Bestraling bij blaaskanker

Informatie over de bestraling bij blaaskanker

 

De urinewegen (Bron: Kanker.nl)
De urinewegen (Bron: Kanker.nl)

Tumoren van de blaas kunnen zowel goed- als kwaadaardig zijn. Goedaardige tumoren van de blaas worden poliepen of papillomen genoemd. Ongeveer 5% van de tumoren in de blaas is goedaardig, De andere 95% is kwaadaardig, dus kanker. Blaaskanker geeft pas klachten als de kanker er al langer zit.

Klachten die kunnen voorkomen zijn:

  • bloed plassen
  • vaak moeten plassen
  • pijn/branderig gevoel bij het plassen.

    Roken en werken met chemische stoffen zijn de belangrijkste oorzaken van blaaskanker.

    De ziekte wordt behandeld met een blaasspoeling, operatie, bestraling en/of chemotherapie.

    Veel informatie over de verschillende soorten blaaskanker en de behandelingen staan op www.kanker.nl

    Bestraling is de behandeling van kanker met straling. Het doel is kankercellen te vernietigen en tegelijk gezonde cellen zo veel mogelijk te sparen. Bestraling is een plaatselijke behandeling: het deel van uw lichaam waar de tumor zit wordt bestraald.  Een ander woord voor bestraling is radiotherapie. Hier wordt meer informatie gegeven over bestraling van blaaskanker op de afdeling Radiotherapie van het AMC.

    Doel van de bestralingsbehandeling

    Het doel van deze bestralingsbehandeling is het doden van de kankercellen in de blaas en lymfklieren van het bekken. Hiervoor wordt de gehele blaas bestraald aangezien tumorcellen in de blaas aanwezig kunnen zijn. Op de plaats van de zichtbare blaastumor wordt een hogere dosis gegeven. In bepaalde gevallen worden de lymfklieren mee bestraald.

    Voorbereiding op de bestraling

    Voor een goede bestraling worden er door de uroloog rondom de tumor in de blaas markeringstekens aangebracht. Dit gebeurt soms in een ander ziekenhuis. Deze markeringstekens worden gebruikt om de dagelijks de tumor nauwkeurig te bestralen.

    Daarna worden er op de afdeling Radiotherapie van het AMC CT-scans gemaakt. Eén met een volle blaas en één met een lege blaas. Met deze scans wordt een bestralingsplan gemaakt. Er worden ook een aantal markeringspuntjes (tatoeages) aangebracht in de huid op heuphoogte. Ook deze worden gebruikt om nauwkeurig te bestralen.

    Hoeveel bestralingen

    De behandeling bestaat uit 20 bestralingen. 4 weken elke werkdag een bestraling.

    De bestraling

    Voor de bestralingen mag u zich melden op de afdeling Radiotherapie.

    Bestralen gaat met een speciaal apparaat: een lineaire versneller. Dit apparaat draait tijdens het bestralen om u heen. Sterke röntgenstralen worden alleen gericht op de plaats die bestraald moet worden. De bestraling is pijnloos. Voor elke bestraling wordt er met het bestraaltoestel een scan gemaakt zodat precies de goede plaats bestraald wordt.

    Lineaire versneller
    Lineaire versneller

    Tijdens de behandelperiode is er elke week een controleafspraak bij de behandelend arts.

    Chemotherapie

    Het kan zijn dat de bestralingen gecombineerd worden met chemotherapie. De chemotherapie zorgt ervoor dat de bestraling effectiever wordt. De chemotherapie wordt wekelijks (hoge dosis) of dagelijks (lage dosis) gegeven. De medisch-oncoloog geeft uitleg over de chemotherapie.

    Inwendige bestraling

    Soms bestaat de behandeling uit inwendige bestraling (brachytherapie). Dit kan in combinatie met een operatie en/of uitwendige bestraling.

    Bij inwendige bestraling worden operatief kleine buisjes in de blaas geplaatst. De blaas wordt van binnenuit bestraald door middel van een kleine radioactieve bron die door geplaatste buisjes gaat. Hiervoor is een meerdaagse opname op een speciale afdeling in het AMC nodig.

    Bijwerkingen die door de bestraling kunnen optreden

      Na de behandeling

      Controleafspraken

      De eerste controle op de afdeling Radiotherapie vindt plaats ongeveer 4 tot 6 weken na de laatste bestraling. Door persoonlijke omstandigheden kan dit anders zijn. Deze afspraak is bedoeld om te controleren of de acute bijwerkingen zijn genezen en om eventuele vragen te beantwoorden. Ongeveer 8 weken na de laatste bestraling zal er door de uroloog in de blaas gekeken worden om het uiteindelijke effect te beoordelen. Na afloop van de behandeling zijn er afwisselend controles bij zowel de uroloog en de arts op de afdeling Radiotherapie.

      Meer informatie

      Er staat meer en uitgebreidere informatie op de volgende websites:

      De behandelend arts geeft natuurlijk ook antwoord op alle vragen.

      De Voorlichting van de afdeling Radiotherapie kan U ook meer uitleg geven. Zij zijn bereikbaar via e-mail (voorlichting-radiotherapie@amc.nl)