregels
Ontslag uit het ziekenhuis betekent nog niet dat u volledig bent hersteld. Allereerst zult u weer op krachten moeten komen. Een belangrijke regel is een regelmatig leefpatroon en goed luisteren naar uw lichaam. Het nemen van extra rust is daarbij belangrijk. Na verloop van tijd weer lichte werkzaamheden uitvoeren, werkt vaak positief. Echter, het is verstandig het weer uitoefenen van uw beroep of werk uit te stellen tot na de eerste poliklinische controle. Deze controleafspraak wordt standaard gemaakt acht weken na uw operatie. Indien u wilt autorijden, bespreekt u dit van tevoren met uw behandelend arts. U kunt uw conditie rustig opbouwen door bijvoorbeeld te wandelen, fietsen en (onder begeleiding) te zwemmen (niet bij epilepsie). Alle andere sporten worden in deze fase nog afgeraden. Ook een bezoek aan de sauna wordt de eerste zes weken afgeraden. Wat seksuele gemeenschap betreft, zijn er geen beperkingen. Mocht u op vakantie willen voor de eerste poliklinische controle, overleg dit dan eerst met uw behandelend arts.
Mogelijke klachten thuis
Voordat u uit het ziekenhuis ontslagen wordt, geeft de zaalarts u informatie over klachten die kunnen optreden als gevolg van de operatie. Vermoeidheid is een veel voorkomend verschijnsel na een grote operatie of een intensieve behandeling en kan soms lang aanhouden. Vermoeidheid geeft aan dat het lichaam behoefte heeft aan rust. Het is belangrijk dat u hieraan toegeeft. Bij klachten zoals toename van hoofdpijn, traagheid, toenemende bewegingsstoornissen, gevoelsstoornissen of veronderstelde bijwerkingen van medicijnen, raden wij u aan contact met ons op te nemen. Indien er problemen ontstaan met de wondgenezing (roodheid, zwelling of vocht uit de wond) dient u ook contact op te nemen met uw behandelend arts in het ziekenhuis.
Het litteken
De wond is meestal een week na de operatie weer genezen. U dient dagelijks uw haren te wassen totdat de hechtingen verwijderd zijn. De hechtingen worden 10 dagen na de operatie verwijderd. Dit kan bij de huisarts maar ook op de afdeling. Na het verwijderen van de hechtingen en als de wond droog is en niet wijkt, kunt u weer normale haarverzorgingsproducten gebruiken. De nog aanwezige korstjes laten meestal vanzelf los. Wees de eerste tijd wel voorzichtig met het masseren van shampoo in het gebied van het litteken. Het is niet goed om een vers litteken aan de zon bloot te stellen. Op zonnige dagen is het dan ook verstandig om uw hoofd te beschermen met een hoed, sjaaltje of parasol. Dit geldt zeker voor de eerste zes weken.
Emotionele verwerking
Het verwerken van uw ziekte en de gevolgen daarvan zal de nodige tijd kosten. Het uitwisselen van ervaringen met patiënten en directe naaste(n) die in een vergelijkbare situatie verkeren, kan een enorme steun zijn. Dit is mogelijk via patiënten- en familieorganisaties. De patiënten- en familieorganisaties brengen lotgenoten en hun directe naaste(n) samen. De organisaties bieden emotioneel een steuntje in de rug en geven voorlichting en praktische adviezen. Een lijst met nuttige websites vindt u bij het kopje ‘Nuttige websites’.
Poliklinische nazorg
De eerste poliklinische controle vindt acht weken na ontslag plaats bij de neurochirurg die u geopereerd heeft. Tijdens dit consult bespreekt hij/zij uw lichamelijke en geestelijke klachten met u en de verwachtingen ten aanzien van uw herstel op langere termijn. Een veel voorkomend misverstand is de gedachte dat er bij elk polikliniekbezoek een controlescan wordt gemaakt. Dit is vaak niet nodig. De behandelend arts zal met u bespreken wanneer het in uw geval wenselijk is om een controlescan te maken.
Aan de polikliniek van het Hersentumorcentrum Amsterdam zijn twee verpleegkundig consulenten verbonden. Zij zijn gespecialiseerd in het informeren, adviseren en begeleiden van patiënten en hun naasten. De verpleegkundigen kunnen voor u een vast aanspreekpunt zijn binnen het gehele traject en nabehandeling. Voor contactgegevens zie het kopje ‘Belangrijke telefoonnummers’.
Vaak wordt in de dagen na de operatie een MRI scan verricht om een eerste indruk te krijgen van hoeveel tumor verwijderd kon worden. Dit wordt tijdens de opname gepland. U heeft eerder al een MRI scan gehad. Dit onderzoek zal plaatsvinden op de afdeling radiologie en nucleaire geneeskunde.
Locaties:
- Receptie U, 4de etage van de polikliniek
- Receptie F, begane grond van de polikliniek
- 2de etage van het ziekenhuis MR, CT/Echo
Voor meer informatie over MRI-scan klik hier.
Algemene informatie over uw verblijf in Amsterdam UMC, locatie AMC kunt u vinden bij Ínformatie over opname, of in de brochure 'Welkom bij Amsterdam UMC, locatie AMC