Naar huis

U wilt natuurlijk snel weer naar huis. De datum van uw ontslag uit het ziekenhuis hangt af van het verloop van de behandeling.

Soms is dit goed te voorspellen, andere keren minder. Ontslag vindt meestal plaats rond 10.00 uur in de ochtend.

Ontslaggesprek

U heeft een ontslaggesprek met de zaalarts en verpleegkundige voordat we u laten gaan. In dit gesprek kijkt u samen terug op uw ervaringen tijdens de opname. Daarbij controleren we of alles duidelijk en geregeld is. Dit is ook een goed moment voor u om vragen te stellen. Mogelijke vragen zijn:

  • Waarom ben ik opgenomen?
  • Wat was mijn behandelplan?
  • Wat moet ik thuis regelen voordat ik ontslagen kan worden?
  • Wat moet ik doen wanneer ik last krijg van complicaties of bijwerkingen?
  • Welke medicijnen moet ik gebruiken?
  • Waar vind ik meer informatie over mijn ziekte of behandeling?
  • Waar kan ik terecht met vragen of klachten?

Huisarts

De zaalarts laat uw huisarts weten dat u wordt ontslagen uit het ziekenhuis. Deze ontvangt alle informatie en is volledig op de hoogte zodat u vervolgens bij uw huisarts terecht kunt voor vragen.

Medicijnen

De zaalarts laat de apotheek weten welke medicijnen u gebruikt. U kunt voor vertrek langs de apotheek van het AMC gaan om de medicijnen af te halen. Dit geeft u aan bij de verpleegkundige. De verpleegkundige maakt dan een medicijnkaart waarop u alle informatie over het medicijn en het geadviseerde gebruik vindt. De apotheek in het AMC is 24 uur per dag geopend en bevindt zich in de Rode Luifel, rechts van de ingang van het polikliniekgebouw.

Vervoer

De verpleegkundige kan vervoer regelen om thuis te komen. Dit kan een taxi of ziekenauto zijn. Om voor vergoeding in aanmerking te komen dient u van tevoren een machtiging aan te vragen bij uw zorgverzekeraar. Zonder machtiging dient u het vervoer contant te betalen.

Telefoontje van de afdeling

1 of 2 dagen na uw ontslag uit het ziekenhuis ontvangt u thuis een telefoontje van de verpleegkundige. Wanneer er vragen of problemen zijn, met bijvoorbeeld de medicijnen, dan laat u dit tijdens het telefoongesprek weten. Daar kunnen we vervolgens op anticiperen.

Nazorg

Heeft u na de opname thuis extra hulpmiddelen nodig? Vanuit het ziekenhuis vraagt u benodigde hulpmiddelen direct aan. Dat scheelt een hoop geregel. Soms krijgt u te maken met het OPAT-team, dat er voor zorgt dat u veilig en verantwoord antibiotica thuis kunt gebruiken.

Transferverpleegkundige

De transferverpleegkundige regelt de zorg na uw ontslag uit het ziekenhuis. Het is de spil in het web tussen verschillende instanties. Soms doen we ook een beroep op uw familie, in dat geval zal de transferverpleegkundige ook met hen overleggen. Lees meer over het transferbureau/transferpunt en wat zij voor u kunnen betekenen.

Thuiszorg hulpmiddelen

Wanneer duidelijk is welke hulp u thuis nodig heeft, dan vraagt de transferverpleegkundige een indicatie aan bij het Centrum Indicatiestelling Zorg. Dit is een wettelijk orgaan dat beoordeelt of u volgens de wet recht heeft op thuiszorg of verblijf elders in uw eigen regio. Het geeft op grond van deze informatie een zogenaamd indicatiebesluit af. Dit document ontvangt u thuis. Meer weten of thuiszorg en hulpmiddelen? Lees dan de folder ‘Naar huis met zorg’.

Verpleeghuis of verzorgingshuis

Wanneer het geen optie is om naar huis te gaan, dan kunt u tijdelijk verblijven in een verpleeghuis of verzorgingshuis. Ook een revalidatiecentrum of zorghotel behoren tot de mogelijkheden. Meer informatie over thuiszorg vindt u in de folder Verpleegkundige zorg / Zorg in een zorginstelling’.

Palliatieve terminale zorg

Soms is een ziekte helaas niet meer te genezen. Wanneer de arts heeft aangegeven dat uw levensverwachting beperkt is (minder dan drie maanden), dan kunt u met terminale zorg naar huis gaan of naar een voorziening buitenshuis – bijvoorbeeld een hospice of palliatieve unit. Meer informatie over palliatieve terminale zorg vindt u in de folder ‘Als genezing niet meer mogelijk is’.