11 dec 2017 | Verhaal

Let op!

Deze informatie gaat over locatie AMC.
Moet u zijn op locatie VUmc? Ga naar: afdeling Ziekenhuispsychiatrie, locatie VUmc/De Boelenlaan

Vette vis kan een depressie voorkomen. Het zijn de omega-3 vetzuren die hierin een belangrijke rol spelen, ontdekten AMC-onderzoekers. Bij patiënten met een depressie blijken deze vetzuren het effect van antidepressiva te versterken. Het AMC past daarom het ziekenhuismenu aan.

Ongeveer achthonderdduizend mensen in Nederland lijden jaarlijks aan een depressie en bij naar schatting zo’n tachtig procent keert de aandoening bovendien na herstel weer terug. Daarmee behoort depressie tot de aandoeningen die het meest voor ziekteverzuim zorgen in onze samenleving. Inmiddels weten we dat het een aandoening is met meerdere oorzaken, waarbij ook fysiologische afwijkingen een belangrijke rol spelen. Maar welke precies en wat de interactie is tussen de diverse factoren, is nog onduidelijk.

In het AMC is psychiater in opleiding Roel Mocking 10 november cum laude gepromoveerd op onderzoek naar de relatie tussen omega-3 vetzuren en het ontstaan van een depressie. Deze vetzuren kan het menselijk lichaam niet zelf aanmaken; hiervoor zijn we volledig afhankelijk van het eten van vette vis. Mocking: “In landen waar mensen veel vette vis eten, zie je dat depressie minder voorkomt. In een van onze onderzoeken tonen we het omgekeerd aan: mensen die minder vette vis eten, hebben een grotere kans om later depressief te worden.”

Vetzuren

De gedachte hierachter lijkt vrij eenvoudig: hersenen bestaan voor een groot deel uit vet, waarvan eenderde uit vetzuren. Vetzuren spelen een belangrijke rol bij het goed laten functioneren van het membraan, het omhulsel van hersencellen. Een soepel celmembraan zorgt voor effectieve communicatie tussen hersencellen. Omega-3 vetzuren werken bovendien ontstekingsremmend, terwijl omega 6-vetzuren juist ontstekingen lijken te bevorderen. Het vermoeden bestaat dat een depressie kan ontstaan als er veranderingen optreden in de werking van deze vetzuren.

Mocking: “In het bloed van depressieve patiënten vonden we een lagere concentratie omega-3 vetzuren, een hogere concentratie omega-6 vetzuren en andere afwijkingen in het vetzuurmetabolisme. Ook zagen we dat een hogere concentratie stresshormonen bij depressieve patiënten gerelateerd is aan veranderingen in de vetzuursamenstelling. En dat toename van omega-6 vetzuren invloed heeft op de amygdala, het hersengebied dat betrokken is bij het aansturen en verwerken van verschillende emoties, waaronder angst.”

Supplementen

Met deze kennis in zijn achterhoofd onderzocht Mocking of de behandeling van depressie verbetert als je supplementen met vetzuren geeft. Daarbij werd onderscheid gemaakt tussen de omega-3 vetzuren EPA en DHA. Het effect van EPA bleek groot; vergelijkbaar met dat van antidepressiva. Het effect was zelfs groter bij patiënten die daarnaast antidepressiva gebruikten. De mogelijke verklaring hiervoor is dat het ontstekingsremmende effect van EPA de werking van antidepressiva versterkt.

Nu bekend is welke vetzuurafwijkingen de kans op een depressie vergroten, kunnen er protocollen worden ontwikkeld om gerichter te behandelen, stelt Mocking. “Ook het inzicht dat stresshormonen afnemen na zowel psychotherapie als behandeling met antidepressiva, is heel bruikbaar; in de toekomst zouden we met deze stresshormonen het klinische beloop van een depressie kunnen voorspellen en preventief behandelen.”

Gezonde voeding

“Maar misschien nog wel de belangrijkste conclusie is dat voeding en leefstijl een belangrijke rol spelen bij het voorkomen en behandelen van depressie. Met een gezond dieet volgens de voedingsrichtlijn – waarbij je twee keer per week (vette) vis eet – zou je bij een op de veertig mensen een depressie kunnen voorkomen en zou een kwart van de patiënten met een depressie beter kunnen genezen. Onze conclusies worden opgenomen in de nieuwe zorgstandaard voor depressie.”

“Ook wordt het ziekenhuismenu van het AMC aangepast, met meer aandacht voor gezonde voeding inclusief omega-3 vetzuren. Want hoewel we hebben aangetoond dat omega-3 supplementen bij patiënten met een depressie het effect van antidepressiva kunnen versterken, is er onvoldoende bewijs voor een gunstig effect van deze supplementen bij mensen die geen depressie hebben. Zij moeten de goede stoffen gewoon uit vette vis halen.”

Tekst: Caroline Wellink

Foto: Michiel Wijnbergh Fotografie/Hollandse Hoogte