Bestraling bij hersentumoren

In of bij de hersenen kunnen verschillende soorten tumoren ontstaan.

(Zijaanzicht linker hersenhelft) a. grote hersenen b. tussenhersenen c. kleine hersenen d. hersenstam (bron: KWF).
(Zijaanzicht linker hersenhelft) a. grote hersenen b. tussenhersenen c. kleine hersenen d. hersenstam (bron: KWF).

De meest voorkomende hersentumoren bij volwassenen zijn uitzaaiingen in de hersenen van kanker ergens anders in het lichaam.

Ontstaat een hersentumor vanuit de hersenen of hersenvliezen zelf, dan heet dit een primaire hersentumor. Deze informatie gaat over primaire hersentumoren. De meest voorkomende primaire hersentumoren zijn: glioom en meningeoom

Goedaardige en kwaadaardige hersentumoren

Er zijn goedaardige en kwaadaardige hersentumoren. Maar dit onderscheid kan bij hersentumoren lang niet altijd zo scherp gemaakt worden. Gliomen zijn vaak kwaadaardig en mengiomen zijn vaak goedaardig. Maar een goedaardige tumor kan namelijk toch heel gevaarlijk zijn als deze in een belangrijk hersendeel zit. Hierdoor kunnen veel klachten ontstaan. Behandeling op zo’n belangrijke plek kan bovendien heel moeilijk zijn.
Kwaadaardige tumoren kunnen in het omliggende weefsel ingroeien. De kwaadaardige tumoren in de hersenen zaaien meestal niet uit. 

Het doel van bestralen?

Het doel van bestralen is het stilzetten van de groei van de tumor. Een meningeoom verdwijnt bijna nooit helemaal na bestraling. De tumor kan wel kleiner worden. De klachten die u van de tumor heeft kunnen dan verminderen. Maar soms duurt het maanden, of nog langer, voordat u hier iets van merkt.

Welk gebied wordt bestraald?

Het gebied dat bestraald wordt noemen we het doelgebied. Uw radiotherapeut stelt het doelgebied vast. De radiotherapeut bepaalt het gebied van de bestraling met de gegevens van een MRI-scan en een CT-scan.

Voorbereiding op de bestraling?

U heeft eerst een gesprek met uw behandelend arts. Dit kan een radiotherapeut zijn of een radiotherapeut in opleiding. In het eerste gesprek legt uw arts uit waarom u radiotherapie krijgt. Ook hoort u welk gebied bestraald wordt en hoeveel bestralingen u krijgt. De arts bespreekt ook de bijwerkingen die kunnen ontstaan.

Mouldroom
Voor de bestralingen zal er een schedelmasker op maat gemaakt worden. Dit gebeurt in een speciale ruimte: de mouldroom. Het masker is nodig om u zou nauwkeurig mogelijk te kunnen bestralen. Er zijn verschillende soorten maskers. Bij het maken hoort u welke van u gemaakt wordt.

Maken van een masker (dit is één van de mogelijke maskers)
Maken van een masker (dit is één van de mogelijke maskers)

Om het masker te maken ligt u op uw rug op een speciale tafel. Uw hoofd ligt op een hoofdsteun. Het masker is gemaakt van kunststof. De kunststof wordt verwarmd in een bak warm water. Dan wordt het materiaal op uw hoofd gelegd en om uw hoofd heen gevormd. Bij het afkoelen krijgt het dezelfde vorm als uw hoofd. Dit duurt 10 minuten.

MRI-scan Voor het maken van het bestralingsplan  is een recente MRI-scan van de hersenen nodig. Daarom is het soms nodig een nieuwe MRI-scan te maken voordat de bestralingen beginnen.

CT-scan
Er wordt een CT-scan gemaakt om de plaats van de tumor en de omliggende organen in beeld te brengen. Met deze CT-scan zal het bestralingsplan worden gemaakt.
De CT-scan wordt gemaakt in dezelfde houding als bij de bestralingen. Het masker zal gebruikt worden om het hoofd in de juiste houding te leggen en te houden. Het masker zal daarom aan de tafel geklikt worden. Ook zullen er lijnen op het masker worden getekend. Die lijnen worden op het bestralingstoestel gebruikt om heel nauwkeurig te kunnen bestralen.

Behandeling

Het bestralingsapparaat heet een lineaire versneller. Dit apparaat richt een bundel röntgenstralen van hoge energie op het gebied dat bestraald moet worden

Lineaire versneller
Lineaire versneller

De behandeling bestat uit 30  bestralingen in een periode van 6 weken. Dat betekent, 6 weken lang,  elke werkdag een bestraling. De behandeling duurt 10 tot 20 minuten per dag. De meeste tijd wordt besteed aan het instellen van de bestraling: opzetten van het masker, in positie brengen van het hoofd en het controleren van de positie. De bestraling zelf duurt een paar minuten. De bestraling is pijnloos.

Welke bijwerkingen zijn er?

De bestraling kan bijwerkingen geven. Hoeveel last u daarvan krijgt verschilt per persoon. 

    Na de behandeling?

    Enkele weken na de laatste bestraling heeft u een controle-afspraak op de afdeling Radiotherapie. Het aantal weken is afhankelijk van de bijwerkingen die zijn opgetreden. Ongeveer 3 maanden na de bestraling zal er een controle MRI-scan  gemaakt worden. Hiermee kan het effect van de behandeling bepaald worden.

    Na de behandeling blijft u regelmatig onder controle bij uw radiotherapeut.

    Meer informatie?

    Er staat meer en uitgebreidere informatie op de volgende websites:

    De behandelend arts geeft natuurlijk ook antwoord op alle vragen.

    De Voorlichting van de afdeling Radiotherapie kan ook meer uitleg geven. Zij zijn bereikbaar op via e-mail (voorlichting-radiotherapie@amc.nl).