Tachycardie (sinus/ventrikel)

Ventrikeltachycardie

Wat is een ventrikeltachycardie?

Een normaal hartritme begint met een prikkel vanuit de sinusknoop in de rechterboezem. Dit heet het sinusritme. Deze prikkel verspreidt zich over beide boezems die zich dan samentrekken. De elektrische prikkel gaat vervolgens verder in het hart en komt terecht bij de atrioventriculaire (AV-) knoop. Vervolgens verplaatst de elektrische prikkel zich en trekken de beide kamers samen. Bij een ventrikeltachycardie ontstaan de prikkels niet alleen in de sinusknoop, maar ook in de hartkamers. Het ritme van de hartkamers ligt tussen 100 en 240 slagen per minuut en is in de meeste gevallen regelmatig. De kamers en de boezems hebben beiden een ander ritme.

Wat zijn de klachten en verschijnselen?

De klachten van ventrikeltachycardie is afhankelijk van het aantal slagen per minuut. Wanneer een ventrikeltachycardie korter dan 30 seconden duurt zijn er vaak weinig klachten. Bij een ventrikeltachycardie die langer duurt treden vaak ernstige klachten op. Dit komt doordat het hart zich door de hoge snelheid van de slagen zich niet goed kan vullen. Hierdoor pompt het hart te weinig bloed rond naar de hersenen en het lichaam. Hierdoor daalt de bloeddruk en zal u zich duizelig voelen en kunnen flauwvallen.

Andere klachten die voorkomen zijn:

  • hartkloppingen;
  • onaangenaam gevoel;
  • zweten

Ventrikeltachycardie kan overgaan in ventrikelfibrilleren. Dit heet ook wel ventrikelfibrilleren. Bij ventrikelfibrilleren wordt de hartkamerwand snel en chaotisch geprikkeld. Hierdoor kunnen de kamers niet goed samen knijpen. Er ontstaat dan een levensbedreigende situatie door dat de bloedcirculatie stil valt. Kamerfibrilleren gaat nooit uit zichzelf over. Om het hart weer in een normaal sinusritme te krijgen moet er een elektrische schok worden toegediend. Dit gebeurt met een defibrillator of automatische externe defibrillator (AED).

Diagnose en onderzoek. Hoe gaat dat?

Een ventrikeltachycardie kan vastgesteld worden door:

  • hartfilmpje; electrocardiogram (ECG);
  • holteronderzoek;
  • elektrofysiologisch onderzoek;
  • fietstest.

Wat is de behandeling bij ventrikeltachycardie?

Er zijn verschillende mogelijkheden om ventrikeltachycardieën te voorkomen:

  • Onderliggende hartaandoening behandelen. Door een stent (buisje) te plaatsen in een vernauwde kransslagader;
  • Anti-aritmica medicatie: deze medicatie vertragen de hartslag en zorgen ervoor dat deze regelmatig wordt;
  • Ablatie: de cardioloog maakt op de plek waar de ritmestoornis ontstaat een klein litteken;
  • ICD (implanteerbare cardioverter defibrillator): door overprikkeling of een schok van de ICD herstelt het hartritme zich.